vrijdag 23 maart 2018

Gestopt met roken




Ze hoorde de branding achter haar pruttelen. Eerst had ze het geruststellend gevonden, nu was dit geruis gevuld met dramatiek en schaamte.Want zij was de weg kwijt. De weg kwijt op haar eigen strand. Alles leek onherkenbaar. De strandopgang,waardoor zij was gekomen, was nergens te zien. Ze vreesde een schaduw die in de verte nog donker was, maar wel in haar richting kwam. Het kon een persoon zijn met slechte bedoelingen. Waar was de strandopgang nu toch? Haar lijf en handen trilden. Omdat ze dagen geen shot meer had genomen. Nicotineshot. Dat kreeg je er van. Gestopt met roken. Gek worden. Thuis in bed liggen en het dan zo warm krijgen dat ze er wel uit moest gaan, rennen, naar buiten, het donker in. Naar het strand.
Zij was gestopt met roken, zou er op de internetpagina’s staan. Zij was gestopt met haar verslaving , maar ’s nachts hield zij het niet meer uit. Ze rende naar het strand. Nicotine rende achter haar aan. Maar toen ze daar stond in haar pyjama, helemaal alleen, raakte ze in de war. En toen was ze op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Een lustmoordenaar, John Z., met proefverlof van een psychologisch observatiecentrum, zag in haar een lang gedroomde vervulling. Na zijn gruweldaad wierp hij haar in zee.
Ze dacht erover na. De donkere persoon  kwam  dichterbij. Er gloeide een oranje lichtpuntje bij zijn gezicht. Ze schrok toen hij naar haar wees en ze rende de zee in.‘ Saskia!’ riep een bekende stem. ‘Wat doe je hier? Kom terug!’ Sjaak, haar echtgenoot, stond wild in de branding te gebaren. Ze kwam bij uit haar paniektoestand en banjerde naar hem toe. Twee seconden  later hield hij haar in zijn armen en voor ze het wist troostte hij haar met een verse sigaret. Ze vertelde snotterend dat ze was gestopt.
‘Wat een onzin,’ bromde hij. ‘Kijk wat er gebeurt als jij niet meer rookt. Doe normaal zeg. Hier, neem nog een lekker trekje. Nou snap ik waarom je de laatste tijd steeds vergeet het gas uit te draaien. Laatst heb ik de brandweer moet bellen. Doe normaal zeg.’   
En zo eindigde haar eerste poging tot stoppen met roken  met een romantisch samenzijn op en in het zand. Ze rolden in een kuil en smaakten het genoegen van elkaars koolmonoxide.
Zij redeneerde in stilte dat het pad van ontgiften een slingerweg is vol distels en prikstruiken, met soms onverwacht prettige bijkomstigheden. Liefde die weer ontvlamt  als een shaggie in een donkere nacht. Maar opgeven zou ze niet, al moest haar huis daarvoor ontploffen. Of  ze zou in een spanlaken worden afgevoerd.     
Toen ze bij de strandopgang stonden, het werd al licht in het oosten, zei ze: ‘Sjaak, het was heerlijk met jou vannacht, maar ik stop ermee. Met roken bedoel ik.’ 
Even keek hij haar aan en lachte heel verschrikkelijk hard. ‘’Topwijf ben je Sas, we doen dit morgen nog een keer over!’ En hij kletste haar keihard met zijn kolenschoppen, op de natte kont. 

zaterdag 17 maart 2018

Zandvoort, voor in koude tijden




Augustus 2017
Aan de horizon staan breekbare windmolenpaaltjes. Een vrachtschip vaart over een rechte lijn en daarom lijkt het of de boeg zo de molens een voor een zal omvaren en naar de zeebodem laten zinken. Maar het is allemaal bedrog van mijn ogen die zich geen raad weten met de enorme plas en de wolkenslierten daar boven. Boven die wolken heeft God vandaag deze dag uitgeroepen tot mooiste maandag van het jaar. Het is lekker warm, niet te heet, de zee is glad, de wind zuidoost.
En het zand is net zo schoon als toen Adam en Eva er naakt door heen stoven en rolden. Ontegenzeggelijk beschikt ons land over de mooiste stranden van het heelal. Wij weten dat en de Duitsers delen ons geheim. Verder denken velen dat dit is voorbehouden aan tropische gebieden, maar dat is niet waar. Laat ze maar denken.
En ’s nachts hebben wij de nachtstrandstofzuiger ter beschikking, een geniale Willy Wortel uitvinding die het korrelige goud ontslurft van bierdoppen, een enkele condoom en  trendy aanstekers. 
Het is nu 10 uur in de ochtend. De strandstoelen staan klaar voor de badgast die gebraden wil worden . Die badgast is er nog niet, het is een jonge medemens uit Amsterdam of omgeving die nog achter een gitzwart kopje koffie zit. De oudere is er wel en die is vooraf aan het baden  met beige schoensmeer ingevet, maar niet goed uitgewreven. De kleur houdt het midden tussen die van een galwegpatiĆ«nt en een  kolenmijnwerker.
De vlaggen waaien en naast de zee ligt een ten hemel gevaren kwal. Een puber schopt hem uit elkaar en voorkomt dat ik mijn zoon kan laten zien hoe mooi zo’n drillerig beest is.
Een instructeur in een zeer nauwsluitende wetsuit legt aan kinderen uit hoe ze moeten surfen  op de golven. Even later zie ik ze op hun buik op een polyester plank  drijven. Onbevangen.
Ingesmeerd met factor 85 ben ik wel wat beschermd tegen de zonnestralen, maar ik word er ook een plakkerig zandmonster van, want het kriebelt werkelijk overal: in mijn oren, tussen de tenen en eveneens in de bilpartij . Maar hoe ik ook schuur met de handdoek, het gaat gewoon niet van mijn lijf, als een tatouage waarmee ik tot aan de douche en misschien nog wel lang daarna rondloop. 
Thijs rent met zijn groene emmer naar de zee en haalt een lekker bakje zout water. Heerlijk. Mijn ogen branden van de overdosis licht. Lang zal ik nog denken aan deze warme sticky fingers, zoutsmakende ochtend.  Als ik op een winderig station sta en het licht alleen nog vanuit de kerstboom komt. Ik mag niet klagen. Nooit.

maandag 28 augustus 2017