donderdag 13 oktober 2011

Papa heeft vandaag voor Thijs gezorgd. Mama was naar haar werk. Daar had ze een gesprek met de baas. Papa heeft aan Thijsje uitgelegd dat mama heeel boos was, omdat ze zelf aangeboden had met het oudjaar te werken. Toen had de baas haar ook maar meteen een kerstavond werken cadeau gegeven. Toen was mama heel boos. Ze huilde en riep dat ze postbode wilde worden, in plaats van voor de zieke mensjes te zorgen. Thijsje begreep het niet, maar was verder heel lief en liet papa zien hoe je twee sokken uittrekt en in je mondje stopt. En hoe je dit de hele dag kunt herhalen. Ook zo leuk om papa te zien worstelen met het aantrekken van die dingen. Heee, de hiel zit weer aan de voorkant. Hoe dan ook, papa ging een papje maken, met zoveel slokjes water, zoveel lepeltjes pap en zoveel druppeltjes melk. Daarnaast een plakkerige broodje met pindakaas. Papa houdt helemaal niet van pindakaas. Hij valt bijna flauw van de lucht. En het spul kleeft aan papa’s vingers en de lucht blijft nog drie weken hangen. Maar voor Thijsje heeft hij dat wel over. Toen het halve broodje was weggewerkt werd het tijd voor het papje. Ging er goed in, maar plotseling gingen Thijsjes ogen dicht en viel hij in slaap. Daar zat papa dan achter het papje. Het was een hazeslaapje. Papa ging te winkelen met zijn zoon. Thijs controleert daarbij of het personeel zijn werk goed doet en flirt ondertussen met het kassa meisje. Hij opent zijn mondje met de twee tandjes en hij lacht van oor tot oor en dan smelt zij gewoonlijk. Op papa wordt niet meer gelet, bestaat gewoon niet meer. Papa heeft ook handigheid gekregen in Thijs aankleden. Soms ontdekt papa dat het drukknopje ineens een schuifknoopje is. Thijs ligt natuurlijk helemaal stil. Hij vindt het ook leuk papa te zien modderen met zijn broekje. Zitten er ineens twee beentjes in een pijp. Wat een lol. Hij schatert. Zeker als dit om half zes ’s morgens gebeurt als Thijs naar zijn oppasmoeder Monique gaat. Dan is papa blij. Slaapdronken frunnikt hij aan de luier. Het gebeurt ook wel dat papa als Thijs in zijn maxi cosi zit ineens een lucht gewaar wordt die op die van het platteland gelijkt. Zijn geweten knarst: ‘Zo kun je hem niet afleveren, dat is niet lief!’ Dus Thijs weer uitgepeld en het flatsie schoongemaakt. Van de geur draait papa’s maag zich bijna om, in alle vroegte, Thijsje heeft er geen last van. Papa moet toch zelf ook weleens? Ja, maar papa trekt dat door en dit gaat in een zakje. Papa kan nog wat bijleren. Sta je met Thijs bij de commode, kom je erachter dat zijn toetenpoetsdoekje in de badkamer ligt. Ja, en hij kan al goed omrollen, dus met een beetje pech rolt hij naar beneden als je hem loslaat. We gaan ook regelmatig wandelen. Dan komen we soms de vader van Tristan tegen, die twee weken jonger is. Papa van Tristan heeft dan ook een papa dag. We kijken in elkaars wagen, vergelijken wie er groter is en stellen vragen. ‘Heeft ie al tandjes, hoe slaapt ie, wat eet ie?’ Onlangs kwam ik de papa van Tristan weer tegen en toen was hij wat gestressed. Tristan had die middag nog weinig geslapen. Ik ken dat, heel herkenbaar. Dan kan het ’s avonds feest worden. Advies als je dan tv wil kijken: pagina 888 van teletekst levert de ondertitels voor als je in het gebrul van je kleine zit. De kracht daarvan verbaast me elke keer weer. Het is of we ons hoofd in de motor van een 747 stoppen. Sstt…Thijs slaapt op mijn schoot. Hij is in badje geweest en gaat zo fris in zijn bedje en doorslapen, heeft hij beloofd. Papa gaat zondag aan de halve marathon van Amsterdam meedoen. Hij heeft dat Thijs uitgelegd. Papa zit op kantoor en wil geen vette, dikke, uitgezakte frietzak worden. Daarom loopt papa zich te pletter en hopelijk haalt hij de finish voor de bezemwagen. Thijs gaat er van uit dat papa, zijn held, binnenkomt voor de eerste Keniaanse prof loper. En ik spreek hem niet tegen.

maandag 10 oktober 2011

Gisteren nog een laatste hardloop rondje gemaakt. Het gaat helemaal goed komen as zondag. Het weer is ook goed en het wordt gezellig bij de halve marathon van Amsterdam. Ik ken de buurt rond het Olympisch stadion ook goed, ik heb er 5 jaar gewerkt. Ik heb ook een tactiek, ik wil rustig aan beginnen. en me niet mee laten slepen.

zondag 9 oktober 2011

Halve marathon Amsterdam de wondersloffen

Volgende week zondag dan is er de halve marathon van Amsterdam en ik doe daar aan mee. Het is 21 kilometer lopen dus het is een aardig stukje, maar ja ik ben er al weken voor in trainingskamp. Ik heb ook nieuwe wondersloffen en hierop gaat het zeker lukken. Nu ga ik Thijs even troosten.

zondag 25 september 2011

Het eerste tandje

Het was een drukke periode. Thijs kreeg een tandje en daarna koorts en vlekjes. Maar het ging snel voorbij en hij was gelukkig weer de oude. Hij ziet er heel schattig uit als hij lacht met die ene tand! Ik heb een softwarepakket aangeschaft waarmee ik nu tegen de computer kan praten en die maakt er dan tekst van. Dat scheelt tijd, tenminste als onze kleine niet huilt want daar kan de software niet tegen. De computer gaat dan rare woorden maken.

vrijdag 29 juli 2011

Nog wat over het zeilstukje

Ik wilde nog wat over het vorige zeilstukje er aanplakken, maar dat wilde de kompjoetur niet.
Het stukje is geen journalistiek, maar een dichterlijke impressie.
Het was een bewogen en vooral natte tocht. Toen we bij Engeland aankwamen gingen de hemelsluizen open. Mijn vader, die me gevraagd had mee te gaan, stond toen net aan het roer en ik stond binnen. Daar herinnert hij me nog regelmatig aan. Hier en daar was het een knobbelig zeetje. De tocht was een idee van een stel politie agenten die de boot huurden plus de stoere schipper erbij. Dat was een aardige stoere kerel van weinig woorden. Nou ja, soms kwam hij los als de tocht voorbij was en er een stoere borrel gedronken werd. Aan boord werd geen limonade gedronken, maar vuurwater.
Ik weet ook nog dat we 's morgens gebakken eieren met spek kregen. Goed tegen de zeeziekte, waar ik geen last van had. In Engeland zaten we 's avonds om elf uur nog aan de patat, ook niet echt gezond.
Maar leuk was het wel, die bonkige mannensfeer met bonkige mannengrappen.
We roken op de terugweg ook niet zo fris meer. Later ben ik nog een paar keer naar Engeland, Frankrijk en Noorwegen gevaren. Toen moest ik stoppen, want het geld was op. Zeilen is immers heel langzaam voor heel veel geld nergens naar toe varen.
Iedere vierkante millimeter aan het schip kost goud. Iets later werd het ook voor de schipper te duur en werd het ding verkocht.
Nu hebben we dus een koffer met mooie herinneringen aan de zee, die geeft en neemt.

De Noordzee bij nacht, zeilreis met een jacht

De Noordzee bij nacht. Het stuurwiel in je handen. Moeite om te blijven staan en het kompas op 250 graden voor te houden. Schuim smakt over de boeg. Zo nu en dan kilt het zeil als het uit de wind valt. Het zicht is slecht, een meter of honderd. Vanuit de mist doemen monsters met containers op en je vraagt je af of ze het toplicht dat in de mast heen en weer zwaait zullen waarnemen.
De voorkant van het licht is groen en de achterkant is wit, maar we zijn klein, heel klein op deze grote plas.

Aan stuurboord een nog iets kleinere zeilboot, voor anker. Met de kop rustend in de zuidwestenwind.
De stilte is groot op zee, alleen het klapperen van het zeil en de dreunen van de golven tegen de polyesterwanden veroorzaken afwisseling in de geluidloosheid.
Zo nu en dan komen uit de boordruimte geluiden van de communicatie-apparatuur: piepjes en stemmen, maar ik heb geen tijd om te luisteren, want het schip, Freedom, hangt schuin, zo ongeveer 15 graden, dus kost het veel moeite te blijven staan. En zelfs een plasje plegen is bij deze helling niet aan te bevelen.

De schipper, Maarten, ligt op de bank in de kajuitruimte en slaapt, maar staat bij de geringste afwijking naast je. Hij slaapt met de oren gespitst.
De mannen om mij heen turen zonder iets te zeggen over de golven. Iedereen is onder de indruk van de eenzaamheid op het water. Af en toe wijst er iemand naar een lichtje in de verte. Wat kan dat zijn ? Een vroege visser misschien ? De mannen zijn aan de wal politieagent in IJmuiden.
Wij zijn allemaal een beetje huiverig voor vissersboten, omdat hun koers vaker wisselt dan die van andere schepen.

De P&O ferry passeert. Reusachtige gedaante, met misschien een enkele slapeloze of dronkaard op het dek. De maan schittert prachtig op het wateroppervlak en even wordt het zicht daardoor beter. Gelukkig maar dat het kompas verlicht is. Nu begint het te regenen. Het schip wordt een moment opgetild door een grote golf, ik stuiter omhoog, klamp me vast aan het wiel, besluit even te gaan zitten om de verkrampte benen enige rust te geven. Het is drie uur in de morgen. Er is geen land te zien, er is geen spoor van de bewoonde wereld met al zijn problemen.

Uitgeput klim ik na de aflossing van de wacht in de piepkleine kooi van het vooronder.Ik pel alle kledingstukken van het lijf en stort mijn hoofd vlak naast het kleine raam, dat gelijk is
aan de waterspiegel. Ik word nat van een luik boven mij dat niet goed dicht is, maar ik kan het bij deze stand van het schip onmogelijk dichtdoen. Dan maar nat. Ik val in slaap en herinner mij niets meer.

Als ik wakker word, schrik ik nogmaals van een golf die recht op mij afkomt en tegen het
boordvenster beukt. Waar ben ik ? Lig ik in zee? Godzijdank binnen. De morgen is grijs en de horizon niet te zien. Geklots is vredig.

Ik stoot mijn hoofd bij het opstaan, ik val om en tracht mijn regenbroek te vinden. Die ligt in het wc-tje naast het potje, waaruit zeewater gutst omdat iemand vergeten heeft de handels naar beneden te drukken. Terwijl ik me aan de deurknop vastgrijp vraag ik me af waarom mensen gaan zeezeilen en of parachute springen en of bergbeklimmen.
Het is de strijd tegen de elementen die mensen in gang zet. Het is een test in overleven, die ons van de veilige huis en haard verdrijft. Naar de zee. Dat monster dat schudt en trekt aan het schip om het te kunnen verzwelgen en waarvoor geen enkele oceaanstomer veilig is. Ook het land is niet veilig voor het water dat achter de pieren loert om toe te kunnen slaan.

Eindelijk weer een spoor van land. Duinenrijen. Een pier. Dit moet Scheveningen zijn. Dat is het ook. Rechts Den Haag, met een aantal veel te hoge gebouwen. Links Katwijk en helemaal rechts, bijna uit beeld, de Maasvlakte.

Een deining veroorzaakt door het schip van Rijkswaterstaat. Aan de horizon, over de rechterschouder, het nieuwste schip van de marine, de Rotterdam, varende badkuip, van 125 meter, geschikt om mariniers en -landingsvaartuigen uit de buik te persen. De haven, de zeilen strijken. Het schip mag rusten, en wij ook.

De fles wordt geopend. Als ik op de wal sta, schommelt alles en kan ik nauwelijks
nog normaal lopen. Ik voel me ook niet helemaal lekker: walziek, denk ik.

September 1998

woensdag 6 juli 2011

Koffie, choco en sex verslaving

Papa heeft een kopje koffie voor zichzelf gezet. Met de hand en een filtertje. Bij ons hing in de keuken vroeger een apparaat om bonen te malen. Dat was beter voor het behoud van de smaak. Het ding maakte een prachtig kabaal, heerlijk. Het leek of ereen bromfiets aan de muur hing. De kleine man ligt aangekleed naast me op zijn speelkleed, maar volgens mij is hij nog bezig wakker te worden. Hij gaapt nog wat, kijkt om zich heen, maar heeft niet veel interesse in zijn speeltjes, die boven hem hangen. O ja: over papa's koffie verslaving. Ik heb een tijd terug besloten mijn koffie gebruik terug te dringen. Ik las wel iets over anti oxidanten en dat het gebruik toch heel goed zou zijn tegen hart en vaatziekten en kanker. Maar ja, dat zeggen alle verslaafden van hun eigen middel. Een borreltje per dag zou goed zijn voor de zuivering van het bloed. Bleef het maar bij een borreltje. Rokers beweren dat ze rustig worden van hun rokertje. Nou echt niet, de bloeddruk gaat omhoog en de schildklier wordt geprikkeld. Stoppen met roken kan de schildklierwerking verstoren. Dan zijn er nog mensen verslaafd aan chocolade en zelfs aan seks. Van het eerste kun je veels te dik worden en van het laatste ook, maar dat is de natuur. De seksverslaafde kan wel sociale schade aanrichten door ongeacht met wie het bed in te duiken. Het klinkt grappiger dan het is. De vrouw van Martin Bril (schrijver die is overleden) heeft toegegeven er problemen mee te hebben gehad. De man had een niet te stuiten drang.
Maar terug naar de koffie: het is gewoon een drug en dat gebabbel over die anti oxidanten die goed zouden zijn, laat ik achter me. Het gaat wel goed met me, zonder die koffie. Wel fantaseer ik erover nu en dan. Vooral tijdens hardlopen. Maar dan fantaseer ik ook over gevulde koeken en taart. Het zogenaam gezond zijn, roept gedachten in me boven. Een heerlijke zak patat met foute mayonaise. De liefde bedrijven.
Op de achtergrond heb ik Baby Beethoven opstaan. Beethoven voor de allerkleinsten. Het is heel erg leuk. Je kan hem youtuben (nieuw werkwoord?) Beethoven dronk waarschijnlijk geen koffie. Hij gebruikte andere dingen om inspiratie te krijgen en die had hij nodig, want hij kreeg erg veel opdrachten. Soms draaide hij uit wanhoop het papier met noten om, zodat er nieuwe noten stonden. Maar helaas raakte hij ook verslaafd aan drank. Hij had uiteindelijk ernstige leverschade.
Mozart was bang dat zijn sex verslaving zou leiden tot een geslachtsziekte. Hij beperkte zich daarom tot zijn eigen vrouw. Dit staat te lezen in de brieven die hij schreef. Schubert bezocht op advies van een vriend een betaalde dame om wat af te stomen, maar dat werd zijn ondergang. Ze hadden beter koffie kunnen nemen. Het is slecht voor de geslachtsdrift. Op een bepaalde site staat dat je 10 koppen koffie moet gebruiken en dat het werkt als afrodisiacum, maar dat is onzin. Na die tien koppen sta je letterlijk stijf, maar te stijf om nog iets te kunnen.
Het mannetje naast me is in slaap gevallen op zijn speelkleedje. Hij heeft gisteren een drukke dag gehad. De dokter heeft naar zijn heupjes gekeken en ze APK goed gekeurd. Hij draagt nu wel twee luiers over elkaar.
Gisteren reed ik langs een groot schoolgebouw. De deuren stonden open. Daarbinnen was de diploma uitreiking aan de gang. Mijn eigen diploma uitreiking ging niet zo goed, het is lang geleden. Het werd gebracht door de school als een kortstondige handeling, geen toeters en bellen. Alsof het een boekenpakket was. Daarvan uitgaande begreep ik niet dat het de bedoeling was mijn ouders uit te nodigen. Ik herinner me dat ik vrolijk thuiskwam met het papiertje en dit in de lucht hield. 'Maar jongen,' zeiden ze. 'Hoe kom je daar aan?' Ik zei dat het was uitgereikt, maar inderdaad zonder toeters en bellen. Het ging heel zakelijk. Nou, daar hadden ze toch bij willen zijn. Foutje. Ik hoop dat de jongelui iets goeds gaan doen met dat diploma. Ik zou ze adviseren eerst een jaar te gaan werken en nog een jaar op reis te gaan, verre landen bezoeken, groter en sterker worden. Niet meteen naar het volgende instituut hollen. Eerst een beetje mens worden. Of meedoen in een project in Verweggistan. Er is zoveel meer als cijferlijsten. Zoveel te zien, zoveel te leren.
Max Havelaar koffiebonen plukken.
Op het schoolplein joelen kinderen, het weer is matig, bewolkte hemel. We gaan zo wandelen.
En de koffie is inmiddels oud en koud.