De machinist kijkt over het land en over de dijk naast het IJsselmeer. Hij geniet van de vrijheid. Niet van het weer, het is bagger vandaag. Maar evengoed zijn er gelukkig wel veel passagiers op de spoorlijn Hoorn-Medemblik.
Het is wel
jammer dat het leven moeilijker geworden is in de polder. Daar heeft het coronavirus
voor gezorgd. Er zijn veel mensen ziek,
de zusters zijn overspannen en er zijn er ook bij die gaan klieren, uit
frustratie.
De machinist
zet de locomotief weer in beweging. Stoom ontsnapt sissend tussen de ijzeren wielen.
Zal het
allemaal beter gaan als we het nieuwe jaar inrollen?
Gaat het
virus op vakantie? Blijven de mensen gezond, gaan de zusters weer fluitend naar
het ziekenhuis, bergen de demonstranten hun spandoeken op?
Bij het station staan de nieuwe passagiers vroijk te lachen, want er is een nieuw jaar, er is hoop.
Als we stil staan,
weten we dat het goed komt.
Pak je tas, zwaai nog een keer naar het dampende gevaarte dat
in een witte pluim verwijnt aan de horizon.
Het komt
allemaal goed. De stoom wordt opgenomen
in de wolken.