Paul Gabriel was de laatste die het Hollandse landschap zag en schilderde zoals het eeuwenlang was geweest, nadat de polders in de 17e eeuw waren gemaakt. Op zijn schilderijen staan al schoorstenen en spoorwegen, hij vond nu eenmaal dat hij moest laten zien hoe het was. Dus schilderde hij ook kapotte molens, ik denk niet dat dat een commercieel goed idee was.. Maar okee, wie was hij?
Stel je even voor. We staan bij Kortenhoef in de polder. Het is juli 1880. Er komt een koetsje aan. Dat kan alleen in de zomer, want 's winters zijn de wegen in Holland bijna onbegaanbaar, ook al omdat het afgraven van het laagveen (voor de energie van de oprukkende industrie), enorme wateroverlast veroorzaakt.
De koets stopt. Er komt een dikke Vlaamse dame uit, die een krukje draagt en een parasol en een picknick mand.Daarna een jongeman met een schildersezel en een koffertje en daarna een ouder parmantige heer met een sikje en een hoed. Ook hij heeft een koffer in de hand en gaat voorop. Ze zoeken een plek. De jongeman en de dame maken grote gebaren naar de senior. Het is duidelijk: deze man is aan de dove kant. Het gezelschap gaat zitten. Mevrouw Gabriel zoekt een plek in de schaduw.
De heer pakt een kist en plakt een doek aan de binnenkant van die kist. Vlug schildert hij de oude molens. De boeren in de streek kennen hem al langer, hij komt hier vaker.Ze schudden hun hoofd.Die molens vinden ze obstakels die weg gaan hebben ze gehoord. Er komen elektrieke gemalen, een stuk beter. Dat deze man die achterlijke dingen wil schilderen, nou ja, hij gaat z'n gang maar. Gabriel schildert ze en als hij ze schildert doet hij dat als een wiskundige. Alles klopt als een bus in het vlak en uiteindelijk is dat ook weer wat aan de stijve kant, denkt zijn leerling Tholen, maar hij zegt het niet hardop. Hij kan beter opschieten met mevrouw Gabriel, een gezette gezellige tante, Gabriel zelf is te hardvochtig en bitter. Hij heeft ondanks al zijn deelnames in kunstcommisies en deftige gezelschappen nooit veel waardering gekregen. De eer ging naar Mauve en Mesdag. Tholen bijt op het hout van zijn kwast. Is dit wel de goeie weg? Goed, hij leert het nodige, maar het verkoopt niet. Kijk, Mauve schildert wat de mensen willen zien: een boerderijtje lieflijk aan een beekje met een paar koetjes. Zijn leraar schilderde dat in zijn jeugd ook, maar hij stopte er mee. Hij had niks met die koetjes. Het verhaal gaat dat hij koetjes liet schilderen door Mauve en daarvoor betaalde. Stofferen noemden ze dat.
Hij wil eigenlijk niet meer en hij vermoedt dat de leraar ook niet meer wil. Maar die moet wel, waar moet hij anders van leven? Van een andere leerling hoorde hij dat Gabriel depressief is geweest en er mee wilde stoppen, maar dat is al lang geleden.
Mevrouw denkt aan de tijden die veranderd zijn. Lang woonden ze in Brussel, maar nu zijn ze verhuisd naar Den Haag. Ze voelt zich daar weleens eenzaam, Nederlanders zijn zo anders als Belgen, maar ja, voor haar schilderende knorrepot heeft ze alles over. Ze zou wel graag zien dat hij meer plezier in zijn werk had. Hoewel, de kleuren zijn wel mooier als die van de anderen van de Haagse School, sommige critici vinden het te druk.
Het trio blijft een tijd aan de sloot en stapt dan weer in de koets. Ze weten niet dat ene Vincent Willem van Gogh net begonnen is in zijn eentje definitief de oude kunst door te strepen. Het is maar goed dat ze dat niet weten, ze zouden nooit meer zijn gaan schilderen naar de natuur.
zaterdag 4 juni 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten