maandag 4 maart 2013

In gesprek met Jelle Bouwhuis (54), romanticus in Alkmaar-Noord: ‘Ik benader de wereld met gevoel’

In gesprek met Jelle Bouwhuis (54), romanticus in Alkmaar-Noord: ‘Ik benader de wereld met gevoel’ Jelle Bouwhuis (54) is beeldend kunstenaar en woont in een ruim appartement in het noorden van Alkmaar. Daar maakt hij tekeningen van zelfbedachte steden en werkt hij bescheiden aan een imposant oeuvre. Een winderige maandagavond. Een donker trappetje op, een duister trappetje af. De kunstenaar doet open. Even lijkt hij vergeten te zijn dat we een afspraak hebben. Op tafel een pan met daarin dampende spaghetti en daarover heen galmt PJ Harvey, zangeres met een stevig opstandig geluid. De muur rechts van me is verdwenen achter boeken over de Alpen, Hongaarse Volkskunst en diverse zeevolken. Aan een oude synthesizer, een Perzisch vloerkleed en een lamp van sleutelhangerpoppetjes –ik herken de dikke dompteur uit Pipo de Clown- kleven verhalen, maar ik heb maar een uurtje om het gesprek te voeren. Ik zal streng moeten zijn. Speurtocht op de spoordijk ‘Maakte je als kind ook al tekeningen?’ De openingszet, een saaie vraag, maar noodzakelijk om niet in het romantische moeras te zakken. ‘Ja,’ antwoordt hij opgetogen en duikt in de kast recht voor me, die doorbuigt van het gewicht aan schetsboeken. Maar daarin vindt hij niet de prilste werken. Daarvoor moet hij naar beneden. Ik zie hem een trap afdalen en hoor gestommel. De multomap ligt snel op tafel en de eerste tekening die ik zie is die van een paard. ‘Een paard,’ zucht hij. ‘Ik ben niet zo sterk in paarden tekenen. Deze is wel humoristisch. Dat heb ik altijd wel graag gedaan, humor in mijn tekeningen stoppen.’ Hij maakt een gebaar naar de thee die hij zet en vertelt over zijn jeugd. Een gezin met drie kinderen, krap gehuisvest in de Celebesstraat van Amsterdam op driehoog. ‘Met een uitzicht over de hele stad en over de gashouders, dat was prachtig.’ Er glijdt een weemoedige blik over zijn gezicht een mix is van intellect en vriendelijkheid. Ik moet denken aan de trekken van Godfried Bomans al was die beslist minder bescheiden. ‘Van mijn vader kreeg ik boeken over de natuur, over dieren. Die tekende ik na.’ Naast het tekenen was hij een gewone Amsterdamse jongen met een gevoelig, verlegen karakter dat hem op school weleens dwarszat, maar niet bij het verkennen van de spoordijk met Evert, zijn boezemvriend, de zoon van de melkboer uit de Spilbergenstraat. Op die dijk gingen zij op ontdekkingstocht en bouwden een hut van gestapelde melkkratten. Op school was hij niet overal geweldig in, maar biologie was zijn ding. De beste van iedereen. Biologie versus bouwkunde Hoe grillig het leven kan zijn wordt bewezen door het feit dat de beste biologie student koos voor een studie in bouwkunde. ‘Ik zag het als een middel,’ verklaart hij. “Een middel om een artistieke architect te worden.’ Want tijdens een uitje naar het Stedelijk Museum van Amsterdam was zijn liefde voor de moderne kunst ontloken. ‘Daar zag ik een werk van Daniel Spoerri en die had in een restaurant een tafel van twee gasten opgekocht plus het servieswerk en de afgekloven botjes. Hij liet het ding conserveren... prachtig vond ik dat..de kunstenaar in mij ontwaakte..’ Terwijl mijn ogen over de andere muur dwalen, waaraan diverse schilderwerken naast elkaar en door elkaar hangen, hoor ik mezelf mompelen: ‘Je wilde kunstenaar worden...dan had een studie aan een Rijksacademie of Rietveld meer voor de hand gelegen..’ ‘Ja,’ beaamt hij. ‘Maar ik zag op tegen het leven van een kunstenaar, dacht dat die allemaal in de goot lagen of zo, daarom leek architect me wel wat. Je bouwt iets bijzonders en je hoeft geen honger of armoede te lijden..’ We kijken naar een Bouwhuis uit de tijd van de bouwacademie. Een zeer gedetailleerde tekening van een zelfbedachte stad op een fantasy planeet. Een wonder van geduld en studie. ‘Ik maakte series van deze plattegronden en bedacht er later verhalen bij die ik ook weer tekende.’ In een winters landschap staat een vrouwtje bij een donker bos. Aan de linkerkant van de tekening is een groot paleis gemaakt, waaruit schaars licht door de vensters valt. Het is een prachtige prent, ik kan niet anders zeggen. Het heeft ondanks de suspense ook een vriendelijk, dromerig karakter alsof het is gemaakt voor een spannend kinderboek. Ik hoop niet dat ik de kunstenaar hiermee beledig, het is mijn mening slechts. Sensitiviteit ‘Het was moeilijk op de Rietveld te komen,’ zucht hij. ‘Ik tekende namelijk het liefst dieren, steden en landschappen, maar voor de toelating moest ik ook portret kunnen tekenen en dat kon ik nog niet goed genoeg. Een jaar heb ik gezwoegd, tot het goed genoeg was en ik werd toegelaten.’ Mijn blik glijdt over een boek over het oude Rome. Hier spreekt een erudiet mens. Ik zou hier ook een vraag over willen stellen, maar de tijd is te kostbaar, we moeten verder in een tempo dat niet bij deze man past. ‘Hoe was dat dan op die academie?’ begin ik voorzichtig. ‘De meesten hadden een carrière in hun hoofd, dat vond ik zelf niet zo belangrijk, mij ging het puur om de kunst. Later werd ik bevriend met twee kunstenaars, die mijn sensitiviteit herkenden. Niet alle artiesten zijn even gevoelig.’ Is hij teleurgesteld? Dat ontkent hij, heeft een leuke, waardevolle tijd gehad, maar het was wel zwaar naast zijn baan bij Rijksgebouwendienst. ‘Wil je nog een thee of iets anders?’ Hij zet een eigenaardig muziekje op dat uit Afghanistan afkomstig blijkt te zijn. Het geeft wel een bijzondere sfeer en warmte. Tekening of schilderij? Naast de boeken hangen zijn prenten maar dan op uitvergroot formaat. We zien een landschap in felle kleuren. ‘Tijdens mijn studie aan de Rietveld academie, vijfentwintig jaar geleden, ontdekte ik, tijdens een excursie naar Texel, het tekenen met krijt. Met vetkrijt maak ik een tekening op romanpapier in een dummyboek. Dat is gemakkelijk in je tas te stoppen. Ik ga dan ergens zitten, in de duinen of zo en schets.’ Ik kijk lang naar de poster en merk op dat ik het eigenlijk geen tekening vind, maar een schilderij. Een schilderij met krijt gemaakt op A4 formaat. ‘Voor mij is het een tekening, maar wel een schilderachtige tekening.’ ‘Ik ben geen schilder, ik maak alles op klein formaat.’ Het karakter wijkt wel af van de uiterst complexe stedentekeningen. Hij beoefent nog steeds de twee genres en het levendige van de krijttekeningen heeft een positieve invloed op het precieze werk, dat tegenwoordig minder statisch is. Zijn grote voorbeeld is Charlotte Salomon, een kunstenares die in de jaren dertig van de vorige eeuw gedreven en dynamische tekeningen maakte. Die dynamiek sprak hem zeer aan, net zoals de werken van Van Gogh. De rode draad Ik sta op, schud mijn hand uit tegen de kramp van het schrijven en recht mijn rug. ‘Ik weet even voldoende.’ Dat is een understatement, het zal een hele tour worden om uit de verhalen de essentie, de rode draad te vissen en daar een aantrekkelijk verhaal van te maken. In mijn hoofd som ik op: een gevoelig mens, iemand die altijd op zoek is naar mooie locaties, bijzondere muziek, die vast wil leggen. Hij raadt mijn gedachten en zegt omfloerst: ‘Ik benader de wereld met gevoel..’ Ik knik en schrijf dat nog snel even op. Ik vind mezelf dan ook een vreemde eend in de kunstenbijt.’ Hij maakt een verontschuldigend gebaar met zijn lange armen. Hij is niet echt bekend geworden, maar dat zegt niet zoveel. Talloze artiesten maken hun werken in volslagen anonimiteit, vaak zijn ze te gevoelig, soms hebben ze geen bewustzijn voor publiciteit. ‘Ik ga een mooi verhaal maken,’ zeg ik dapper en knoop mijn sjaal om. Ik zou graag zien dat deze man een tentoonstelling van zijn werken zou maken, dat zou mij veel plezier doen. Maar ik kan niemand dwingen en dat is maar goed ook. ‘Prettige avond!’ roept hij mij nog na. Ik ga morgen naar die Alkmaarder Hout ,ga het met andere ogen kijken en met gevoel benaderen. Ik sta alleen te rommelen bij mijn fiets en merk ineens veel meer van het beton om mij heen. Soms is het beter de zaken rationeel te laten en zo hard mogelijk weg te trappen in het donker. Informatie van de auteur over Charlotte Salomon: Charlotte Salomon werd geboren op 16 april 1917. Zij was joods en maakte ongeveer 1300 schilderijen over haar eigen leven. Een deel van die schilderijen zijn te zien in het joods historisch museum van Amsterdam. Charlotte Salomon kwam in oktober 1943 om het leven in het concentratiekamp Auschwitz.