De IPAD en de gasman
Op 20 juli 2016 gaat
de temperatuur in ons koudekikkerland naar de dertig graden. Desondanks
komt er een medewerker van een gasbedrijf een meter vervangen.
De zwetende, lichtkalende, donkere man
in het veels te dikke blauwe werkpak kon het me niet uitleggen. Dat het vorige
jaar de elektriciteitsmeter van de muur moest en nu de gasmeter en opnieuw de
elektriciteitsmeter. Had dat dan niet in een keer gekund, vroeg ik hem en
waarom nu nogmaals de elektrometer. Dan hadden zowel hij, als ik, op het strand
kunnen gaan liggen. Hij keek me aan met het gezicht van een automonteur die aan
zijn vrouw uitlegt hoe een remleiding werkt, mompelde wat en ging verder met
puffen over zijn pak dat echt niet uit mocht van de baas, nee, zelfs niet bij 36
graden. Daarna bukte hij en begon mijn gasmeter, uit 1979, uitgebreid
fotografisch op zijn IPAD vast te leggen. Dit alsof het een bijzondere
meteoriet was. En dat was het ook. Waar vind je nog een gasmeter uit 1979? Zijn
enorme vingers gingen vaardig over het glas, maar hij keek daarbij enigszins
sip.
Ik zei dat het zou gaan waaien en
poogde hem daarmee op te vrolijken, maar nu keek hij helemaal somber. Hij zei
dat hij thuis zijn zonnescherm van 12 bij 6 meter uitgeklapt aan zijn huis had
hangen en dat het ding al eens van zijn huis was geblazen. Eigenlijk wilde hij
direct naar huis, maar dat zou de baas niet goed vinden.
Dapper kluste hij door en plotseling
zat de moderne tijd in mijn opgeruimde meterkast. De oude meter ging in een
doos, waarheen, wie wil dat hebben, je weet het niet, misschien is er een
verzamelaar van oude gasmeters, vooral uit 1979. Niet 1978, nee, nee, echt
1979.
Hoe dan ook, de man begon nu alles wat
hij van de muur had gebroken te fotograferen met zijn IPAD met een
nauwkeurigheid van een archeoloog. Mijn gastoestanden werden artefacten,
getuigen van de 20 e eeuw, de eeuw van de analoge prehistorie. Vastleggen, had
de baas bevolen. Alles vastleggen en naar mij sturen in een bestandje. Toen hij
ook nog de nieuwe, glimmende gasmeter had vastgelegd, verliet hij smekend op
een regenbuitje mijn pand en leef een tijdje nagaren in de braadpan van zijn
ongeaircode dienstauto. Later ontdekte ik bij mijn vakantie vierende buren,
waar ik de vijvervissen eten zou gaan geven, een briefje van zijn hand: ondanks
onze afspraak trof ik u niet thuis. Ik meen dat hij ook dit briefje heeft
gefotografeerd en pas daarna in de bus heet gedaan. Voor de zekerheid heeft hij
het van in de bus stekende briefje ook een foto gemaakt. En daarna glimlachte
hij even omdat de klant een no-show geval was.
En nu ik dit schrijf op deze 20e
juli begint het hard te waaien en wordt het zonnescherm en de complete
voorgevel van de woning van de arme monteur gerukt. Gaat hij daar ook een foto
op zijn IPAD van maken?
Het was een paar maanden na de date met
de aardige gasmeneer. Het werd kouder en kouder, de aarde wendde zich af van de
zon en het licht werd geler en zachter. Op een frisse avond in oktober schoot
ik onder de doesj, de kunstmatige waterval die ons met zijn hete dampen
terugbrengt naar het verloren paradijs. De zachte, warme stralen verwarmen de huid en het lichaam dat
eenmaal ingezeept, ruikt naar de wilde frisheid van limoenen.
Ik was opgewekt omdat mijn
energieleverancier in een exclusief aan mij gerichte e-mail meedeelde dat ik
tweehonderd euries terug zou mogen ontvangen, wegens zuinigheid. Ik dacht
direct aan de zwetende gasman: misschien had hij hier ook een bijdrage aan
geleverd.
Maar plotseling, ik had de Guhl zjampo
al in het haar gesmeerd, werd het water koud. En kouder en nog kouder tot het
absolute nulpunt. Aangedaan draaide ik aan de kranen, maar het mocht niet
baten: mijn lijf kreeg een straffe, koude, Spartaanse behandeling. Ai, dan maar
afgedroogd en naar de zolder gebibberd om daar in de CV te kijken. De druk was
goed, zag ik. Zo’n anderhalve bar, dat
moest genoeg zijn. Vreemd. Alleen de temperatuur van het tapwater stond op
negentien, veels te laag. Ik drukte op diverse knoppen, maar er gebeurde niets.
Ik gaf het op lieve vrienden, en toen ik
onder de dekens lag te klapperen dacht ik aan de mail die ik het volgende jaar
zou bekomen: vijfhonderd euries terug te ontvangen. Ik fluisterde in het oor
van mijn lieve vrouw of ze morgenochtend eens op wat knoppen van de CV wilde
drukken. Die ochtend zag ik haar omhoog gaan en ik keek bezorgd naar de
thermostaat. Daar stond nog steeds een ‘F’
van Foute boel te knipperen. Plots verscheen er een vlammetje en een
getal. Het was haar gelukt! Ik vroeg hoe ze het gedaan had. Ze wist het niet,
zei ze. Gewoon op wat knopjes geduwd.
Met zo’n vrouw wil natuurlijk iedereen
getrouwd zijn, dat snap je. Ze zette het nieuws aan en las me voor:
‘Gisteravond hebben 10.000 huishoudens uren zonder gas gezeten omdat vandalen
hebben ingebroken in het gasmeterhuisje. Daarbij hebben ze een belangrijk
technisch onderdeel vernield.’ Ze hadden
wel kunnen ontploffen, roep ik verontwaardigd. Nou gelukkig, ik hoefde die man
met zijn IPAD niet te bellen. Mm, ik ben toch wel nieuwsgierig of zijn monsterzonnescherm
aan zijn muur is blijven zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten