dinsdag 15 november 2016

De IPAD en de gasman


De IPAD en de gasman

Op 20 juli 2016 gaat  de temperatuur in ons koudekikkerland naar de dertig graden. Desondanks komt er een medewerker van een gasbedrijf een meter vervangen.

De zwetende, lichtkalende, donkere man in het veels te dikke blauwe werkpak kon het me niet uitleggen. Dat het vorige jaar de elektriciteitsmeter van de muur moest en nu de gasmeter en opnieuw de elektriciteitsmeter. Had dat dan niet in een keer gekund, vroeg ik hem en waarom nu nogmaals de elektrometer. Dan hadden zowel hij, als ik, op het strand kunnen gaan liggen. Hij keek me aan met het gezicht van een automonteur die aan zijn vrouw uitlegt hoe een remleiding werkt, mompelde wat en ging verder met puffen over zijn pak dat echt niet uit mocht van de baas, nee, zelfs niet bij 36 graden. Daarna bukte hij en begon mijn gasmeter, uit 1979, uitgebreid fotografisch op zijn IPAD vast te leggen. Dit alsof het een bijzondere meteoriet was. En dat was het ook. Waar vind je nog een gasmeter uit 1979? Zijn enorme vingers gingen vaardig over het glas, maar hij keek daarbij enigszins sip.

Ik zei dat het zou gaan waaien  en poogde hem daarmee op te vrolijken, maar nu keek hij helemaal somber. Hij zei dat hij thuis zijn zonnescherm van 12 bij 6 meter uitgeklapt aan zijn huis had hangen en dat het ding al eens van zijn huis was geblazen. Eigenlijk wilde hij direct naar huis, maar dat zou de baas niet goed vinden.

Dapper kluste hij door en plotseling zat de moderne tijd in mijn opgeruimde meterkast. De oude meter ging in een doos, waarheen, wie wil dat hebben, je weet het niet, misschien is er een verzamelaar van oude gasmeters, vooral uit 1979. Niet 1978, nee, nee, echt 1979.

Hoe dan ook, de man begon nu alles wat hij van de muur had gebroken te fotograferen met zijn IPAD met een nauwkeurigheid van een archeoloog. Mijn gastoestanden werden artefacten, getuigen van de 20 e eeuw, de eeuw van de analoge prehistorie. Vastleggen, had de baas bevolen. Alles vastleggen en naar mij sturen in een bestandje. Toen hij ook nog de nieuwe, glimmende gasmeter had vastgelegd, verliet hij smekend op een regenbuitje mijn pand en leef een tijdje nagaren in de braadpan van zijn ongeaircode dienstauto. Later ontdekte ik bij mijn vakantie vierende buren, waar ik de vijvervissen eten zou gaan geven, een briefje van zijn hand: ondanks onze afspraak trof ik u niet thuis. Ik meen dat hij ook dit briefje heeft gefotografeerd en pas daarna in de bus heet gedaan. Voor de zekerheid heeft hij het van in de bus stekende briefje ook een foto gemaakt. En daarna glimlachte hij even omdat de klant een no-show geval was.

En nu ik dit schrijf op deze 20e juli begint het hard te waaien en wordt het zonnescherm en de complete voorgevel van de woning van de arme monteur gerukt. Gaat hij daar ook een foto op zijn IPAD van maken?   



Het was een paar maanden na de date met de aardige gasmeneer. Het werd kouder en kouder, de aarde wendde zich af van de zon en het licht werd geler en zachter. Op een frisse avond in oktober schoot ik onder de doesj, de kunstmatige waterval die ons met zijn hete dampen terugbrengt naar het verloren paradijs. De zachte, warme  stralen verwarmen de huid en het lichaam dat eenmaal ingezeept, ruikt naar de wilde frisheid van limoenen.

Ik was opgewekt omdat mijn energieleverancier in een exclusief aan mij gerichte e-mail meedeelde dat ik tweehonderd euries terug zou mogen ontvangen, wegens zuinigheid. Ik dacht direct aan de zwetende gasman: misschien had hij hier ook een bijdrage aan geleverd.

Maar plotseling, ik had de Guhl zjampo al in het haar gesmeerd, werd het water koud. En kouder en nog kouder tot het absolute nulpunt. Aangedaan draaide ik aan de kranen, maar het mocht niet baten: mijn lijf kreeg een straffe, koude, Spartaanse behandeling. Ai, dan maar afgedroogd en naar de zolder gebibberd om daar in de CV te kijken. De druk was goed, zag ik. Zo’n  anderhalve bar, dat moest genoeg zijn. Vreemd. Alleen de temperatuur van het tapwater stond op negentien, veels te laag. Ik drukte op diverse knoppen, maar er gebeurde niets.

Ik gaf het op lieve vrienden, en toen ik onder de dekens lag te klapperen dacht ik aan de mail die ik het volgende jaar zou bekomen: vijfhonderd euries terug te ontvangen. Ik fluisterde in het oor van mijn lieve vrouw of ze morgenochtend eens op wat knoppen van de CV wilde drukken. Die ochtend zag ik haar omhoog gaan en ik keek bezorgd naar de thermostaat. Daar stond nog steeds een ‘F’  van Foute boel te knipperen. Plots verscheen er een vlammetje en een getal. Het was haar gelukt! Ik vroeg hoe ze het gedaan had. Ze wist het niet, zei ze. Gewoon op wat knopjes geduwd.

Met zo’n vrouw wil natuurlijk iedereen getrouwd zijn, dat snap je. Ze zette het nieuws aan en las me voor: ‘Gisteravond hebben 10.000 huishoudens uren zonder gas gezeten omdat vandalen hebben ingebroken in het gasmeterhuisje. Daarbij hebben ze een belangrijk technisch onderdeel vernield.’  Ze hadden wel kunnen ontploffen, roep ik verontwaardigd. Nou gelukkig, ik hoefde die man met zijn IPAD niet te bellen. Mm, ik ben toch wel nieuwsgierig of zijn monsterzonnescherm aan zijn muur is blijven zitten.    


Geen opmerkingen: