Deze poster heb ik gemaakt omdat ik op zaterdag 10 september aanwezig ben in Mare Nostrum. Daar kun je werk van me zien en met me spreken. Tot ziens!
Deze poster heb ik gemaakt omdat ik op zaterdag 10 september aanwezig ben in Mare Nostrum. Daar kun je werk van me zien en met me spreken. Tot ziens!
Eindelijk kwamen we vorige week aan bij onze grote liefde:
de Eiffeltoren. Het was heftig heet, het
asfalt beefde van de hitte en dreigde te gaan stromen. De oude, ijzeren dame
rekte zich uit. Het was negendertig graden. Er liepen politiemannen om heen in
zwarte pakken, met zwaar schiettuig. De toren zelf was omhuld door een glazen
wand met een loket voor de kaartjes. Je kon niet meer even een van de poten
aanraken, of onder het gevaarte door rennen.
In de kokende lucht stonden waterverkopers en ze deden goede zaken. We liepen langs het glas van de manshoge schutting
en beschouwden de achterkant van de tour. Goed te zien was dat deze bruin van
kleur was. Niet grijs, maar bruin. Bruin van roest, in het Frans: la rouille.
Het was zoals de schepper van de dame, Gustave Eiffel, al eens had voorspeld: de toren zal eens gaan roesten en: “Verf is het essentiële ingrediënt om een
metalen constructie te beschermen en de zorg waarmee dat gebeurt, is de enige
garantie voor de levensduur”, ( G.Eiffel, La Tour de 300 mètres). En hoewel het verven wel gedaan werd, werd het niet met zorg
gedaan. Maar volgens mij is
schilderen is niet het definitieve antwoord op het verval. Alles valt nu
eenmaal uiteen in stof.Zelfs de sfinx van Gizeh mist een neus ter grootte van een meter. En
kijk naar de Amsterdamse kades: die brokkelen na 400 jaar ook uit elkaar als
een nat biscuitje. Stof wordt tot stof. Daarom zijn de Franse bestuurders licht
zenuwachtig geworden, want de toren is niet alleen maar een paar kilo ijzer,
maar een echt symbool van pure Franse trots. New York kan zonder vrijheidsbeeld,
Moskou zonder Rode Plein, maar Parijs en Frankrijk niet zonder la tour. De
toren is versmolten met de cultuur, hoewel het eigenlijk een nietszeggend
object is. Mooi en prachtig, maar een symbool? Waarvan dan? Maar goed, wie
naast het metalen wonder staat kan niet anders doen dan toegeven dat het een spectaculair
bouwwerk is. Om dit mirakel te redden, zal ik nu zelf een brief schrijven aan
de president van Frankrijk.
Ik schrijf daarin:
Palais de
l’Élysée
55 rue du Faubourg-Saint-Honoré
75008 Paris, France
Monsieur Macron, zeer geachte president van Frankrijk,
Graag wil ik met u mijn zorgen delen over uw mooie Eiffeltoren. Het trotse
symbool van de Franse natie. Ik heb geconstateerd en velen met mij, dat hij
bruin is geworden door roest. Een onomkeerbaar proces waarbij het ijzer
oxideert. La tour wordt zo heel langzaam opgenomen in de kringloop der natuur.
Omdat schilderen helpt, maar klaarblijkelijk het oxidatieproces niet geheel
stopt, stel ik voor de toren stap voor stap te ontmantelen en de weggehaalde
delen te vervangen door kunststof. Kunststof roest niet, het is sterk en
gemakkelijk te onderhouden. Deze kunststof maken we uit plastic afval dat we
vinden in de Parijse straten en stegen en in de Seine en in de Atlantische
Oceaan. De toren krijgt een nieuwe hergebruikbasis die de komende duizend jaar
zal blijven bestaan. De ontmantelde delen kunnen een bestemming krijgen op een
andere locatie, maar zij worden dan tentoongesteld worden in een zuurstofarme
zaal, waarschijnlijk achter glas. Uiteraard zal de actie tot zeer veel
controverses en hevige spanningen (mogelijk burgeroorlog) en uw aftreden leiden,
maar die spanningen en uw aftocht zullen er ook zijn wanneer het grote publiek
merkt dat de toren, door slecht onderhoud, een zeer gevaarlijk, duivels object is geworden dat brokken ijzer
spuugt. U heeft eigenlijk geen andere keuze dan in te gaan op mijn voorstel. Ik
hoor graag van u wanneer wij tot een persoonlijk onderhoud zullen komen om tot daadkrachtige
vervolgstappen over te kunnen gaan. Mijn kleine land is een meester in het
bouwen van dijken, tunnels en bruggen, dus ook torens vormen voor ons niet een
probleem, maar een prettige uitdaging.
Met vriendelijke
groeten,
S van Berkel, Les Pays-Bas
Telefon: 0316123456789
Nb: ik heb de burgemeester van Amsterdam, mevrouw F. Halsema,
eveneens een brief gestuurd over het
vervaardigen van kades en bruggen, uit hergebruikt kunststof. Zij heeft mij nog geen reactie gestuurd.
Er zijn niet veel mensen die hem of haar hebben gezien, maar ik zag hem wel, het was gewoon toeval. De roodbuikschildpad in de Haagse Hofvijver. Hij lag roerloos in de zomerzon, tussen blaadjes, in het water. Ik stond deze week op de kade, vlakbij het Binnenhof en zag een klein geschubd donkerbruin wezentje. Kopje boven het water, aan het genieten van de zon.
Ik vroeg me af wie hem in de vijver heeft losgelaten, want
van zo’n dier, hoe sloom ook, ga je toch houden. Je ziet hem kruipen, groeien, van
zijn gras genieten, met zijn oogjes knipperen en ’s winters lekker slapen. En
dan op een dag: in een zak, misschien wel in de nacht. Zijn baas mompelde afscheidswoorden: ‘En daar
ga je vriend, alleen in je nieuwe bad. Kijk daar heb je een eiland. Daar ga je.’
En ik denk: hij is niet de enige voor wie dit trieste lot geldt.
Er worden honden aan bomen gebonden, konijnen gedumpt in parken en parkieten
van het balkon geworpen. De schildpad heeft zich weten te redden, hij heeft de
vijver tot zijn reservaat gemaakt, maar ik vind dat het niet hoort. Hij hoort
beschermd te worden. Tegen mensen, ratten, vervuiling en kou. Goed, hij is een
exoot, zoals dat heet. Een toerist zonder verblijfsvergunning. Toch: ook daar
zorg je goed voor.
Maar ik heb een idee, want niet ver van het vijvertje, ligt het torentje en daarin werkt minister-president Mark Rutte, de leider van
de regering. Op internet zag ik dat de schildpad zelfs ‘Mark’ wordt genoemd. Nou, minister-president,
pak een rubberboot en vaar de vijver op. Vang de schildpad en neem hem mee naar
je torentje. Geef hem een warme plek in je werkruimte. Word de eerste mp met
een schildpad. Plaats hem in een terrarium en geef hem ook een aquarium. Praat
tegen hem als een vriend. Toon hem aan de wereld: aan Joe, aan Zelenski,
desnoods aan Poetin.
Mp, bescherm de dieren van de stad. Neem het op voor de
schildpadden zonder baas, de konijnen zonder kinderen, de honden op de
parkeerterreinen, de reigers bij de viskraam. Haal ze binnen en begin een
Haagse dierentuin en bedenk: een mens is een primaat, een aap. Een naakte aap
in een keurig pak.
Mijn laatste woorden: ook jij, minister-president, kunt ooit worden gedumpt in een reservaat. Bijvoorbeeld in de Oostvaardersplassen. En de dumpers waarschuwen je: '
Maar goed, dat was je al niet van plan, las ik in een blad
bij de kapper.
En nu zwemt roodbuikschildpad Mark zijn rondjes in de Haagse
Hofvijver, als een mini-variant van het monster van Loch Ness. Hij knipoogt
naar de toeristen, hij heft zijn kopje op. En als het kouder wordt, zwemt hij
naar het eiland. Hij weet dat hij alleen is. Hij zal gaan slapen. Maar op een
dag zou iemand nog een roodbuikschildpad in het water achter kunnen laten. En
liggen er eieren op het eilandje en iemand zal op zijn Haags zeggen – ik kan
dat niet nadoen-: ‘Misschien moeten we
die ooievaar vervangen door een schildpad, joh. Is wel een goed symbool voor
Haagse politiek, want ga maar na: je ziet hem bijna nooit, duikt voortdurend
onder water en ’s winters slaapt hij. En: hij kan zich noooooit iets
herinneren!’