Louis van Gaal belde me vorige
maand. Hij bood me een contract aan om te komen voetballen bij Manchester
United.
- -Ik heb een geniaal idee, zei hij, dat komt
omdat ik geniaal ben.
- -Wat is dat dan? Vroeg ik.
- -Het is een groot geheim, dus je mag het aan
niemand vertellen.
- -Ok.
- -Jij komt bij mij voetballen. Je gaat het
veld in en dan ga je langzaam naar de goal toe. Op 1 meter en 31 centimeter van
het doel blijf je staan. En niemand let op jou, want hunnie kennen jou niet.
Dus wat gebeurt er?
- -Ja?
- -Dus wat gebeurt er dan Van Berkel?
- -Eh..
- -Ze dekken je niet. Maar wij zijn slim. Zij
zijn slim, maar wij zijn slimmer en zeker ik. Want jij krijgt die bal van
Berkel en die ga jij erin schoppen. Hoeft niet hard, maar wel zuiver. Geniaal
niet?
- -Ja.
- -Luister: de tegenstander gaat totaal niet op
jou letten, dat is simpel as a cookie. Doe je mee? Je krijgt uiteraard geld.
- -Ik doe mee.
Ik kocht
twee voetbalschoenen en meldde me voor de eerste wedstrijd tegen Southampton.
Na de eerste helft werd het tijd voor het geheime wapen. Ik moest aan de zijlijn
komen en mijnheer van Gaal gaf aanwijzingen. -Luister van Berkel, zei hij, die
rooie, dat zijn wij en die man in het zwart, die klootzak, dat is de scheidsrechter,
die is altijd tegen ons. Listen, jij gaat bij de goal staan, je krijgt de bal
van Memphis en dan schiet je, right.
Alleen ogen dicht en schieten!
Ik
deed wat hij zei. Ging bij de goal staan. Niemand lette op me, of ik ook een
scheidsrechter was, of een doelpaal, of een hoekvlag. Ik stond daar maar naar
het gras te luisteren. De stand was nul tegen nul. Toen rolde de bal plotseling
naar me toe. Het was een witte bal met zwarte vakjes. Er was nog steeds niemand
om me heen. Ik zag nu de keeper. Hij had een grote wrat op zijn neus. Ik zette
mijn voet tegen het leder en gaf een punter. De bal sloeg gloeiend van de hitte
in de touwen.
Het
stadion ontplofte van blijdschap. Iedereen vierde feest. Op het scorebord
verscheen mijn naam in megakoeieletters, zo groot dat heel Manchester het kon
lezen. GOAL VAN BERKEL!!
En
dat was niet de laatste keer. De wrat moest nog zeker vier keer vissen van die
poeiers die ik losliet. Het was heerlijk doelpunten te maken. Had ik veel
eerder moeten doen.
De
volgende wedstrijd tegen Arsenal ging het weer hetzelfde. De coach van de
tegenstander verklaarde mijn doelpunten als absolute missers van de
tegenstander en ik was niet de moeite waard de verdedigers daarop te attenderen.
Dus
roste ik er ook die wedstrijd weer vijf binnen. Ik kreeg de bal steeds van die
Memphis, ook een Nederlandse jongen. Vreemde voornaam, hij had ook Wladiwostok
of Appingedam kunnen heten. Maar hij speelde me precies aan, op 1 meter en 31
centimeter van de goal. Ik leerde in deze wedstrijd ook bijzondere gebaren te
maken na een doelpunt. Ik deed de pijl en boog, de babywieg, de zuigreflex en de
luchtgitaar en de wat - hoor - ik – nu met een hand als een schelp aan mijn
oor. Ik probeerde ook de spagaat, maar toen scheurde ik uit mijn broekje.
Daarvoor kreeg ik een boete van de Engelse Football Association.
Ook
de wedstrijden hierna mikte ik 20 keer loepzuiver en werd topscorer. Ik kreeg
uitnodigingen voor Britse talkshows. Ik nam daarin graag plaats. The miracle
werd ik genoemd. Collegavoetballers noemden me de Bomber, de Blikopener, het Scheermes en de Guillotine. Ik weet niet waarom. Mijnheer van Gaal keek
tevreden. -De
tactiek werkt, zei hij na de training, die ik nooit hoefde bij te wonen. Je
bent beter dan die eikel van Persie. Die schopt echt geen deuk in a packet of
butter. Je krijgt je geld als ik hem heb verkocht. Inderdaad verscheen Robin
die week niet en kreeg ik enkele miljoenen bijgestort op mijn account. Best leuk,
dat voetballen.
Toen
veranderde ereen hoop. Tegenstanders kregen me nu eindelijk in de gaten en
doken op me zoals dat gebeurt in de rugbycompetitie. Meestal lag ereen heel
elftal boven op me, zodat ik na de match moest worden uitgedeukt door Larry, de
fysio. Een man met harde handen en een gedeukte ziel. ‘So now your nose is not
in your arse anymore,’ sprak hij grimmig. Gelukkig voor het elftal kon Memphis
wel scoren omdat de rest in de knoop van de scrimmage lag.
Op een
dag in december. Mijnheer van Gaal liet me bij hem komen. Hij zat achter een eeenorm
eikenhouten bureau. Overal hingen en stonden foto’s van Truus, zijn echtgenote.
Hij zag me kijken. – Zij bedenkt alle tactische foefjes, sprak hij bewonderend.
– Dacht je dat ik dat deed? Nee, zij is het genie in de familie, maar niet
verder vertellen, dat is alweer ons geheim.
-
Maar we gaan de cup winnen, dankzij jou kerel. 48 jaar en dan zo goed, jammer dat
we afscheid moeten nemen. Het geheim is uitgewerkt.
Ik knikte. Toen ik bij de deur stond, vroeg
hij:
- - Wat doe je eigenlijk in het dagelijks leven?
- -Ik geef lessen Nederlands.
- - Mm, ik zoek nog iemand die me Engelse les
wil geven, ik heb het gevoel dat ik weleens uitgelachen word.
- -Dag mijnheer van Gaal.
- -Dag van Berkel.
Toen ik de deur uitstapte
kwam ik een bekend gezicht tegen.
- -Heeee, zei ik, ben jij niet Johan Cruijff?
- -Nee, zei hij, ik ben Jasper Cillessen,
doelman van AJAX, ik kom hier voetballen. Maar dat is nog geheim. Ik heb net de
hele Nederlandse pers wijs gemaakt dat ik hier niet kom voetballen en dat ik mijnheer van Gaal niet gesproken heb. Dat
klopt ook.
- - Ja?
- -Ja, ik heb met hem ge-appt, dus ik heb hem
niet gesproken.
De
wonderlijke wereld van de voetballerij, vol mysteries, rare mensen en donkere geheimen.
Dat dacht ik toen ik thuis in mijn nieuwe
Noordwijkse villa zat, met achter het raam, de rode Ferrari. Ik kan helemaal
niet voetballen, dacht ik. Ik kan er helemaal niks van.
Ik
moet dit gedroomd hebben.