We bezoeken Miniworld Rotterdam. In een onooglijk gebouw zit een piepklein Rotterdam verstopt in miniatuurformaat. Een Rotterdam met treinen, havens, kranen. Je vliegt over de stad als een meeuw in de wind. Kleine Thijs is niet meer weg te slepen bij de allereerste treinbaan die hij ziet. Alleen kijkt hij schichtig als het licht langzaam dooft boven de skyline en het nachtleven begint. In de Kuip wordt gejuicht
bij alweer een doelpunt van Johan Cruijff, de voormalige Ajacied. Het is van bovenaf een vredige wereld, met kleine grapjes, zoals bijvoorbeeld Superman boven een havendok. De mensen gaan in hun auto's naar hun hightech kantoor, maar ook wel naar de dames achter rode ramen of ze drinken zich lam in cafeetjes. Maar meestal werken de kabouter Rotterdammers, 24 uur per dag, omdat de kabouter Amsterdammers het uit moeten geven.
Het is prachtig en we worden weer kind, het glanst in onze ogen. Thijs is op de terugweg, uiteraard met de trein, misselijk en hij geeft tweemaal over op het stof van de stoelen. We zochten haastig naar zakjes, maar die hadden we niet in onze tas. Opa schoot weg naar het toilet om papier te halen, terwijl oma troostende woorden sprak.
Maar het lag niet aan Rotterdam hoor, het is een prachtige stad. Vooral in het klein.
februari 2016