Luchtje
Met deze
‘Manhattan’ aftershave voor ‘echte mannen’ zal hij zeker succes hebben, denkt hij. Hij is toe aan een relatie, want
het woord ‘verkering’ daar is hij nu te oud voor. Op het flesje staat een
plaatje van een sixpackmijnheer en een wervende tekst: “Für Männer die kuhl
bleiben, auch wenn es heiss wird”. Hoe oud is hij nu? Vijfendertig en nog nooit een relatie gehad.
Daar moet verandering in komen. Hij pakt
het wondermiddel en sprenkelt met gulle hand op z’n borst, buik en zelfs in z’n
broekje, want je kunt nooit weten.
Blij als een kind
maakt hij dansbewegingen voor de spiegel en huppelt van de trap, zwaait
enthousiast naar de buurvrouw, maakt een kushandbeweging en stapt in het
mobiel. Veel te hard rijdt hij door drie rode stoplichten, met de radio op
volume tien en remt hard op het grindpad, voor de deur van het
advocatencollectief. Hij stapt uit en ziet wat beweging achter de ramen. Het
collectief reageert verbaasd op het
brute rijgedrag. Als de stofwolken zijn
opgetrokken, lachen ze hem toe. Ze lachen steeds harder. Hij stapt de afdeling
binnen en zegt veel harder dan ze van hem gewend zijn: ‘Goedemorgen allemaal,
gaan we er allemaal weer lekker tegen aan?’ En om dit te demonstreren maakt hij
een soort winnaarsbeweging met zijn rechterarm.
“Het gaat wel,” zegt een oudere collega
voorzichtig. “ Drie echtscheidingen, een kort geding over een te hoge conifeer en een ruzie
over een testament..”
“ Ik trakteer
jullie allemaal,” roept hij en merkt niet dat her en der de ramen haastig worden
opengezet. “Kom je even mee Jan?” roept de chef vanuit zijn kantoor. Tien minuten later is hij onderweg naar een
rechtbank in het verre oosten des lands en geniet alleen zelf van zijn lucht.
“Maar ach,” denkt hij, “het is een mooie dag
voor een fijne autorit. ” Op het kantoor van het collectief lapt men voor een beter
te verdragen aftershave. “Vijfentwintig euries bij elkaar,” mompelt de
secretaresse. “Dat is niet veel.”
“Ik heb nog een ongetrouwde nicht in
Apeldoorn,” zucht de chef. “Ze kan sinds haar jeugd niet goed ruiken, ik zal haar
vragen of ze een juridisch probleem heeft. Wij kunnen dat regelen. Als
advocaten kunnen wij alles regelen. Maar uit de maatschap zetten vanwege een
overdosis testosteron, dat kan ik niet. Heeft hij aan een van jullie gezeten,
dames?’
Het kantoor
zwijgt. ‘Hij kijkt niet naar ons, Kees,’ zegt Jenny van de receptie zachtjes. ‘Niet
naar de meisjes.’
‘O,’ de oude man
dept zijn voorhoofd. ‘Naar wie dan wel?’
‘Naar de heren,’zegt
Mark, de boekhouder. ‘Hij was een vrouw, viel op mannen, maar nu is hij een man
en valt nog steeds op mannen.’
‘Akkoord,’ knikte
de oude man. “Ik vind het allemaal prima, als hij zijn werk maar goed doet.
‘Ik ga wel een
kop koffie met hem drinken,’ zegt Jeffrey, de stagiair. “Ik mag hem wel..eh..
enne.. ik ga zorgen dat hij een baard laat staan. Is harstikke hip joh. Heb je
geen aftershave nodig.’
‘Uitstekend Jerome,’zegt
de chef.
‘Jeffrey,’ zegt
de jongen.
‘Juist, Jeffrey.
Maar je weet dat ik op dit kantoor geen relaties goedkeur? Dan moet je naar
ander werk zoeken.’
‘Ik ben stagiair mijnheer,
ik heb al een aanbieding bij een reclamebureau.’
‘Dat is wel een
andere business.’
‘Ja, maar ik ben
creatief, ik pas daar beter. Op de Manhattan
aftershave zou ik laten zetten: Only try
this at home. Hij stopt omdat de
auto van Jan voor komt gegleden. Hij raakt een paaltje. Jan zelf komt snel naar
binnen rennen en ziet iedereen beschaamd naar hem kijken. ‘Ik ben omgekeerd,’zegt
hij. ‘ Na twee kilometer bedacht ik dat ik mijn tanden niet gepoetst heb. Je
kan niet naar een klant als je adem niet fris ruikt . Dus ik ga nu boven even mijn
tanden poetsen. Je moet lekker ruiken,vind je niet? Ik vind die aftershave die
ik vandaag op heb, die is helemaal niet lekker eigenlijk. Ruikt naar bedorven
vis. Wat kijken jullie naar me?’
‘Jeffrey wil dat
je een baard laat staan,’zegt Jenny.
‘En hij wil met
je uit,’ voegt Mark eraan toe.
‘Nee, nee, nee,’
roept hij, ‘ik heb bindingsangst, ik ben getrouwd met mijn werk. Ik vind het
heel lief Jef, maar ik kan het niet, sorry. Ik blijf koel, ook als het heet
wordt.’
“Wat een ochtend,’zucht
de oude chef. ‘Zijn we een advocatenkantoor of een praatgroep?’
‘Wij praten
nooit,’ zucht Mark. ‘Wij werken slechts. Maar sinds Jan hier is, is alles
anders. Ik ben blij met hem. Doe wat je niet laten kan Jan, wees jezelf.’ En het kantoor gaat weer blij aan het werk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten