Ik ben niet
iemand die zich snel druk maakt om zijn financiën, maar die voorjaarsweek werd
vrijdags het salaris niet gestort op mijn rekening. En daarna in het weekend
ook niet, logisch. Ook op de volgende maandag gebeurde er niets. Ik zocht een
telefoonnummer en belde het hoofdkantoor. Een medewerkster gaf een flauwe
reactie: ‘Stuurt u maar een mailtje naar uw consulent.’ Dat knaagde toch wel,
na een uur zonder reactie. Ik appte een andere medewerker. Ze zou ook bellen
met het hoofdkwartier. Wat bleef die maandag was een stilte. Ook dinsdagmorgen
kwam er geen witte rook uit de loonschoorsteen. Met mijn gezin reisden we naar het
schone Antwerpen. Toen bekroop me toch wel een grotere ongerustheid. Terwijl we
in het hotel zijn, die middag, belt een medewerker dat het loon nog die dag
gestort zal worden. Maar dat blijkt niet waar te zijn. Gelukkig ben ik altijd
redelijk zuinig en heb ik geen grote verplichtingen.
In mijn Vlaamse
hotelbed, in het holst van de nacht, ga ik de mogelijkheden na: een boze brief
sturen, langs het kantoor gaan en het toetsenbord van de secretaresse afbreken.
Maar dat zal niet helpen. Het beste is te gaan slapen en de kalmte te bewaren.
Vreemd dat zo’n gebeurtenis een schaduw over je vakantie kan werpen. Vanuit Nederland wordt een voorschot overgemaakt, op dinsdag, rond het middaguur. Maar dit voorschot staat pas de volgende morgen, woensdag, op de rekening.
Geen echte
ramp, maar vooral omdat ik nauwelijks iets hoorde over het verloop, werd ik er
niet gerust op. Dat had ik niet van
mezelf verwacht, want het gaat altijd goed.
Helaas zijn
geldelijke inkomsten in onze moderne wereld de wortel van ons bestaan. De
vertraagde betaling maakte me daar weer van bewust. Een slapende
afhankelijkheid, van money, maar ook van anderen die daarvoor moeten zorgen.
Gedachten over banken die omvallen stop ik als een struisvogel in de grond.
******
Geen opmerkingen:
Een reactie posten