Het Oranjehotel
We schuifelen door de gang
van de gevangenis. Langs de oude Duitse kruizen van de executieplek.
De meeste deuren van de strafinrichting zijn dicht. Door een luikje kun je naar binnen kijken.
Het zijn kleine hokken, van beton. Hoge lichtvensters, traliewerk.
Het drama is weggestuct. Geen
teksten meer te zien. Glanzende witte muren.
De artiest Drs. P. zat
hier ook. Had een onschuldige grap over Hitler gemaakt.
Extreemrechtsen hebben moeite
met geintjes.
Cel 601 is nog zoals het was. De originele cel.
Een bed, een tafeltje. Op
dat bed mocht de terdoodveroordeelde niet zitten. Aan het tafeltje
mocht hij een
afscheidsbrief aan de familie schrijven.
Hoe lang kun je wachten op
je eigen dood?
De wanhoop klopt op de
muur.
In de ochtend zijn er
harde stemmen gekomen.
De veroordeelde wakker
geslagen. Door de gang geschopt.
Naar het poortje.
Het poortje dat er nog is.
Een groene poort.
De poort is de toegang
naar de dood. Naar de Waalsdorpervlakte, de executieplaats in de duinen.
Dit alles is zo
afschuwelijk en onrechtvaardig dat het schrijven erover bemoeilijkt wordt.
Toch wil ik dit naar
buiten brengen. Tegen onrecht, tegen ongenuanceerd denken,
tegen humorloosheid.
Als je voor de poort staat en je draait een kwartslag naar rechts, kijk je naar de duinen, naar de zee,
naar de oneindige wolken, de horizon, waar vrijheid en liefde spiegelen boven het water.
Februari 2025
Geen opmerkingen:
Een reactie posten