zondag 23 augustus 2015

Vannacht gedroomd

Vannacht gedroomd: ik opende de kofferbak van mijn auto en er lagen honderden briefjes van duizend euro. Wat moet ik ermee doen? vroeg ik me af.

zaterdag 22 augustus 2015

IKEA of de Zweedse gehaktballetjes



Last van bescheidenheid heeft het IKEA bedrijf niet. Van 10 kilometer afstand is de geelblauwe Zweedse, trotse reus te zien. Een grote doos met golvende platen, zonder ramen. Is dat Zweeds? Een gebouw zonder ramen?
Stap door de bescheiden draaideur naar binnen en volg de pijlen. Ik moet eerlijk zeggen: ik ben nog nooit ergens in een IKEA geweest, mijn meubilair werd door de westenwinden altijd keurig versleten afgeleverd.
Direct na een aantal meter valt de onderzoeker op dat er niet gekozen is voor het less is more principe; een toonzaal met hier en daar een kastje, een Herman Brood erboven en een spiegel voor het ruimtelijk effect.
IKEA heeft de ruimtes volledig volgeplempt met keukens, banken, tafels, stoelen en kindvriendelijke stapelbedden, zodat je door de Billies – voorzien van uitsluitend boeken met Zweedse titels- het Zweedse bos niet meer ziet. Daarom scharrelen er hier en daar vriendelijke medewerkers die het verschijnsel IKEA gekte herkennen en tegen wie je mag gillen. Uit het raam springen, zoals ik al zei, gaat niet.
Ook valt mij op dat de spullen degelijk zijn, maar niet zo degelijk dat ze een leven lang meegaan. Dat wil IKEA niet, want dan kom je niet snel genoeg terug.
Ja, de functionaliteit van de meubeltjes gaat boven de esthetiek, de schoonheid. Er zijn hier geen meubels die je echt mooi zou kunnen noemen.
Maar moet een keuken mooi zijn? Nee, in een keuken moet je kunnen koken. En een bank? Nee, een bank moet goed zitten. Een bank mag best lelijk zijn. Toch zou ik hem dan niet kopen, ik wil wel een toonbare, sjieke bank, die mooi past bij de haarkleur van mijn vrouw.
En dan de Zweedse gehaktballetjes. Ze zijn weer terug van weggeweest nadat bleek dat  het paard van de IKEA bedrijfsleider uit Boedapest erin was verwerkt. Het beestje was 25 jaar en dan is het tijd om afscheid te nemen en verwerkt te worden in de bedrijfskantine. Zo stond het nu eenmaal in de arbeidsovereenkomst.
Maar hoe dan ook, het Zweedse woord voor gehaktbal, dat prijkt boven de slagerijafdeling. Het is een prachtig woord. Kottbulle, of iets dergelijks. Daarvan gaat het beslist lekkerder smaken. Maar ik heb ze niet kunnen testen. Weet iemand hoe ze smaken, laat het me weten.
Wel was de taart hemels. Maar wat voor taart het was weet ik niet, want er was nergens een beschrijving bij. Ik vermoed dat de paarden nu in de taart worden verwerkt. Als de meubels van de firma net zo lekker als de taart waren, dan wilde ik wel vaker naar IKEA.  
Mijn Thijs van vier spekte de beurs van IKEA vandaag met een speelgoedkassa en een afwasborstel. Echt rijk zijn ze dus weer niet van mij geworden en ik wilde hun gehaktbal ook al niet.
Voor de buitendeur stond een serie roodplastic stoeltjes. Ze zagen er hip en trendy uit, echt iets voor mij. Maar ze zaten totaal niet.
Conclusie: een meubel kan er glossy uitzien en beroerd zitten, of een beroerd uiterlijk hebben en toch comfortabel zijn. De combinatie mooi, duurzaam en prettig zitten is heel zeldzaam.
Ik ben de eigenaar van een mooie bank die ook nog heel lekker zit. Mijn probleem is dat ik  geen tijd heb om erop plaats te nemen. Ik ben altijd in beweging. Zoals vandaag naar IKEA in Spaarnwoude, geelblauwe schoenendoos met vriendelijke mensen.      


vrijdag 21 augustus 2015

Schilderwerk Sjoerd van Berkel op: www.sjoerdvanberkel.nl

 
Een meisje getekend met pastel
 
Dit zijn mijn eerste schilderwerken, gemaakt zo rond 1997. Meer werk is te zien op: www.sjoerdvanberkel.nl
 
 
 
                                            Vogels in de herfst
 
 
 

Vulkaan in Guatemala

woensdag 19 augustus 2015

Suzanna


Hij werd wakker naast zijn vrouw en riep: ‘Suzanna, ik hou van jou!’
Maar zijn vrouw heette Marijke, dr. Marijke de Boer, befaamd biologe,
gespecialiseerd in slangen en spinnen, en ze hoorde wat hij riep en was
erg boos.
Eerst was hij bang dat zij haar collectie in huis levende slangen en
spinnen op hem los zou laten, maar dat deed ze niet. Ze wilde niet meer
met hem praten, maar doorzocht zijn telefoons, agenda’s, computers en
ontdekte een Suzanna, een dametje van 85, die hij geholpen had met
verhuizen.     
Een vriend van hem, met wie hij de toestand besprak in de kroeg, had
een briljant idee. ‘Maar het kost wel veel geld,’ fluisterde hij, ‘ik moet ze
wat schuiven,’ snap je. Ze schudden handen en de volgende week reed
hij naar Schiphol. De beambte herkende hem aan de blauw geverfde
snor.  ‘De doos staat bij de E-pier met de S van Suzanna erop,’ zei hij,
‘ga nu snel.’  Even verderop vond hij achter een prullenbak de doos met
zijn bijzondere inhoud.
Hij reed tevreden weg. Thuis verstopte hij de spullen in de schuur. De
volgende dag was Marijke jarig. Ze werd 40. Zijn hond Lobbes, een
kolossale kruising tussen een Sint-Bernard en een Labrador, zong
kwijlend mee met het verjaardagslied. Daarna was het moment van het
cadeau geven. Hij plaatste de doos voorzichtig op de tafel. Marijke keek
verbaasd naar het kerstinpakpapier, maar ach, dacht ze, het zal vast
goed bedoeld zijn. Hartje zomer. Sail Amsterdam vlak bij de deur. Onder
het papier kwam een glazen bak tevoorschijn.
‘Dit is Suzanna,’ zei hij glimmend van trots. ‘O,’ zei zij, ’wat een schatje.’
Zij keek ademloos naar de illegaal het land ingesmokkelde
rozeteenvogelspin. Een tien centimeter groot, grijsbruin beestje met
acht dikke harige poten, met haakjes eraan om zich vast te klemmen.  
‘O, wat lief van je,’ kirde Marijke, ‘sorry, nu begreep ik waarom je
Suzanne riep in je slaap, o, wat is ze mooi.’
Hij zette een muis neer op de grond en Suzanna kroop nieuwsgierig
naderbij om dat beestje eens te gaan besnuffelen. De muis merkte nog
niets.
‘Wat een lieverd, die avicularia metallica, ‘ sprak Marijke ontroerd en op
dat moment kwam Lobbes binnen. Stom, hij had de deur dicht moeten
laten. Want Lobbes was zeer paniekerig voor muizen, niet voor spinnen.
Als hij een muis waarnam dan begon hij rare sprongen te maken, te
blaffen en alsmaar rond te draaien, van angst. Soms poepte hij, gewoon
van schrik. Nu schrok hij dan ook heel erg toen hij de muis zag.
Misschien dacht hij dat de muis hem op zou gaan vreten, want hij blafte,
hij poepte en maakte een fatale sprong. Zijn 65 kilo’s kwamen vijf
centimeters van de grond, zijn poten draaiden opzij en hij leek zo op
een Russische balletdanser, klaar voor het applaus.
Als in een vertraagde film zagen de man en Marijke de buik van de canis
familiaris op Suzanna landen. Er was even een korte klak, zoals het
geluid van een deur die dichtwaait in het slot, door een zomers briesje.  
‘Ga weg rothond!’ gilde Marijke en ze schopte in de lucht zoals een
voetballer een bal op de pantoffel wil nemen voor het winnende
doelpunt.  Lobbes veerde op, gleed weg, en een dure vaas viel in
peperdure, niet meer te repareren stukjes.
Ze staarden met open mond naar de lieve rozeteenvogelspin, die zo plat
was dat het leek of er zojuist de intercity Den-Helder- Maastricht
overheen gereden was.
‘Nee!’ riep zij.
‘Nee!’ riep hij woedend.
‘Dood!’ riep zij.
‘Als een pier!’ riep zij.
En de muis glipte de kamer uit en lachte breed.
Daarna hebben zij Suzanna plechtig begraven in hun tuin op het
spinnenkerkhofje, naast de pruimenboom. Dat kerkhofje was ooit zijn
idee geweest. Ze hadden nu ook een slangenkerkhof, naast de hibiscus.
‘Je hebt onze relatie gered vriendje,’ snikte Marijke. ‘Hoe kon ik zo
jaloers zijn om te denken dat hij naar een andere vrouw zou kijken.’
En hij, de man, wist plotseling weer wie Suzanna echt was: dat meisje
dat hij laatst bij de koffieautomaat had gesproken, toffe stagiaire. Hij zou

haar eens mee uit vragen, als Marijke weer eens in de jungle rondhing. 

dinsdag 18 augustus 2015

Bibliotheek 2.0 in een buitenwijk

Onze bibliotheek is een kleine bibliotheek op een tochtige hoek naast een winderig winkelcentrum. Ik kom er graag, vanwege de literatuur, de reisverhalen, fotoboeken en waargebeurde stories. Maar de laatste tijd merk ik dat de bieb verandert. Boeken worden verkocht of gaan naar de versnipperaar. De rekken worden leger. Zelfs grote schrijvers als Hemingway zijn niet gemakkelijk meer te vinden. Daarvoor moet je in de computer kijken en het boek ergens bestellen.
Nu is een grote verbouwing bezig naar bibliotheek 2.0, het moet een nieuw mediacentrum worden. Nou ja, zo is het, de tijd gaat door, niet alles zal hetzelfde blijven.
Maar zelf, in mijn hart, verlang ik naar een stoffige, saaie bibliotheek, met een zure bibliothecaresse, en eindeloze, eindeloze rijen boeken, metershoog, verborgen voor het daglicht. Boeken die ruiken naar oud en beduimeld, naar okselzweet, geheimen en avonturen. Een bibliotheek waar je een dag kunt verdwalen en je verbazen over de ijver en de nauwgezetheid waarmee de zalen zijn opgezet en bijgehouden.
Maar ik heb er vrede mee dat het allemaal verandert, zo gaat dat nu eenmaal, we schrijven ook niet meer met een ganzenveer. En daarnaast zullen verhalen altijd blijven bestaan. Zolang er mensen zijn.
Misschien kan ik een mooi verhaal schrijven over de bibliotheek die ik zojuist beschreef.



maandag 17 augustus 2015

Regen, regen, een vrolijk liedje in het Midden-Oosten

Regen, regen, het houdt vandaag niet op. We blijven drijven in de nattigheid. Vandaag ben ik toch op de fiets naar de stad gereden. De wifi heeft het thuis begeven en nu heb ik een ander kastje gekocht. Bij binnenkomst in de winkel eerst maar even met een doek de bril gepoetst en de haren gedroogd, want water en stroom, dat gaat niet goed.
Pas ook op met losse eindjes van je stroomdraden. Als daar een poetsdoek overheen gaat kan je een prik krijgen. Ik heb daar ervaring mee.
Wanneer stoppen de buien? Dit lijkt wel herfst.
Mag ik  klagen over regen? Ja, ik ben een Hollander. In het Midden-Oosten bestaan vrolijke liedjes over regen die komt na zonneschijn. Zoiets als; Zoek de regen op, die is zo fijn, want een beetje regenval die moet er zijn, in de woestijn.

zondag 16 augustus 2015

Fontanabad Nieuweschans, augustus 2015



In Nieuweschans, vlakbij de Duitse grens, ligt een thermaalbad. Het water in dit bad is gevuld met allerlei mineralen, onder andere magnesium, chloor, natrium. Het zou heilzaam zijn hierin te baden. Men neemt een bad gedurende een half uur, waarna men vijf uur rust neemt.

Het is aardedonker, hier in en om het hotel Fontana in Nieuweschans. Ik gluur tussen de gordijnen. Stikdonker. Maar in de verte wel dat gerommel, een diep geluid uit de aarde, alsof een colonne vrachtwagens over een brug rijdt. Maar nee, dit zijn geen vrachtwagens, daar is het geluid te diep voor.  Is dit het geluid van de gasboring?
Ik stort in het hotelbed en worstel even met het bedlampje. Ik doe mijn ogen dicht en dobber weer in het mineraalwater. Het is 36 graden, het proeft zout en het ruikt licht naar chloor, maar niet zoals in een zwembad. Het water draagt je ook meer dan in een normaal bad. Je kunt bijna blijven drijven. Een half uur mag je spetteren, dan doe je je badjas aan en ga je verder in het ontspanningsoord. Overal zie je die badjassen. Het park heet daarom het badjassenpark. De jassen hangen in de hangmatten en maken een wandeling over het blotevoetenpad. Een pijnlijke expeditie dat pad, met stenen, modder en leem. Je voeten worden er sterker van. Ik voel onder de dekens. Zijn ze sterker geworden? Wel moe. Ik val niet direct in slaap. Ik ben weer terug in de stoomcabine. Vandaag kwam er meloenstoom uit de pijp, in het midden van de ruimte. Ik wilde iets zeggen tegen Anja over de bruine tegelmotiefjes aan de muur, precies ons behang in de flat, veertig jaar geleden, maar ik mocht niks zeggen. Iemand riep heel hard: sssssssssssssssssssssttttttttttttttttttttt!  Alsof we in een tempel waren.
Zou dat gerommel met Lenin te maken hebben? Zijn standbeeld, een meter of vijf hoog, staat in het park, achterin tussen de bomen. Zijn jas waait van zijn gat en hij, de grote leider, wijst ergens heen. Niemand weet waarheen. Hij is hier terecht gekomen, zo lezen we op een bordje, omdat de streek Oldamt communistisch is. Wel, dan is er iets voor te zeggen om de thermaalbaden gratis ter beschikking te stellen aan de mensheid. Misschien dat Lenin daarover bromt.
Probeer te ontspannen, daarvoor ben je hier. Bij het ontbijt zaten we  naast twee lange, Duitse vrouwen, jong, blond en succesvol. Maar hoe dan ook, ze keken niet ontspannen, alsof hun verkering in tweevoud voorbij was. Maar sommige mensen kijken altijd zo, ook als ze vrolijk zijn. Bij de uitstalling met broodjes wordt door twee medewerkers luid gesproken over een verstekeling in het Fontanascheepshotel. De persoon 
is betrapt op het slapen in een kamer zonder daarbij het bed beslapen te hebben.
Ik hoop dat mijn zoon ook goed slaapt bij opa en oma. Vanavond heb ik voor het eerst in mijn leven in badjas in een restaurant gegeten. De ober droeg nog wel een normaal pak. Hij rekent af via een blauwe band die je om je pols draagt, want er is niemand die met zijn portefeuille gaat badderen. Op weg terug naar de kamer stond er plotseling, buiten, naast een boom, een man, of een vrouw, dat kon ik niet goed zien, in een Pinocchio kostuum naar me te lachen. Ik zie een lange neus verdwijnen achter een boom.
Nu ben ik wel klaar om naar dromenland te gaan. Daarin stoomt het, is het water heet en krijg je een perzikenhuid. Maar er zijn geen Lenins, alleen mensen die vrij en blij, alleen gehuld in een badjas, van zon, water en rust genieten. En in dat land hoef je daarvoor niet te betalen.