zaterdag 29 juli 2023

De duif en de ekster

 



‘Zo,’ zei de brutale duif. ’Jij draagt een mooi pak. Ik hou wel van dat kekke zwart-wit.’

De ekster keek met een arrogante blik naar de duif. ‘Jij bent een akelige, grijze mus,’ kraste hij. ‘Ik ben een duif,’ zei de duif. ‘Waarom spreekt u mij aan met ‘mus’? Waarom kijkt u zo op mij neer?’

‘U hebt niet het recht mij aan te spreken. Ik ben nu eenmaal de koning van de achtertuin en u moet wachten tot ik uitgegeten ben. Dus ga nu weg.’

‘U weet niet alles van mij.’

‘Dat wil ik ook niet.’

‘U zou nog raar opkijken. Ik, die grijze mus waar u over sprak, ik, ik, ik heb een groot geheim.’              De ekster dacht even na. Wellicht viel hier een voordeel te behalen. ‘Wat voor geheim?’ lispelde hij.

‘Niet verder vertellen?’

‘Ik zweer het.’

‘Goed,’ zei de duif en hij koerde heel zacht. ‘Ik ben supersupersupergoed in de weg zoeken en vinden. Als ik in de lucht ben, ik kan niet verdwalen, ik vind de weg terug altijd. Altijd.’

‘Ik lach me dood,’ fluisterde de ekster. ‘Wat u bijzonder vindt, is helemaal niet bijzonder. Iedere vogel, ook rare vogels, kunnen het.’

De ekster steeg op, draaide een rondje en riep vanuit de lucht: ‘Kijk dan! Ik kan het ook!’

De duif keek naar het zwartblauwe gevaarte dat naar rechts dook. ‘Dat is geen navigeren!’ riep hij. ‘Dat is vliegen, dat is..'

De ekster zag een schaduw bewegen bij de duif. ‘Pas op!’ riep hij. ‘Een kat!’ Maar het was al te laat en de duif verdween in de bek van een Cyperse kater. Het beestje schoot in de bosjes met de prooi slap hangend tussen de tanden.

De ekster was erg geschrokken van het voorval en vloog snel weg. In paniek steeds verder van de tuin. Hij daalde, steeg en streek neer op een fietspad. De eerste fietser wist hem nog te ontwijken, de tweede reed over zijn staart. Het deed hem vreselijk pijn. Hij hipte weg naar de struiken en dacht aan zijn vrouwtje dat nu boos en ongerust zou zijn over zijn lange afwezigheid.

Hij probeerde te vliegen en dat lukte, maar hij miste zijn roer, zodat hij schommelend door de lucht ging. Uitgeput stortte hij neer in zomaar een tuin en bleef eenzaam en in verwarring liggen. Een hond ontfermde zich over hem. ‘Hoi,’ sprak de hond. Het was een groot, donker en langharig exemplaar met droevige ogen. ‘Hoi,’ zei hij nogmaals. ‘Wie bent u?’

‘Ik ben een ekster,’ zei de gevallen vogel. ‘Ik ben de weg kwijt, weet u misschien hoe ik terug kan komen in een tuin met een rode deur en een blauw schuurtje en twee halfdode coniferen?’ “Ik kan je niet helpen,’ zei de hond op een melancholische toon, ‘Ik weet het ook niet. Ik zit hier sinds gisteren. Godzijdank. Ik ben door mijn baas aan een boom gebonden. En nu ben ik hier, dit hier is een dierenasiel.’

‘O, nou, mijn vrouw denkt vast dat ik dood ben.’ ‘Ah, u bent getrouwd, dat is verdrietig zeg. Wat is er gebeurd?’  Hij kwijlde. ‘Ik heb een duif uitgelachen en ben geschrokken van een kat. Die vrat de duif op. Ik heb het zelf gezien. Het was een vreselijke misdaad. Hoe kan dat toch gebeuren in dit land? Ach, het is verschrikkelijk. Ik ben ontsnapt, maar nu ben ik de weg kwijt.’

‘En uw staart is een puinhoop.’

De hond was nog niet uitgesproken of een groot vangnet werd om de getroffen ekster gevouwen en hij werd meegenomen naar een ruimte om onderzocht te worden. Daarna stopte men hem in een kooi. Zo beefde hij daar die nacht en had diepe spijt van zijn opmerkingen naar de duif. Hij kraste in zichzelf en snikte. Plotseling hoorde hij een bekende stem naast hem die zei: ‘Kijk nou eens, daar is ekster. Nou dat is toevallig. Wat is er gebeurd?’ De ekster kon de vogel die dat zei niet zien, maar hij herkende duidelijk de duif. ‘Duif!’ riep hij uit. ‘Of ik ben nu dood en spreek met je in het hiernamaals of er is een wonder gebeurd!’

‘Een wonder,’ zei de duif opgewekt. ‘Ja, het is een wonder. Een echt wonder. De kat, de criminele aanvaller, schrok ergens van toen hij met mij liep en liet me voor dood achter. Kinderen hebben me opgeraapt en hier naar toe gebracht. Ik mis een pootje. Hoe gaat het met jou?’

‘Ik mis een pen uit mijn staart, maar erger is dat ik jou zo heb beledigd. Het spijt me,  als we niet zo hadden gesproken dan was dit allemaal niet gebeurd. Kun je me vergeven?’

De wolharige hond jankte, hij luisterde stiekem mee.

De duif koerde: ‘Ik vergeef het je, en nu moet je niet meer janken, er zijn genoeg vogels die na een slecht leven eindigen als pasteitje.’

De ekster zweeg beschroomd en wenste hem een goedenacht.

Een week later werden zij beiden tegelijk vrijgelaten in de achtertuin van het asiel. Ze stegen met trots en zelfvertrouwen op in de blauwe lucht.

De duif vloog voorop naar de plek waar het misdrijf had plaatsgevonden. De ekster volgde en landde. Hij zocht zijn vrouw.

Daar zat zij.

‘Zo,’ sprak zij onderkoeld. ’Ben je daar weer, laf stuk ekster? Zo stoer mij in de steek te laten. Zak toch in de vogelstront.’ ‘Het spijt mij erg,’ beefde de eksterman. ‘Dat zal best,’ krijste ze. ‘Maar ik heb nu geen tijd, ik  moet gaan..’

‘Maar schatje, ik kan het uitleggen..’

De vrouw knikte met haar kopje naar een man op de schutting. ‘Wij hebben een nest,’ sprak deze zelfgenoegzaam. De ekster slikte. De duif liet een traan van medelijden. ‘Ik ben ook alleen,’ zuchtte hij. ‘Mijn vrouw is dicht bij de zon.’

Ze zwegen. De eksterman en vrouw zaten op een appelboom. ‘Het komt goed,’ sprak de duif. ‘Als het voorjaar komt, zal er nieuw geluk en nieuw leven zijn. Hij nam plaats op de voet van de parasol, deed zijn ogen dicht en steeg op naar de duivenhemel. 

De ekster wilde ook dood, maar hij richtte zich  eerst naar de andere eksterman. Als een kogel vloog hij recht op hem af en boorde zijn snavel diep in diens borst. Er klonk gekraak, gefladder en de man stortte uit de boom, en bleef liggen met de pootjes omhoog. Niet ver van de gestorven duif. De kat zag het gebeuren en zei hoofdschuddend: ‘Wat een geweld, waar is dat toch allemaal voor nodig. Het is een schande!’

Twee eksters poepten tegelijkertijd op zijn kop en vlogen naar een nieuw groot nest in een oude beuk.

En de geest van de duif zag dat het goed was.

 

zondag 23 juli 2023

De literaire komma


Hierboven een portret van mijn hoofd getekend door een onbekend meisje tijdens het Kaeskoppenfestival. Het onderstaande verhaal is geheel verzonnen en heeft geen relatie met de schrijver/verteller Van Berkel, behalve met zijn grote duim.

Ik weet het niet. Ik weet het niet. Ik nam de lift naar de 36e verdieping en stond tussen mannen in zwarte pakken die vloeiend Russisch spraken en die naar drank en sigaren roken. Ze droegen donkere zonnebrillen en ik weet het niet, ik denk dat ze me wilden vermoorden. Ik wurmde me tussen ze door en zij vlogen door naar boven.

Ik stapte uit op de 36e en stond op de teen van een hip type met lang golvend grijs haar. Hij had een knotje en overal kettingen om zijn nek. Kettingen met ieniemieniepenissen eraan. ‘You ccome for the interinterview?’ stamelde hij.  ‘Well,dicks don’t grow on trees. Welcome.’  Ik fluisterde: ‘Dicks on trees?’ Hij staarde me ongelovig aan. ‘You wait here.’ Hij wees op een barkruk. De ruimte, drie bij vier, keek via een groot raam uit op de skyline van Rotterdam en was voorzien van een wit, hoog tapijt. Aan de wanden waren posters met daarop erotische taferelen gehangen. Op de linker werd een vrouw bereden door zeker drie sportschooljongens met een vlinderstrikje. De poster daarnaast liet een literaire komma zien, in een verheven stand.

Ik weet het niet. Ik weet het niet. Ik heb zeker een aantal bedtaferelen opgenomen in mijn roman, op aanwijzingen van de veel te dure schrijfcoach Nicolette, die ik kende van de veel te dure schrijfschool. Ze zei: ‘Op bladzijde 33 wordt het tijd voor een penetratie. Het is bewezen dat het werkt, dus schrijf nu maar aan je wipjetripjehoofdstuk. En werk toe naar een Kilimanjaroclimax.’ Hoewel ik nog tegenstribbelde omdat het helemaal niet paste in mijn kinderboek, zei ze dat kinderen van nu niets liever willen lezen. ‘Straks word ik nog opgepakt,’ protesteerde ik. ‘Publicity,’ zei ze. ‘Dat is dan ook pure publicity.’

Ik schreef dus verder en ik herschreef en Nicolette dramde door en zei dat schrijven schrappen was en schrappen was schrijven en ik moest niet denken dat ik iets kon. Of iets voorstelde. En of ik soms op de slushpile wilde blijven liggen? Dus ik deed braaf wat ze zei en droomde ervan mijn boek in de schappen te zien liggen van de Albert Heijn of Jumbo, want wij schrijvers liggen overal. Zelfs bij het tankstation.

Ik weet het niet meer, dat schrijven.  Nicolette heeft mijn boek ‘De literaire komma’ genoemd. Het gaat nu over een mislukte schrijver die komma’s van vooral bekende schrijvers fotografeert, door op toiletten verborgen  camera’s op te hangen.

Hij heeft in hoofdstuk vier al tweehonderd grapjes verzameld en de foto’s daarvan plakt hij in een boek. Hij heeft ook veel verdriet om Sergei, zijn Russische vriend die hij heeft ontmoet na een blowjob, langs een snelweg. Sergei, de vrachtwagenchauffeur, smokkelde meisjes in zijn cabine en regelde de betaling achter de gordijntjes. Maar Sergei hield ook veel van de schrijver. Sergei, de hoofdpersoon stopt zijn gereedschap nu overal in. In hoofdstuk vijf in de stofzuiger. Daarbij komt hij vast te zitten en moet naar het ziekenhuis. ‘Hilarisch,’ lachte mijn veel te dure schrijfconsulent. ‘Dit gaat sellen.’

Ik weet het niet. Ik stop al mijn geld in dit schrijfplan, maar er komt niks uit. Plotseling staat er een man voor me. Hij is vrijwel kaal, zeer gedistingeerd gekleed, in een smetteloos wit pak. Hij wijst naar een bureau. ‘Sit down,’zegt hij vriendelijk. ‘Welcome to our publisherhouse Adult Dreams.’ Ik versta hem wel, maar begrijp hem niet. Adult dreams? Ik kijk naar zijn helblauwe ogen, zijn zorgvuldig geknipte moustache en snap ineens mijn vergissing: ik had op de 63e verdieping moeten zijn bij publisherhouse Literary Dreams. Mijn mond wil open gaan en roepen dat het fout is, maar de man tegenover me heeft zo’n charisma. Hij stelt me gerust. ‘You can write so good, we love it, that’s why you are here. Don’t  you worry.’ Dit moet een vergissing zijn. Ze bedoelen iemand anders. Uit een la trekt hij een papier. Legt het neer. ‘Let’s sign the contract. You write the books and the scripts for our movies. What do you want to earn? Fifty thousand a year? To start with?’ Ik kijk hem aan. Mijn colbertje kriebelt. Mijn handen zweten. Hoe is dit mogelijk? Ik snap nu de posters: ik ben bij een porno-uitgeverij. Maar vijftigduizend per jaar kun je niet laten liggen. Ik pak de pen en knik. Bevend zet ik mijn handtekening. Ik kan mijn baan als conciërge opzeggen. De man aan de overkant lacht nog breder en slaat keihard op mijn schouder. ‘Let’s rock and fuck!’ Uit een kastje haalt hij een fles whisky en ik drink er zeker zeven glazen uit, tot het begint te draaien. We nemen hartelijk, als vrienden forever, afscheid.

In de lift sta ik naast een sjofel type. Het is een man van mijn leeftijd die op me lijkt. Half kalende veertiger, brilletje, oud colbertje, saaie bruine schoenen. Zijn vale gezicht is zeker dat van een schrijver. ‘Ik heb een contract bij Literary Dreams,’ zegt hij plotseling. ‘Zo fantastic. Ik mag drie boeken schrijven. Ik ga zeker drieduizend euro verdienen,zei de uitgever.  Ja, ik ben op weg naar de top.’  Ik kijk hem aan en vraag me af waarom hij deze informatie met me wil delen. ‘Je gaat van me horen. Mijn boek gaat de literaire komma heten.’ ‘Waar gaat het over?’ vraag ik quasi belangstellend. ‘O, it’s about a writer and he makes pictures of dicks from famous writers.’  ‘Really?’ Ik weet zeker dat hij dezelfde schrijfcoach moet hebben.

We zijn beneden. ‘Nou succes,’ zeg ik tegen zijn schouders. Hij zwaait nog een keer. Ik neem de tram naar huis en stap binnen bij mijn vriendin. Zij is kapster en heeft van het knettergekke writingcircus geen flauw benul. Ik kan mijn teksten gewoon op zolder maken, of als ze slaapt en dan doen of ik een beroemd schrijver ben. In boekwinkels komt ze gelukkig niet. Ik wil dit geheim niet met haar delen. Ze is een schat, maar dit moet onder de dekens blijven.

Ik vertel haar veel te gaan verdienen en we beleven Spass tussen de lakens. helaas: het condoom om mijn literaire talent scheurt. Hemeltjelief. Weet je wat? Ik ga er een foto van maken en naar Nicolette sturen. Ik hijs me naar de badkamer en maak de picture van de slap geworden komkommer in zijn rubbertje. Zal ze hem mooi vinden? ‘Wat ben je toch aan het doen, liefje?’ roept mijn schatje.


zondag 16 juli 2023

Bezoek aan de dermatoloog: waar heb je een litteken aan over gehouden?






Ik heb twee keer  een verkeerde plek op de huid gehad. En die is twee keer door middel van een kleine ingreep verwijderd. De eerste keer gebeurde dat op een vrijdagmiddag. Kennelijk was er niet veel meer te doen in de kliniek, want het voltallige medische team was aanwezig. Gewoon voor de gezelligheid. We lachten hard met z’n allen, dat was bijzonder, want ik lag achterover op de snijtafel. Er was een verpleegkundige bij met een apparaat om me dicht te schroeien, mocht ik leeglopen. Het leek wel of de vrijdagmiddagborrel in de ok werd gehouden. Uit een speaker klonk Marco Borsato De meeste dromen zijn bedrog. “Ik draai hem altijd hard in mijn auto,’zei de pleeg. ‘Thuis mag het niet van mijn vriend. Hij vindt het vreselijk.’ De sfeer was prima. Toch fijn als je het lijdende voorwerp bent.

De tweede keer, weer een verkeerde plek op een andere plaats, werd ik door een huidarts geopereerd en deze lieve dokter, zij heette Adinda, zette een liedje op, via internetradio, voor de arbeidsvitaminen. Ze begon net met snijden toen een vrouw zong: ‘Let’s fuck!’   De dokter keek verbijsterd naar de radio. Haar mes stak omhoog.  ‘Wat is dat nou?’ vroeg ze. Dat vroeg ik me ook af. Een uitroep van een menselijke emotie. Daarvoor is geen plaats als je het lijdende voorwerp bent. Wel maakte ik mij zorgen omdat de snijplek in de buurt van mijn oor zat en de arts mij zou kunnen behandelen zoals Van Gogh zichzelf deed. Ik heb het bewuste rocknummer niet terug kunnen vinden en ook begrijp ik niet hoe of door wie het uitgezonden werd. Wel vond ik de bewuste dokter terug op Instagram. Een bijzonder bevlogen huidspecialist. De link naar een video met haar uitleg is:

https://skinsensible.nl/25-vragen-aan-adinda-van-ginkel/

Ik herinner me ook een nacontrole met een bijzondere gebeurtenis. Het was op een donkere middag in december. De dokter van de eerste operatie, bekeek mijn huid en wilde nog wat zeggen, toen het licht in de gehele kliniek uitviel en wij in volslagen duisternis zaten. De arts vloekte nogal stevig en scheen met zijn onderzoekslampje. Ik ging op de tast naar buiten. In de gangen schuifelden andere huidlijders.

Ik heb dus twee littekens aan de behandelingen overgehouden, maar erg vind ik dat niet en je ziet er ook niets meer van. Wel ben ik voorzichtiger geworden met zitten in de zon. Als ik buiten moet zijn, smeer ik me in met factor 500, zodat ik zo wit zie als een ijsbeer op een ijsberg.


dinsdag 11 juli 2023

Ode aan Alkmaar





15 juli t/m 17 september 


ODE AAN ALKMAAR 


Met honderd kunstwerken van honderd kunstenaars brengt Kunstuitleen Alkmaar deze zomer een Ode aan Alkmaar. 


Met een grote verscheidenheid aan kunstwerken, schilderijen, tekeningen, litho’s, foto’s, collages, textielkunst en poëzie, worden bekende en minder bekende plekjes van de gemeente Alkmaar in beeld gebracht. Uiteraard zijn de iconische plekken zoals het Waaggebouw, de Accijnstoren of de molen van Piet te zien. 

Ook plekken waar je misschien in eerste instantie niet aan denkt bij Alkmaar zijn in deze expositie te vinden. Het NXT-tankstation, de kippenbrug bij Oudorp en het indianendorp in Alkmaar-Noord blijken kunstenaars uit Alkmaar en omstreken te inspireren. De diversiteit van de gemeente Alkmaar is zowel in figuratieve als in abstracte kunstwerken vastgelegd. Bezoek deze expositie en laat je verrassen door deze veelzijdige kijk op Alkmaar. 


OPENING De tentoonstelling wordt op zondag 16 juli feestelijk geopend door wethouder van cultuur Anjo van de Ven. Dichter Joris Miedema draagt zijn gedicht ‘de achenebbisj’ voor, geinspireerd op zijn jeugd in Overdie. Je bent van harte welkom. Inloop vanaf 15 uur, opening om 15.30 uur.

maandag 10 juli 2023

Oude Kwekerij een muzikale zondagmiddag

Naast het concertcircuit en de theateragenda zijn er in het land her en der tientallen, misschien wel honderden bijeenkomsten voor muzikanten en optredenden. Die krijgen, in tegenstelling tot schuifdeurevenementen, geen geld voor het optreden. Om hoeveel artiesten het gaat in deze sfeer is niet bekend. Het bekendste zijn nog wel de optredens in Ruigoord. 

Zelf was ik gisteren in de Oude Kwekerij in Alkmaar en bracht er een aantal liedjes met de groep Fruitcompagnie, een cult gezelschap: https://vacuum-art.nl/page.php?5 Verder waren daar een vrouwenzanggroep, een Italiaans kinderkoor, een groep met country en rock-and-roll liedjes en een jazzy combo. De sfeer was ontspannen in het park. Het selecte gezelschap toehoorders zat niet op de betonnen tribune, maar onder de boom. En tuurde soms naar de hemel vanwege de aankomende regen. Hier onder wat foto's van deze bijzondere, ongedwongen middag.



                                             een jazzy combo...



een rock-and-roll gezelschap...


      een vrouwengezelschap....




                                     

                                           ....het publiek....


zaterdag 8 juli 2023

Moes Pekdemir de ijsjesman uit Den Haag




Vorig jaar, in de zomer, maakte ik een foto in Den Haag, van de kar van ijsjesman Moes Pekdemir. Hij blijkt twee maanden geleden te zijn overleden. Hij was een vriendelijk, bekend gezicht aan het Binnenhof. Ik hoop dat hij daarboven ook ijsjes mag verkopen.  
 

maandag 3 juli 2023

Het FortEiland IJmuiden

 



Op een lichtblauwe, winderige zondag rijden we naar de Kop van de Haven in IJmuiden. Het havenhoofd, vlak naast de cruiseflat die vanavond naar Engeland zal afvaren, is druk met mensen en auto’s die kriskras worden geparkeerd zoals dat alleen nog in IJmuiden City kan. We stappen op een witte, zomerse salonboot, de Emma, die ons naar het Forteiland brengt. Een tochtje van amper tien minuten, dwars over het kanaal. Opa en oma stappen het eerste uit en we vragen ons af hoe opa’s zwakke knie het zal houden in dat fort. Oma maakt zich zorgen om haar kapsel dat door de harde wind volledig uit model wordt geblazen. Ze begrijpt niet dat niemand van ons een kam bij zich heeft. Over het water glijdt een lucht van bedorven vis vermengd met diesel onze neus binnen.

Op het eilandje wacht een stoere gids die zegt nog in opleiding te zijn. We gaan enthousiast achter hem aan het spookhol binnen. Gebouwd in 1880 door angstige voorvaderen, bang voor een nieuwe Napoleon, een Duitse keizer of een Britse dictator. Voorzien derhalve met vijf machtige kanonnen om den vijand naar den kloten te schieten. Maar ja, het vliegtuig ontwikkelde zich bliksemsnel en veertig jaar later was het fort al volledig zinloos geworden.

Tussen de smalle, witte en hoge gangen zaten eerst de Henken en Jannen gevangen en later de Heinrichs en Friedrichs. Ze liepen de wacht, ze poetsten hun laarzen en ze schoten eens in de week met hun kanon over de woeste baren. De soldaten verlangden allemaal naar een baan op een trein, naar een eigen sigarenzaak of een job als belastinginspecteur. Niemand wil zijn leven zinloos slijten op een eiland waarin geen enkele vijand interesse heeft.

We gaan naar buiten, mijn zus en haar man staan als eerste boven. Het uitzicht is verre van deprimerend. Het is schilderachtig, het is adembenemend. Op de berg snateren meeuwen en we zien de pieren eindeloos uitgestrekt, links en rechts, alsof ze op het water liggen als een vlot. Een sleepboot glijdt voorbij als een verliefde zwaan. Overdreven diepliggende oceaanreuzen kruipen naar de veilige haven en de kosmisch grote sluisdeuren. De wind blaast over de eeuwige visfabrieken en de vlaggen op de vissersboten in de visserijhaven worden boos heen en weer gerukt. Het water schittert in de juli zon. De rode vuurtoren ziet er in dit sprookjesachtige licht slank en elegant uit. Een baken van trots en zelfvertrouwen.

Het is een groot feest hier op dit monument van oorlog, waanzin en verveling te stampen. Over een zanderig, stenen pad hijsen we ons omhoog. Mijn nichtje klaagt vandaag niet over de wandeling. De planten langs het weggetje zijn klein en stekelig en taai. Zo herinner ik me dit groen uit mijn jeugd.

De gids neemt na de afdaling afscheid. Hij staat naast een verdwaalde Engelse bom waar naast een verweesde zeemijn rust. Ze hebben gezelschap van een anker, misschien verlaten door een bejaard marinevaartuig.  

Daar is ze dan weer, de Emma. De kapitein zit voorop achter een roer. Het is een echte knuffelboot. Het contrast met het helse eiland kan niet groter zijn. Snel schieten we in het scheepje en meren aan op de Kop van de  Haven waar de chaos aan auto’s en toeristen zo mogelijk nog groter is geworden. Een oudere Poolse dame in een rood wagentje blokkeert het verkeer volledig en ze blijft staan alsof er niets aan de hand is.

Ik neem een scholletje ter afsluiting in het restaurant op de kop. Hier stond vroeger een viskar, naast een bunkertje. Die bunker is met  dynamiet opgeblazen en de viskar is in het kanaal gedumpt. Ik weet dat, want ik kwam hier vaak en mijn slaapkamer bood uitzicht op het Forteiland. Maar ik kwam daar nooit. Je kon er niet komen. Het lag als een puist op een kin in de havenmond.

De Emma vaart alweer verder. Een rondvaart over het gifgroene water met de  chemisch lichtgevende vissen en langs de rook brakende pijpen van de staalfabriek. Maar de duinen en de zee blijven onveranderd. Daar kan geen sluis, geen kanaal of kunstmatig eiland tegenop.