zondag 20 september 2015

Kinshasa in de ochtend meester Samuel wacht op de leerlingen



Samuel, met je huid zwart als de olie van mijn auto, zo maakt zijn zwager grappen over hem. Hij ziet hem toevallig langs toeteren in de wagen die uit drie andere wagens is gemaakt. Twee Volkswagens en een Renault. Op zijn oren heeft de zwager een headphone, ook zonder is hij het grootste gevaar in het Afrikaanse verkeer.
Samuel legt de brief terug op zijn versleten bureau. Als straks de kinderen komen, zal hij hem in de la stoppen en de sleutel desnoods inslikken.
Kinshasa ontwaakt moeizaam, elk ochtendgloren springen de seinen op groen voor de treinen van overleven. Velen zullen het avondrood niet beleven. En hij kan gaan. Hij, Samuel, 45 jaar oud, directeur van een school, kan gaan. Al heel lang schrijnt het en ik wil, ik wil, maar ik sta de pijn toe. De pijn vertelt mij dat jij er bent. Al heel lang. Jij met je blauwe ogen, blauw als het water van de Congo River, je beknelt mijn zenuwuiteinden.
Een schot over de rug van de bergen. Elke dag een dode. En daar dan, daar in de USA, woedt ook een oorlog, in de straten van de rijken. Elke dag. Wie kan zomaar zijn land verlaten? Zijn vader dat berichten en de man uiteen zien vallen als een brood dat te lang op de plank heeft gelegen. Zijn vrouw het vertellen, ze zal breken als een steen. Alicia, het is mijn schuld. De school, de buurt, het land, hij zal een verrader zijn. Het is waar, hij is een verrader van alles wat hem lief is. Dat maakt hem boos. Maar kun je boos zijn op een verleider? Iemand die je vraagt de oversteek te wagen? Te verdrinken?
Samuel staat naast het grote raam. Alles is te zien, de huizen, de vervuilde, arme mensen die kruipen naar hun werk.
De stem van de sirene is niet te zien. Onzichtbaar als radiogolven in de ether. Niemand zal het weten. Hij kan gaan of niet.
De bel gaat. Alicia staat achter hem. Hij draait zich om. Ze kijken naar de brief. Hij opent zijn mond en zijn lippen vormen een antwoord. Ze hoort het niet. Een tochtstroom tilt de brief op en doet hem waaien naar haar toe. Ze pakt hem van haar linkervoet. Ze ziet alleen de achterkant. Een afzender voorzien van een miniscuul portret. Een blonde jongeman.
Ze doet de deur voor mijn neus dicht. Ik hoor geen stemmen. De kinderen trekken me mee naar mijn lokaal. 

Naar een foto van G. Tillim  City Hall
www.huismarseille.nl
         






Geen opmerkingen: