Ik arriveerde bij de bushalte in Beverwijk. De jonge chauffeur stond naast de bus en rookte een sigaartje.´k moet even bijkomen, mneer,´zei hij. ´Iemand had poep onder zijn schoen en is daarmee door de bus gelopen. Het stonk zo verschrikkelijk, was niet normaal. Daarom heb ik achter het stuur een sigaar opgestoken. Dat is niet normaal, maar kotsen op de bus is ook niet alles.
Ik heb de wagen weggebracht. Maak hem eerst maar schoon, dacht ik.’ Ik zag het beeld voor me van een brakende chauffeur en wij erachter in de zure wind. De bus slipte, vloog over de vangrail en verdween in het Noordzeekanaal. Wij allemaal dood. Om nog onbekende redenen vloog een bus onderweg van Beverwijk naar IJmuiden in het Noordzeekanaal. Het opsteken van een sigaar in een rijdende bus kan ook tot taferelen leiden, want sommige mensen hebben een steeds korter lontje en pikken niks meer. En zeker geen rokende chauffeurs op een rijdende mesthoop. Een van die explosieve anti-rooktovenaars zou naar voren kunnen rennen om te proberen het rokertje uit de mond van de bestuurder te rukken. Die man liet zich dat niet gebeuren en probeerde zich de sigaar terug te eigenen. Ook in dat geval glippen we over de vangrail en verdwijnen we in de diepten van het ijzig koude Noordzeekanaal. Ook nu blijft de oorzaak aan de achterblijvers onbekend.
Ik stapte de bus in, prees de chauffeur voor het terugbrengen van de bak en zocht met mijn ogen het noodluik. Hoe maak je zo´n luik open? Heeft dat wel zin? Zo’n plons met bus is eigenlijk een zeemansbegrafenis. Ik stel voor dat ze ons op de bodem laten liggen.
Bus 74 vertrok. Hij was stil, elektrisch. Maar bij de hoek van de Kerkstraat werden we bijna geramd door een rood autootje. De chauffeur sprong op van zijn stoel, zwaaide met zijn armen en toeterde hard. Ik kan misschien beter voortaan een OV-fiets nemen. Ik word moe van mijn eigen fantasie. De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest.
Ik heb de wagen weggebracht. Maak hem eerst maar schoon, dacht ik.’ Ik zag het beeld voor me van een brakende chauffeur en wij erachter in de zure wind. De bus slipte, vloog over de vangrail en verdween in het Noordzeekanaal. Wij allemaal dood. Om nog onbekende redenen vloog een bus onderweg van Beverwijk naar IJmuiden in het Noordzeekanaal. Het opsteken van een sigaar in een rijdende bus kan ook tot taferelen leiden, want sommige mensen hebben een steeds korter lontje en pikken niks meer. En zeker geen rokende chauffeurs op een rijdende mesthoop. Een van die explosieve anti-rooktovenaars zou naar voren kunnen rennen om te proberen het rokertje uit de mond van de bestuurder te rukken. Die man liet zich dat niet gebeuren en probeerde zich de sigaar terug te eigenen. Ook in dat geval glippen we over de vangrail en verdwijnen we in de diepten van het ijzig koude Noordzeekanaal. Ook nu blijft de oorzaak aan de achterblijvers onbekend.
Ik stapte de bus in, prees de chauffeur voor het terugbrengen van de bak en zocht met mijn ogen het noodluik. Hoe maak je zo´n luik open? Heeft dat wel zin? Zo’n plons met bus is eigenlijk een zeemansbegrafenis. Ik stel voor dat ze ons op de bodem laten liggen.
Bus 74 vertrok. Hij was stil, elektrisch. Maar bij de hoek van de Kerkstraat werden we bijna geramd door een rood autootje. De chauffeur sprong op van zijn stoel, zwaaide met zijn armen en toeterde hard. Ik kan misschien beter voortaan een OV-fiets nemen. Ik word moe van mijn eigen fantasie. De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten