De man in Nederland wordt langer en langer – waar houdt dat eens op?- en dus ook hun handen en voeten. Ze leven op grote voet. Kleine jongens hebben al maat 45 en grote jongens minimaal maat 50. Ik ben blijven steken op maat 39. Dit is het gemiddelde van ouders die heel lang en heel kort zijn.
En dat geldt ook voor hun voeten. Zeeschuit en smurfenschoentje. En ik ben er tussen gebleven. En daarom vind ik bijna nergens een geschikte schoen. Ze zijn altijd te groot. Voor een geschikte loper zal ik naar Turkije of Griekenland moeten. Wel een goeie smoes daarheen af te reizen.
Ook de meeste ouwemannenpantoffels zijn te groot. Ik zocht een paar wondersloffen om bij de haard een pijpje te smoken en te mijmeren over despoken van het verleden. De verkoopster wees naar een rekje ergens achter in de verlaten zaak. Daar stonden gouden muiltjes voor lieve paaldansende prinsessen van veertig.
Vandaag was ik in de winkel om mijn kabouterslippers op te halen. Er waren ballonnen in de shop en ik werd onthaald alsof ik een voetbalvedette was op jacht naar speciale kicksen. Er stond een schaal met koekjes klaar en thee. En ja, ik zou een cadeautje krijgen. Maar nee, deze ontvangst was niet op mij gericht. Het was een actie om de stenen winkel te sponsoren. Want de mens van nu koopt zijn stappers online. ‘Het gaat moeilijk,’ zegt de verkoopster. ‘Daarom deze actie.’ Ik wil wel positief blijven en ik lach beleefd. Maar iets zegt me dat het lastig gaat worden.
De piepjonge verkoopster zet alles op de toonbank: de schoenen, een cadeautje, een kortingsbon, en nog een kortingsbon voor een ondernemer in dezelfde flink opgeknapte straat. Dus ik vermoed als ik daar ga winkelen dan een kortingsbon krijg voor de schoenenzaak. Dat kan lucratief worden.
De verkoopster wordt goed bekeken door de oudere verkoopster. ‘Ja, het is niet eenvoudig,’ zegt ze. “Je moet veel leren.’
Ik ga naar buiten en het weer is prachtig. Ook de straat is een feest om te zien. Er lopen veel mensen ontspannen rond. Ik probeer me een straat voor te stellen, in mei, op een zonnige dag, zonder winkels. Het zal ook stiller worden. De mensen allemaal aan hun beeldscherm gekleefd. Dat lijkt me niet te kloppen. Mensen zijn sociale dieren. Wat de winkelier deed was dus heel goed: verleiden met een koekje en een drankje. Misschien kan de bouwmarkt een biertap plaatsen? In de bibliotheek is ook al een restaurantje geplaatst. Want in Nederland wordt zowel de man als de vrouw langer en langer, maar ook luier en luier. Ik doe een gebedje voor de kleine, gespecialiseerde winkelier dat de mensen weer meer uit hun huizen zullen gaan om op een normale manier contact te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten