Rond zijn haar
geheimen,
rond is ook haar
lach,
rond zijn
alle vragen,
die ik niet
stellen mag.
Rond zijn haar
lippen,
rond is ook haar
hand,
rond zijn al
haar kussen,
elke keer
sta ik in brand.
Rond en rond,
draai me
rond,
in je
vierkant,
je boksring,
stuur me van,
hoek naar
hoek,
in een vloek.
Draai me
rond
rond en rond.
Lekker ding.
Ik wil naar
de maan,
ronde schijf
van geluk,
als ik kon,
nog even
door naar de zon,
op de fiets,
want daar is
zij,
maar wie ben
ik?
Ik weet het
niet.
Ik draai rond,
een antwoord
krijg ik niet.
Zij is op
haar balkon,
met een
kopje thee,
wat zeggen
de buren,
van
verdieping twee.
Ze is zo
jong,
ze doet maar
wat,
ze koopt
haar kleren,
gaat naar
een concert,
dat hert,
in de wilde
stad.
Ze lakt haar
nagels,
en ze heeft
een kat
maar wie is
ze,
die schat,
ze draait
rond en rond,
antwoord
geeft ze niet.
Rond zijn
haar woorden,
rond is haar
stem,
rond haar
verschijning,
en ik zit
klem.
Rond zijn
haar tanden
rond is ook
haar voet,
rond zijn al
haar tranen
als ze niet
weet wat ze moet.
Rond en
rond,
draai me
rond,
in je
vierkant,
je boksring,
stuur me
van,
hoek naar
hoek,
in een
vloek.
Draai me
rond
rond en
rond.
Lekker ding.
Ik wil naar
de maan,
ronde schijf
van geluk,
als ik kon,
nog even
door naar de zon,
op de fiets,
want daar is
zij,
maar wie ben
ik?
Ik weet het
niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten