Het licht ging uit. En de lift stond stil. Daarin stond Edgar.
‘Ik vind dit
niet grappig,’ zei hij tegen zichzelf.
‘Wat?’
antwoordde iemand.
‘Dat we hier
in het donker staan.’
‘Waar moet jij heen?’
‘Naar iemand.’
‘Wat heb
je?’
‘Van
alles.’
‘En jij?’
‘Ik ga wat
doen.’
‘Wat?’
Hij zweeg.
‘Je mag het
me best vertellen hoor.’
‘Ik ben
Edgar,’ zei hij tenslotte. ‘Jij?’
‘Cindy.’
Edgar
hoestte.
‘Ik was
buiten en dat was wel even wennen.’
‘Ja.’
‘Hoe lang
zal het gaan duren?’
‘Als er een
monteur is.’
‘Of de
brandweer.’
‘Is er een
telefoon?’
Hij voelde
langs de wanden.
‘Ja, hier.’
‘Probeer te
bellen.’
Hij drukte
op de toetsen.
Hij hoorde
een stem.
Het kan wel
even duren, zei de stem.
‘Waarom is
er geen licht in dit ding?’
De stem was
al weg.
Hij zakte
tegen de wand van de lift. Bleef zitten.
‘Mijn leven
is als deze lift,’ zei hij aarzelend.
Ze ging ook
zitten, naast hem. Ze
dacht na
over zijn woorden.
‘We zitten
wel droog.’
‘Het is hier
koud.’
Ja, koud en
donker.’
‘Ik weet
niet wat je hier hebt.’
‘O, dat.’
‘Het voelt
zacht.’
‘Ja.’
‘Mag ik het
gebruiken?’
‘Nu?’
“Ja, ik heb
het koud.’
‘Nee.’
‘Waarom
niet? Is het een jas?’
‘Nee.’
‘Een trui?’
‘Nee.’
‘Denk je
altijd alleen aan jezelf?’
“Je mag
tegen me aan komen zitten.’
‘Ik ken je
niet.’
‘Dan leer je
me kennen.’
‘Misschien
wil ik dat niet.’
‘Waarom
niet? Ik ben Edgar, ik ben een
man die
omhoog wil en daarna naar
beneden. Die
enthousiast is.’
‘Omhoog wil
en daarna naar beneden,
bedoel je
seks?’ ze klonk geschrokken en
kroop weg.
‘Nee, geen
seks. Kom terug. Ik heb het
over mijn
leven. Mijn mislukte leven.’
Ze
kalmeerde.
‘Mag ik je
hand vasthouden?’
‘Dat is
goed.’
Ze pakte
zijn hand. Haar hand voelde
klam.
‘Vertel.’
‘Het is niet
goed gegaan. Mijn vader sloeg me.’
‘Hoe vaak?’
‘Vaak. Ik
heb het niet geteld.’
‘En daarna?’
‘Van huis
weggelopen. Twee keer een KFC
overvallen.
Daarna wat in de shit
gehandeld.’
‘Shit?’
‘Dope, coke,
weet je.’
‘O.’’
‘En daarvoor
heb ik tien jaar in de Longe
gezeten.’
‘Dat is
lang.’
‘Ja. Waar
ruikt het hier naar? Heb je in
de poep
getrapt?’
‘Nee.’
‘Hoe lang
zitten we hier al?’
‘Tien
minuten.’
‘Waarom kan
dat licht niet aan?’
‘Geen idee.
Mag ik tegen je aan komen
zitten?’
‘Ok.’
‘Zo?’
‘Ja, is
goed.’
‘Cindy, jij,
wat heb jij gedaan?’
‘Niks
strafbaars.’
‘Dat bedoel
ik niet. In je leven, werk,
relaties.’
‘O. Ja. Ik ben
directrice geweest van een
heel groot bedrijf.’
‘Geweest.’
‘Ja, dat is
voorbij. Ruzie met iemand.’
‘Man, vrouw?’
‘Een vrouw.
Mijn compagnon. We hadden in bedrijf in
hondenpoepzakjes. Zij wilde me kussen, ze zei dat ze van me hield. Ik wilde
niet, wees haar af, toen is zij slechte
verhalen
over me gaan vertellen.’
‘Wat voor
verhalen?’
‘Ik vind het
moeilijk dat te vertellen. Maar ze vertelde dat ik naakt over het kerkhof
danste en het bloed van gestolen cavia’s dronk.’
‘Stil eens.
Ik dacht iets te horen buiten.’
‘Ik hoor het
ook.’
‘Stemmen.’
‘Heb jij
eten bij je?’
‘Nee.’
‘Ik ook
niet.’
‘Wat is dat
zachte spul waar ik tegen aan
lig?’
‘Dat is een
lang verhaal.’
‘Vertel. Wat
ruik je lekker.’
‘Dank je.’
Hij streelde over haar haren. Het
voelde
stevig en krullerig. Hij probeerde
zich voor te
stellen hoe ze eruit zag.
‘Ik was
vrijgekomen, twee weken geleden
en ik was
thuis. Er was verder niemand. De
meeste mensen, eh, je weet, als je thuiskomt na tien jaar staatshotel dan wachten er niet veel op je. Toen zag ik op tv een gast die hetzelfde
had
meegemaakt. Hij zei: je moet niet
wachten op anderen, je moet jezelf aanpakken, je moet een begin maken.
Een sterk
begin. Iets waar jij verder mee
kan. Hij was
basejumper. Weet je wat dat
is?’
‘Nee.’
‘Dat is
iemand die van hoogtes van
ongeveer
honderd meter naar beneden
springt.’
‘Nee,
supervet. Dus dat wou ik ook.
Ik ben met
een paar gasten gaan praten.’
‘En vandaag
wou je gaan springen?’
‘Yep, 185
meter, zo hoog is de toren.’
‘En daarom
zit je in de lift?’
‘Yes sir.’
‘Maar
waarom, ik snap het niet, dat is toch
hartstikke
gevaarlijk?’
‘Ik heb een
parachute.’
‘Ah, dus dat
is dat zachte spul waar ik op
lig?’
‘Alweer
goed.’’
‘Jezus man,
dit moet je echt niet doen.’
‘Dat zegt
iedereen, maar het gaat erom
wat ik ervan
vind. Niet die en die.’
‘Je bent
gek!’
‘Dat vind
jij. Hee, waarom ga je nu weg?’
‘Ik vind dit
zo vreselijk. Dus jij wilde naar
boven naar
de omloop op de toren en dan
hup er van
af.’
‘Nee, nee,
door het raam van het
restaurant.
Dat bovenste stuk van de
Euromast,
daar kom ik niet op.’
‘Door het
raam? En die mensen die daar
eten die
schrikken zich dan dood, joh. Dit
is belachelijk!
Ga iets anders doen voor je
vreselijke ego. En, en, dit heb jij toch
helemaal
niet nodig. ‘
‘Ik vind van
wel. Als moment om weer
goed te
beginnen, begrijp je.’
‘En de
politie dan, heb je daar aan
gedacht? Ze staan je alweer op te wachten.’
Hij kuchte.
‘Dat is
waar. Nee, niet aan gedacht. Dat is
niet
prettig.’
‘Dus?’
‘Nou ja, ik
zit toch hier.’
‘Dus?’
‘Misschien
een andere keer.’
Ze zwegen.
Hij dacht aan een stevig
verhoor dat
zou volgen. Justitie zou weer
naar hem
kijken. Dat onbekende mens had
misschien
gelijk. Hij moest iets doen,
springen,
maar niet van de Euromast.
Hij werd
misselijk van het idee aan het
Openbaar
Ministerie.
‘Ik hoor
weer geluiden buiten,’ zei ze. ‘Ze
zijn bezig
ons te bevrijden.’
‘Ja, kom je
weer hier zitten?’
Ze vleide
zich tegen hem aan. Hun lippen
zochten
elkaar. Het voelde of hij vleugels
kreeg van
haar. Misschien moest hij naar
haar
luisteren.
‘Voelt goed
bij jou,’ zei ze. ‘En je zoent lekker.’
‘Wat kwam
jij hier doen Cindy?’
‘Ik wil het
er liever niet over hebben,
Edgar.’
‘Mm.’
‘Is dat ja of nee?’
‘Ik heb jou
ook alles verteld.’
‘Ik ga op
bezoek.’
‘Op
afspraak?’
‘Nee.’
‘Wat ben je
dan van plan?’
‘Niks.’
‘Wel. Je
gaat iets doen, kom op, vertel.’
‘Jij hoeft dat
niet te weten.’
‘Je gaat
iets uitspoken met die
compagnon.’
‘Je liegt.
Wat heb je bij je?’
‘Een taart.’
‘Lekker.’
‘Niet voor
jou.’
‘Jammer.’
‘Het is een
bijzondere taart.’
Metaal
schuurde op de deur, het kwam
van buiten.
Hij schrok. ‘Het
is een taart met een bom.
mijn god, o
nee, shit, er zitten explosieven
in. Jezus,
laat ze opschieten.’
Hij duwde
haar opzij en hield zijn handen
tegen zijn oren. Ze zag het niet.
‘Rustig,
rustig. Het is poep. Het is een taart
met poep van
mijn hond Teun. Die wilde ik…’
‘Daarom
stinkt het hier!’
‘Ja.’ Ze
snikte.
Ze omarmden
elkaar.
‘Dat moet je
niet doen,’ zei hij zacht. ‘Je
wilde die
taart in haar bek douwen. Dat
moet je niet
doen.’
‘Nee, Maar
ze was zo gemeen.’
Ze zakten
weer tegen de zijkant van de lift.
De liftdeur werd opengetrokken. Twee
Monteurs,
een kleine en een hele lange,
schenen met
lampen naar
binnen. ‘Goeiemiddag,’ zei de kleinste.
‘Komt u maar
naar buiten.’
Even later
stonden ze voor de liften.
‘Alles goed?’
vroeg de langste. Edgar en
Cindy
knikten braaf als schoolkinderen.
‘Wat stinkt
het hier,’ zei de kleinste. ‘U
heeft hier
toch niet zitten schijten?’
Ze namen de
trap naar beneden.
Maar toen
zij beneden waren
aangekomen
en aan een drukke straat
stonden, wees Edgar plotseling naar een
man aan de
overkant die snel op hen
afkwam.
‘Wegwezen,’
riep hij, ‘dat is Bram v.d. E,
een hitman!’ Edgar draaide om en rende
de toren in.
Cindy hobbelde achter hem
aan, in haar
rugzak de taart. Hijgend
kwamen zij
boven.
Bram v.d. E.
nam de lift en zocht hen. Hij
verwachtte
dat ook zij de lift zouden
nemen.
Maar zij
kwamen aan de linkerkant uit
het
trappenhuis en konden daardoor
ongezien langs hem
heen glippen naar
het restaurant.
Hun vlucht
voerde langs etende mensen.
Plotseling
zag Cindy zag haar compagnon
Jeanet F. lunchen
met een onbekende
vrouw. Het werd tijd voor de afrekening.
Zij pakte de
taart, liep zonder aarzeling
naar haar
toe en drukte het gebak
met een klap
op het hoofd van F.
F. gilde
oorverdovend. Zij riep woorden
die we hier
niet op zullen schrijven en
krijste om
advocaten, schadevergoedingen
en heftige wraak.
Bram van den
E. reageerde op haar
tumult. Hij merkte
daarbij Edgar op, nam
zijn pistool
en loste een schot.
De paniek in
het horecadeel was daarna
immens.
Mensen
stoven alle kanten uit. Eten en
drinken ging
door de lucht, tafels vielen
om. Er was
gegil en geschreeuw.
Edgar opende
een raam om aan de dood
te ontkomen en bood Cindy zijn rug aan. Samen jumpten zij naar buiten. De val was duizelingwekkend, maar kort, want de parachute vouwde zich razendsnel open en zo konden zij zachtjes langs de toren naar beneden glijden. Tijd om ervan te genieten was er niet.
Bram v.d. E. vocht ondertussen met
een aantal
stevig gebouwde klanten en
met de
beveiliging. Hij werd met heel veel
moeite overmeesterd.
Vijf mannen zaten
daarbij boven
op hem.
Wat daarna gebeurde
Drie maanden
trouwden Edgar en Cindy,
naar
verluidt, in een lift van de Euromast.
Onder luid
geluich stapte het kersverse
stel naar
buiten. De receptie zou in het
restaurant
zijn geweest, maar we hebben
nog niemand
kunnen spreken die daarbij
aanwezig was.
Er gaan verhalen rond dat
Jeanet F.
tijdens dat feestje vuurwerk
heeft afgestoken
om de sprinklerinstallatie
in werking te zetten. Ook dat weten we niet
zeker. We weten evenmin waar Edgar en Cindy
zijn gebleven. Iemand zegt ze in Dubai te
hebben
gezien. Iemand anders beweert
dat zij in
Boedapest een kinderboerderij
zijn
begonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten