Deze week
was het nat ende vochtig. Op woensdag leverde ik mijn zoon af bij de pingpong
en dook de bibliotheek in, want als het donker en druilerig is, is de bieb een
aangename literaire herberg zonder de verplichting van de consumptie. Het
zaaltje was vrijwel verlaten en er waren enige medewerkers aan het overleggen
voor een bijeenkomst met tieners. ‘Welke film zullen we nemen?’ hoorde ik een
jonge vrouw vragen. Ik pakte ondertussen op goed geluk wat boeken uit de
rekken. Een daarvan bleek een werk van Auke Kok met de titel: 1936. Het vertelde over atleten die naar
een sportwedstrijd dachten te gaan, maar ongewild in Hitler’s propagandamachine
terechtkwamen. De bokser Ben Bril bleef thuis. De foto’s lieten de trotse führer zien die als een pauw over de sintelbaan paradeerde. Nu
had een van de sporters toe kunnen slaan. Bijvoorbeeld met een speer, een
kogel, een discusschijf. Het had een ongeluk kunnen lijken. ‘Sorry, ik had de
speer niet onder controle.’ Maar niemand deed iets. Zo jammer voor de
geschiedenis en de wereld dat die kwaadaardige geesten hun verderfelijke gang
konden gaan.
Toen ik de
bladzijde omsloeg, viel er een blaadje uit. Het was een oude boardingpass.
Vlucht HV….. met stoel 25 F. Naar Barcelona. De naam stond op die van ene mevrouw
LW.
Had mevrouw
LW dit boek mee op haar trip naar Spanje? Op internet had ik haar in twee
seconden gevonden. De foto toonde een vrolijke jonge vrouw aan een strand. Maar
kennelijk las ze daar ook over de misschien wel donkerste Olympiade uit de
wereldgeschiedenis.
Ik keek naar
buiten, het water gutste van de biebramen, zoals het hoort bij een avondje in
de bibliotheek. Ik wandelde de trap op naar boven en daar was het druk. Er
werden taalcursussen gegeven.
Dat was me
teveel lawaai. Het moet stil zijn in de leeszaal. Als in een klooster. Ik liep
naar buiten en hoorde zacht iets vallen. Later bleek dat dat de sleutel was van
het slot waar ik de fiets van mijn zoon mee aan het hek had vastgemaakt,
waardoor wij nogmaals door de nattigheid terug moesten fietsen. Naar de
bibliotheek. En ja, een medewerker, een jongeman, had de sleutel gevonden en in
een laatje gestopt. Oef. Opluchting.
Dus mijn
zoon achterop de fiets en ik stevig trappen. Onderwijl dacht ik aan de jonge
vrolijke vrouw met haar sombere boek. Kun je op een vrolijk strand onder een
stralende hemel lezen over nazi’s en hun holocaust? En hoe beleef je plezier
aan een verhaal over oorlog, oorlogsdreiging en ethische dilemma’s zoals wel of
niet verschijnen op het fuifje van de tiran?
Dat kan,
zeker. Juist, omdat je je dan extra goed realiseert hoe prettig het is
onbekommerd in de zee te kunnen duiken, je te bewegen waar je wilt, te denken
wat je wilt, onder de Spaanse zon. Het donker geeft het licht een extra
perspectief.
En zo is het
ook met thuiskomen met de verloren sleutel na een tergend zeiknatte tocht door
het duister. Pas dan is thuiskomen heel erg heerlijk. Net als thuiskomen in een
vrij land.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten