Spin Andre kwam aan een zelfgemaakt draadje naar beneden en zag mijnheer Vlas liggen snurken, met zijn mond wagenwijd open. Er kwam een redelijke tochtstroom uit, die Andre heen en weer deed slingeren. Toch wist hij dicht bij mijnheer Vlas te komen, die lag te dromen van zijn kantoor en belastingaangiftes. Hij droomde er over de jongste bediende
flink de wind van voren te geven. ‘Jij verdient straf!’ zei hij tegen de jongeman. ‘Jij verprutst
de aangiftes en denk erom: wel het juiste adres op de enveloppe naar de klant schrijven!’
Daarbij trok hij een streng gezicht naar de bediende en klopte hard op de tafel. De andere
belastingconsulenten deden of ze niets hoorden en rammelden door op de telmachines.
Ja, dat droomde mijnheer Vlas, met zijn mond wagenwijd open.
‘Zou daar binnen wat te bikken zijn?’vroeg spin Andre aan spin Manuel die naast hem aan
een draadje bungelde.
‘Durf jij te kijken?’
‘Ik wel!’ zei Andre en hij liet zich in de gigantische grot zakken. Het rook daarbinnen wel een beetje muffig. Hij zag de glimmende kiezen, vol metaal en onderzocht de tong van mijnheer
Vlas. Het was een enorme lap en het stond in een bol vorm, net of het ding te lang was voor de mond. Of de mond te klein. Hoe dan ook, het was een glibberige lel en hij liet zich er langs
zakken. Hij kwam nu boven een klep. Het leek het deksel van een stortkoker. Hij trok het deksel open en keek in een lange tunnel, de slokdarm. Er was geen licht, toch ging hij nieuwsgierig verder. hij hoorde een stem een liedje zingen! Hij zakte steeds verder weg. Nog een stukje en nog een stukje…en daar keek hij in de maag van mijnheer Vlas.
Het was een holle, hoge ruimte, het plafond was een boog. Het siste en borrelde en en af en toe ging er aan de overkant een deurtje open en werd er wat rommel naar buiten gewerkt.
In het midden lag een groot stuk slagroomtaart en spin Andre keek er verlekkerd naar! Hmm
wat een heerlijkheid! Hij watertandde ervan en wilde erop af, tot hij een stem naast zich hoorde. Het was dezelfde stem van het liedje dat hij eerst hoorde.
De stem van een bacterie, dat is een beestje dat leeft in je lijf, zonder dat je hem ziet, omdat hij heeeel klein is. Deze was lang en groen en had vier lange pootjes aan zijn lijf.
De bacterie stak één van zijn vier pootjes uit en schudde de poot van Andre de spin.
‘Ik heet Helico,’ zei hij. ‘En jij?’
‘Ik heet Andre,’ zei de spin.
‘Leuk je te zien..’
“Zong jij daarnet?’
‘Jazeker. Ik ben basbariton en ik heb zangles..’
‘Ik ben schoonmaker,’ zei Helico. ‘Ik doe klusjes voor mijnheer Vlas, maar hij waardeert het niet. Het is zo’n man die alleen zichzelf leuk vindt..’
‘Zo?’
“Ja, ja, ja, ik draag ook een speciaal pak, want het is hier supergevaarlijk…’
‘Echt?’
‘Ja, het is heel zuur… ’
‘Zuur? Ongelofelijk… !’
‘Ja, luister vriend, als jij hier zonder bescherm pak verder gaat dan blijft er niets van je over, dus, doe nu wat ik je zeg: ga terug!’
‘Is goed!’ zei spin Andre, maar hij had daar geen zin in. Die taart zag er zo lekker uit, zonde om er niet van te snoepen. Hij nam afscheid, wachtte tot Helico was vertrokken, en slingerde aan zijn draadje in de richting van het slagroom. Maar wat een pech..zijn voet raakte de maag-wand en schroeide zijn pootje! Het was alsof hij in brand stond! Toen gebeurde er van alles in de maag: een soort vloeistof spoelde over de taart en de taart begon te sissen en plofte in
elkaar. Het werd ineens heel vochtig en benauwd. Snel hees Andre zich op ,terwijl hij vol ontzag naar het verteren van de taart keek. Hij deed het deksel van de strot weer open en klom via het geopende snurkgat naar buiten. Mijnheer Vlas merkte nog steeds niets.
‘Hoe was het?’ vroeg Manuel. ‘Heee wat is dat nou?’
Hij zag dat Andre nog maar zeven pootjes had.
‘Kerel,’ zei Andre. ‘Het is levensgevaarlijk daarbinnen. Oei, wat heb ik een pijn!’
‘Zo, ik ziet het, wat is er gebeurd?’
“Ik ga nooit meer naar binnen bij mensen..het is een valstrik!’
‘Was ik ook niet van plan!’
‘Het was er lekker warm en hij had een lekkere taart liggen, toen ineens: boem! taart weg, au,au, au,au..’
Hij schrok, want mijnheer Vlas werd wakker. Hij boerde en wreef over zijn buik.
Ze zagen hem opstaan en naar de koelkast lopen. Mijnheer Vlas bukte en pakte een bak joma
salade. Hij schoof het in één keer naar binnen.
‘Pfftt,’ zuchtte Andre. ‘Als ik daar nog gezeten had had ik dat op mijn bol gekregen..lekker zeg!
‘Kom, laten we vliegen gaan vangen!’
‘Jottem!’ riep Manuel.
flink de wind van voren te geven. ‘Jij verdient straf!’ zei hij tegen de jongeman. ‘Jij verprutst
de aangiftes en denk erom: wel het juiste adres op de enveloppe naar de klant schrijven!’
Daarbij trok hij een streng gezicht naar de bediende en klopte hard op de tafel. De andere
belastingconsulenten deden of ze niets hoorden en rammelden door op de telmachines.
Ja, dat droomde mijnheer Vlas, met zijn mond wagenwijd open.
‘Zou daar binnen wat te bikken zijn?’vroeg spin Andre aan spin Manuel die naast hem aan
een draadje bungelde.
‘Durf jij te kijken?’
‘Ik wel!’ zei Andre en hij liet zich in de gigantische grot zakken. Het rook daarbinnen wel een beetje muffig. Hij zag de glimmende kiezen, vol metaal en onderzocht de tong van mijnheer
Vlas. Het was een enorme lap en het stond in een bol vorm, net of het ding te lang was voor de mond. Of de mond te klein. Hoe dan ook, het was een glibberige lel en hij liet zich er langs
zakken. Hij kwam nu boven een klep. Het leek het deksel van een stortkoker. Hij trok het deksel open en keek in een lange tunnel, de slokdarm. Er was geen licht, toch ging hij nieuwsgierig verder. hij hoorde een stem een liedje zingen! Hij zakte steeds verder weg. Nog een stukje en nog een stukje…en daar keek hij in de maag van mijnheer Vlas.
Het was een holle, hoge ruimte, het plafond was een boog. Het siste en borrelde en en af en toe ging er aan de overkant een deurtje open en werd er wat rommel naar buiten gewerkt.
In het midden lag een groot stuk slagroomtaart en spin Andre keek er verlekkerd naar! Hmm
wat een heerlijkheid! Hij watertandde ervan en wilde erop af, tot hij een stem naast zich hoorde. Het was dezelfde stem van het liedje dat hij eerst hoorde.
De stem van een bacterie, dat is een beestje dat leeft in je lijf, zonder dat je hem ziet, omdat hij heeeel klein is. Deze was lang en groen en had vier lange pootjes aan zijn lijf.
De bacterie stak één van zijn vier pootjes uit en schudde de poot van Andre de spin.
‘Ik heet Helico,’ zei hij. ‘En jij?’
‘Ik heet Andre,’ zei de spin.
‘Leuk je te zien..’
“Zong jij daarnet?’
‘Jazeker. Ik ben basbariton en ik heb zangles..’
‘Ik ben schoonmaker,’ zei Helico. ‘Ik doe klusjes voor mijnheer Vlas, maar hij waardeert het niet. Het is zo’n man die alleen zichzelf leuk vindt..’
‘Zo?’
“Ja, ja, ja, ik draag ook een speciaal pak, want het is hier supergevaarlijk…’
‘Echt?’
‘Ja, het is heel zuur… ’
‘Zuur? Ongelofelijk… !’
‘Ja, luister vriend, als jij hier zonder bescherm pak verder gaat dan blijft er niets van je over, dus, doe nu wat ik je zeg: ga terug!’
‘Is goed!’ zei spin Andre, maar hij had daar geen zin in. Die taart zag er zo lekker uit, zonde om er niet van te snoepen. Hij nam afscheid, wachtte tot Helico was vertrokken, en slingerde aan zijn draadje in de richting van het slagroom. Maar wat een pech..zijn voet raakte de maag-wand en schroeide zijn pootje! Het was alsof hij in brand stond! Toen gebeurde er van alles in de maag: een soort vloeistof spoelde over de taart en de taart begon te sissen en plofte in
elkaar. Het werd ineens heel vochtig en benauwd. Snel hees Andre zich op ,terwijl hij vol ontzag naar het verteren van de taart keek. Hij deed het deksel van de strot weer open en klom via het geopende snurkgat naar buiten. Mijnheer Vlas merkte nog steeds niets.
‘Hoe was het?’ vroeg Manuel. ‘Heee wat is dat nou?’
Hij zag dat Andre nog maar zeven pootjes had.
‘Kerel,’ zei Andre. ‘Het is levensgevaarlijk daarbinnen. Oei, wat heb ik een pijn!’
‘Zo, ik ziet het, wat is er gebeurd?’
“Ik ga nooit meer naar binnen bij mensen..het is een valstrik!’
‘Was ik ook niet van plan!’
‘Het was er lekker warm en hij had een lekkere taart liggen, toen ineens: boem! taart weg, au,au, au,au..’
Hij schrok, want mijnheer Vlas werd wakker. Hij boerde en wreef over zijn buik.
Ze zagen hem opstaan en naar de koelkast lopen. Mijnheer Vlas bukte en pakte een bak joma
salade. Hij schoof het in één keer naar binnen.
‘Pfftt,’ zuchtte Andre. ‘Als ik daar nog gezeten had had ik dat op mijn bol gekregen..lekker zeg!
‘Kom, laten we vliegen gaan vangen!’
‘Jottem!’ riep Manuel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten