Huis van Hilde
Gisteren ben ik in het Huis van Hilde geweest, een nieuw
archeologisch centrum in Castricum. En tegelijk een museum.
Een museum mag meer zijn dan een archeologisch centrum.
Zo’n centrum is een en al ernst en diepgravend onderzoek. Letterlijk en
figuurlijk. Alles moet kloppen. Een museum kan het
zich permitteren gestalte te geven aan de fantasie, het
gebied waar de wetenschap zich niet waagt.
Het resultaat?
Een speelse zandbak met hoogtelijnen, waar mijn zoon zich
goed mee vermaakte, doosjes met vondsten zoals een schoen en een kogel die je
op een plaat kunt zetten, waarna een video over het object start en het
hoogtepunt: een zaal vol poppen, nagemaakt op basis van botresten. De poppen
zijn levensecht en je staat oog in oog met een steentijdman, een burchtheer,
een Engelse soldaat en Hilde, de vrouw uit de laat-Romeinse tijd.
Ze lijken bijna te gaan spreken, zo echt zien ze eruit. De
archeologen kunnen tevreden zijn: het verleden herleeft. En het museum is ook
gelukkig: niemand kan klagen over het haar van Hilde, de kleur van haar ogen,
want dat is kunstzinnig ingevuld. Ook haar leeftijd, 25 jaar is ze geworden, is
niet aan haar af te zien. Ze lijkt veel ouder.
Ik zou zelf de neus van de Alkmaarse vechtjas Brecht iets
minder geprononceerd hebben gedaan. Ze heeft nu een gok als een komkommer. Geen
wonder dat de Spanjaarden bang werden. Maar, aan het skelet is zo’n neusvorm
helemaal niet af te leiden.
De Engelsman en de Russiche soldaat hebben een licht
komieke uitstraling. Net of ze een beetje belachelijk worden gemaakt. De
Engelsman is te Engels en de Rus kijkt te dronken van de wodka om nog goed te
kunnen mikken.
Cees de Steenman kijkt eigenlijk iets te woest, te
argwanend, net of er ieder moment een beer op hem af kan komen.
Het kleine, zestienjarige meisje heeft een engelachtige
uitstraling. Daarentegen kijkt Brecht, de Alkmaarse vechtvrouw, of ze je wil
verscheuren. Bloeddorst in haar ogen. Ik vind haar een beetje over de top.
De makers van de poppen zijn uiterst creatief te werk
gegaan, maar ze hebben hier en daar niet kunnen voorkomen dat ze waarschijnlijk
onbewust, gedachtes over hun beeld, in hun pop hebben geblazen.
Wel zijn de creaties zeer te moeite waard te bewonderen. De
kleding, het haar, het is allemaal prachtig.
Maar of het waar is?
Stel nu dat het nu het jaar 4015 is en wij, u en ik, staan
daar in de glazen vitrine. Misschien heb ik dan wel een enorme baard, een
sixpack en lang blond, krullend haar tot op de brede schouders. Ik heb bruine ogen en ook bezit ik tien
tatouages en ben ik verlost van de eeuwige bril. Alleen mijn lengte klopt nog.
Niemand die dat een probleem vindt. Ik zelf ook niet. Eigenlijk ben ik wel
benieuwd hoe dat er uit ziet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten