zaterdag 7 januari 2023

Zand, een vervolgverhaal deel elf




Ze stapte over DJ KI heen en schuifelde op de tast naar Aran. Ze was niet groot en licht. Ze pakte zijn hand die half over het bed hing en schoof de zegelring van zijn vinger. Ze stopte het sieraad snel in haar zak. Ze wist dat de controle die Aran had over de twee jongeren nu verdwenen was. De ring was de sleutel, daarin zat een chemische stof met een geheime formule uit de toekomst. Ze tikte Marcel en DJ KI aan en gebaarde naar de deur. Ze stonden snel buiten. De nacht was lauw en de hemel was vol met sterren.

Ze stapten, met de hond, in een houten huisje op wielen. Tot hun verbazing was dit een vermomde auto. Trinia kroop achter het stuur. Ze reed hard weg en na enige tijd parkeerde ze de wagen midden in de savanne. Ze drukte op de knop en op de voorruit verschenen bewegende beelden. Marcel keek er met open mond naar. Zelf zou hij zeker zoiets in zijn eigen auto willen hebben.

Hoe dan ook, op de beelden zagen zij Trinia bezig in een groot huis, met prachtige marmeren trappen. Er liep een statige, grijze man door het beeld, in een donkerblauw uniform met decoraties op de borst. Duidelijk de baas. Hij opende een deur met een zilveren greep en verdween in een vertrek. Trinia zagen ze luistervinken aan de deur. Pure spionage. Ze deed drie stappen achteruit en stofte met zogenaamde aandacht een vaas af. De deur ging weer op en the boss kwam naar buiten. Hij beende boos weg en liet de deur op een kier. Ze sloop naar binnen, kwam terug en had een bruin, klein kastje onder haar arm.

De beelden stopten. In de auto was het zeer stil. Alleen Holly hijgde hoorbaar.

Het tweede deel begon. Een enorm kanon kwam in beeld. Het was het kanon dat DJ KI al eerder had gezien vanuit de lucht. Nu kwam er een prachtige laserstraal uit, heldergroen van kleur. Ze had geen idee waarom dit werd gedaan. Het enige wat ze kon bedenken was dat de bewoners van deze planeet contact zochten met andere wezens in het heelal.

De beelden stopten opnieuw. Een tergende stilte.

Nu verscheen een kleine man in een witte jas, hij ademde zwaar en hij tekende op een schoolbord van zeker duizend jaar oud. Een kanon. Daarboven maakte hij een rondje in de ruimte. Tussen het kanon en de cirkel maakte hij een laserstraal. Op de straal tekende hij het portret van een man en een vrouw. Ze leken op Marcel en DJ KI, tenminste als je wat fantasie erbij gebruikte. Hij schetste een pijl bij het gat. Een wormhole.

DJ KI dacht even na. De laser leek iets rechter te staan dan toen zij hem voor de eerste keer zag. De kale man in de witte jas liet het kastje zien dat Trinia bij zich had gehad. Hij wees met een vinger op de rode knop. En daarna naar een pookje dat er boven op zat. Hij draaide er aan. Marcel begreep het: de laser werd op het wormgat gericht. Hij werd nerveus. 'Ze gaan ons afschieten,' dacht hij en hij pakte onwillekeurig de hand van DJ KI. Die hand voelde zweterig aan.

Langs het raam van de auto, de rijdende hut, vlogen vrachtwagens voorbij. Marcel zag een glimp van soldatenhelmen en geweren. Waar waren ze naar onderweg? Naar de kabouter natuurlijk, de kleine man die hen had willen verraden. Zij waren ongewenste vreemdelingen in dit land.

De reis van Marcel en DJ KI naar het laatste station ging verder. Recht door de savanne, langs verlaten mijnen en verlaten dorpen. Een laatste bocht en dan een industrieel complex omzoomd door hoge hekken en grijze gebouwen badend in natrium geel licht. De bewakers niet aanwezig, die waren gealarmeerd op weg naar de indringers uit de andere tijd. In zo’n hokje voor beveiligers lag nog een oudere heer te slapen met zijn voeten op het bureau.

Ze stapten uit en renden naar het hek. Daar stond de kale kleine voor hen klaar. Hij liet ze binnen. De tocht ging door een labyrint van gangen, deuren, gangen en deuren. Marcel wist absoluut zeker dat hij de weg terug in dit smetteloos witte gebouw nooit alleen terug zou vinden. De professor, want zo zag hij eruit, gaf DJ KI het kastje dat ze op de beelden gezien hadden. Daarna wees hij Marcel op een stalen luik met een wiel erop.De man draaide het naar links en het ging open. Hij maakte een beweging dat ze erin moesten kruipen. Marcel, DJ KI, Trinia en de hond gehoorzaamden. De buis was zeer nauw, net als in een MRI. De man deed het luik dicht. Ze hoorden hem schroeven met het wiel.

Er waren geluiden te horen van buiten. Laarzen, geschreeuw. Er werd aan de buis gerukt.

‘Druk op de rode knop!’riep Marcel. ‘Druk op de rode knop!’ Maar DJ KI raakte in paniek en probeerde terug te gaan naar het luik. ‘Ik kan dit niet!’ riep ze.

‘Druk op de rode knop!’ schreeuwde Marcel en hij trok het kastje uit haar handen. Met zijn linkerarm probeer hij KI in bedwang te houden. Ze beet op zijn duim. Met de andere duim drukte hij op de knop.

Het licht explodeerde. De laser schoot sneller dan het licht uit het kanon. Marcel, DJ KI, Trinia en de hond werden weggeblazen alsof ze in een tornado stonden. Door het geweld waar het mee gebeurde, waren zij direct buiten bewustzijn.

Zij verlieten dwarrelend in het groen de loop en vlogen de oneindige ruimte in. De straal bracht hen langs lang gestorven sterren, langs supernova’s, witte dwergen en nevels, in de richting van het wormgat. Het gat dat tijden via een tunnel met elkaar verbindt en waarin de snelheid nog veel heel hoger is dan het licht.

Het gat zoog hen binnen en hun lichamen stuiterden tegen de donkere wanden als wasgoed in een droogtrommel. Zij werden meters lang, uitgerekt, en de tijd vertraagde.

Dit duurde hooguit tien seconden en toen werden zij door het wormgat uitgespuugd, aan de andere kant.  

Nog altijd waren zij bewusteloos en tijdens de reis werden al hun herinneringen aan het avontuur gewist.  Ze raasden langs de hemel en werden door astronomen waargenomen. En na nog tien seconden nam de snelheid zo af dat zij begonnen aan een val. Een voor een vielen zij.

De duik nam acht seconden in beslag. Toen lagen zij in het water van de Atlantische Oceaan, vijftig mijl ten oosten van Miami. De Bermudadriehoek. Een toevallig voorbijvarende visser haalde hen uit zee en daarmee hadden ze groot geluk.

Ze haalden de krant. Journalisten, onderzoekers hielden zich bezig met de zaak. Drie mensen en een hond die zomaar uit de lucht komen vallen, dat is nieuws. Ook onderzoekers bestudeerden de drie.Twee hadden flinke verwondingen en bleken al tien jaar vermist te zijn. De tweede vrouw had een vreemde huidsoort, als van een hagedis en zij had ook een groter hersenvolume. Omdat de drie last hadden van geheugenverlies werden hun foto’s verspreid en uiteindelijk werden twee herkend door familie. Voor de andere vrouw meldde zich niemand.

Marcel werd gevraagd voor allerlei actualiteitenprogramma’s op televisie en hij vertelde daar over zijn vermissing. Hij kon zich weinig herinneren, zei hij. Alleen dat hij in een woestijn was geweest. En dat hij op zijn terugreis drie koningen had gezien. Hij meende daarom dat hij bij de hemelpoort was geweest.

Ook toonde hij data van zijn telefoon. Daar stonden bijzonder speciale dingen op die in de uitzendingen werden getoond. Maar hij vertelde niet alles over de opnames, want ze waren voor zijn leven en loopbaan van groot belang.

donderdag 5 januari 2023

Zand, een vervolgverhaal tien b

 

 


 

Zand, deel 10b

Het gedicht van DJ KI voor DJ Marcel:

Ik wil vrienden zien en dansen, baby,

met jou, tease me, Amsterdam dance,

ga ik dat terugzien, verlang er naar, maybe,

wanneer krijg ik jouw hart, de kans.

Wanneer krijg ik jouw hart, de kans,

o, baby, ik sta in brand.

 

Ik wil moonwalken op die laser

ik wil bouncen met jou

geef me je gun, je taser,

spuit uit  ruimtekou.

 

Wat de fak,

op een toren,

in jouw jak,

bij jou horen.

Je was dirty fijn,

maar ook nice,

heet als een woestijn,

en koud als blokjes ijs.

 

Ik wil vrienden zien en dansen, baby,

met jou, tease me, Amsterdam dance,

ga ik dat terugzien, verlang er naar, maybe,

krijg ik jouw hart, de kans.

Wanneer krijg ik jouw hart, de kans,

o, baby, ik sta in brand.

 

 

Zand, een vervolgverhaal deel tien a

 






Zand, deel 10 a

Een gedicht van DJ  Marcel voor zijn geheime liefde

DJ KI……..

 

Zij   

Zij, is het gezicht dat naar me lacht,

geen enkele twijfel, maar vol  kracht,

mijn prijs, de schat, die ik omarm.

Zij zingt een lied in het avonduur,

mijn hart zal gloeien als een vuur,

zij weet  waar ik naar smacht,

en iedere nacht houdt ze me warm.

 

Zij, is de schoonheid en het beest ,

geliefde gast op ieder feest ,

ze tovert een hemel  uit haar mond.

Zij is de spiegel van mijn droom,

haar lach werpt steentjes in een stroom,

zij is niet altijd wat ze lijkt,

het stille water, diepe grond.

   

Zij, danst vrijdags in de kroeg,

van ‘s avonds laat tot ’s morgens vroeg,

maar niemand ziet haar ogen,

als ze huilt.

Zij, neuriet zacht achter het stuur,

het is nacht, bijna twaalf uur,

en ik lift mee

tot de dag dat ik sterf.

 

 

Zij, is de reden dat ik overleef,

en dat ik zonder klagen verder leef,

ik zorg voor haar

door brand en stormen heen.

Ik, ik neem haar lach en pak haar traan

en hou ze in mijn hand

en waar ze gaat daar zal ik staan,

Zij, is mijn oude zon, mijn nieuwe maan,

zij, zij.

 

Naar: She (Elvis Costello)

Vertaling:  Sjoerd van Berkel,  april 2021

Zand, een vervolgverhaal deel negen

 








Zand, deel 9

Marcel droomde. Hij reed op zijn mountainbike. Hij reed met een aantal mannen die hij vaag kende. Ze gebruikten paden in de duinen. Het was tof dat te kunnen doen met deze jongens. Hij noemde ze wel vrienden, maar het waren gewoon kennissen, want ze wisten vrijwel niets over hem  en hij niet over hen. Na de training gingen ze snel naar huis. Zij waren getrouwd, hij niet. Nu droomde hij dat hij met ze naar een kroegje ging en dat ze daar bier zouden drinken. En dat hij dan daar zou vertellen over wie hij was en welke avonturen hij had beleefd in het leger. Misschien waren al die jaren in de dienst een innerlijke schuilplaats voor hem geweest en werd het nu tijd om naar buiten te komen.

Het werd in zijn dromen steeds gezelliger in de horecagelegenheid. Borrelhapje erbij, gelach. Toen kwam er een vrouw binnen met een heleboel technische spulletjes: snoeren, kabels, geluidsapparatuur. Het was DJ KI. Ze knipoogde naar hem en hij voelde een heerlijke warmte in zijn lijf.

DJ KI droomde niet. Zij lag klaarwakker en dacht aan thuis. In haar verbeelding zag ze haar moeder en daarnaast haar beste vriendin, haar bff, aan haar houten keukentafel zitten. Het was supergezellig. Ze spraken over de nieuwe kat die ze net had gekocht. Een schattig, wollig beestje met ondeugende kraalogen die alleen nog kon piepen, in plaats van miauwen.

‘Een huis, een kat,’ zei de vriendin die ook DJ was. ‘Een leuke vent?’

DJ KI zuchtte. ‘Ik heb nog niemand ontmoet, al..’ Ze stopte midden in haar zin. De vriendin liet een grote grijns zien. ‘Je hebt iemand!’ riep ze. ‘Jawel, zeg het maar! Ken ik hem? Het is toch niet die producer van 3FM? Die lange?’ 

‘Nee, nee, nee,’  zei ze geschrokken. ‘Het is nog te pril om er iets over te zeggen. Tenminste, ik vind hem leuk, alhoewel hij soms ook echt een man is.’

‘Hoe heet hij?’

‘Eh..hij zegt dat hij Marcel heet, hij draait ook, misschien is dat zijn artiestennaam..’

DJ KI voelde zich heel vreemd. Ze was de laatste jaren een vlinderend meisje geweest dat haar

dromen najoeg, maar nu in een grote leegte staarde. Ze moest huilen en  voelde haar hoofd warm

worden. Ze draaide zich om. Daar lag hij, haar hunk, met zijn armen onder zijn hoofd. Hoe kun je

slapen in deze toestand? vroeg ze zich af. Ze ergerde zich daar aan.

Hoe kun je? Achter haar klonken voetstappen.


woensdag 4 januari 2023

Zand, een vervolgverhaal deel acht

 Dit verhaal is gemaakt in samenwerking met Prompt Schrijven. Prompt Schrijven probeert mensen enthousiast te maken voor schrijven. Ga daar eens kijken! De link naar deze mooie pagina is: https://www.prompt-schrijven.nl/



 Zand, deel 8

Eerst kregen zij een kop thee van de oude. De hut waren zij zaten, was zeer eenvoudig ingericht. Een bed met een grijze sprei, een houten kastje met twee deurtjes, een keukentje met een aanrecht en een kachel. Dat was het wel.

‘Loeg,’ zei de man. Hij lachte zachtjes en hij leek nerveus, keek steeds naar buiten.

‘Loeg,’ zei Marcel en hij knikte.

‘Daaf,’ zei de man. ‘Daaf, daaf!’

DJ KI kriebelde Holly. Ze was zo moe. De man legde twee kleedjes op de vloer en ze sliepen al snel.

Ook de man ging slapen.

Marcel sprak fluisterend tegen haar. ‘Dank dat je me niet hebt laten zitten, ik was dood geweest.’

‘Geen dank,’ fluisterde ze.’ Ik deed mijn best.’

‘Hoe komen we terug?’

‘Ik heb vandaag een tochtje gemaakt met een man met een hertenkop.’

‘Wat?’

‘Een tochtje in zo’n glazen geval. Een of andere kerel liet me een berg zien met een kanon.’

‘Heel vreemd.’

“En dood eng.’

‘Als we nu eens tekening maakten van dat kanon en dat laten zien aan dat kaboutertje, misschien

weet hij wat dat betekent..’

“Zal best, maar hij kan het niet uitleggen.’

‘Klopt.’

‘En hoe weet je of hij te vertrouwen is? Heb je niet het gevoel dat hij ons in zijn macht heeft? Wat

deed hij daar op een feestje voor jongeren en wat deed hij met jou?’

Marcel haalde het moment terug in zijn gedachten. ‘Hij raakte me aan.’

‘Mij ook. Het klopt niet Mars, die man deugt niet.’

‘Foel!’ siste de man. ‘Foel!’  Duidelijk: ze moesten stil zijn.

 Toen ze stil lagen, met Holly tussen hen in, zagen ze een licht achter de gordijnen. DJ KI stond op en sloop op haar tenen naar het raam. Door de lucht was een gerichte streep groen licht te zien. Ze wist direct wat het was omdat het bij haar concerten ook werd gebruikt. Een laser!

Het kanon,de hertenkop, de boomwortels die spraken over het licht: ze begreep nu hoe ze konden ontkomen aan deze terreurwereld. Ze zag alles in het juiste verband. Het was nu zaak de macht van de gnoom te verbreken en te ontsnappen. Ze ging liggen en deed alsof ze sliep.

Een tijdje later werd de deur geopend. Een persoon trad binnen en keek naar hen. Zelfs Holly merkte

niets.

 

Zand, een vervolgverhaal deel zeven

 

Dit verhaal is gemaakt in samenwerking met Prompt Schrijven. Prompt Schrijven probeert mensen enthousiast te maken voor schrijven. Ga daar eens kijken! De link naar deze mooie pagina is: https://www.prompt-schrijven.nl/






Zand in de toekomst, het kanon  Deel 7

Het regende bloedrode druppels. DJ KI vond het vies en probeerde ze tevergeefs van haar kleding te geven. Ze merkte daarom pas laat op dat er een glazen capsule naast haar was geland. De kap van het bolvormige object ging open. Er zat een wezen of een robot in met het lichaam van een mens, maar met de kop van een hert. DJ KI moest lachen. Een maatpak met daarboven een hertengewei. ‘Ik droom,’ zei ze hardop. Het hert wees op de capsule. Ze begreep het: neem een lift. Waarom ook niet? Misschien kwam ze zo bij de ‘uitgang’.

Ze stapte in. De binnenkant van het voertuig was gelijk aan dat van een auto: een dashboard, een stuur, een handschoenenkastje. Ze zakte in een leren stoel deed haar duim omhoog en ze vlogen weg.

Eerst over de torens. Op de daken oerwouden, jungles, felgekleurde vogels. In de lucht ook andere glazen bollen met daarin een hertengewei. Ze werden soms met moeite ontweken.

Ze vlogen over een enorm gebergte met sneeuw op de toppen. Op de allerhoogste stond iets wat het nog het meeste op een gigantisch kanon leek. De loop, zeker honderd meter lang, was verticaal omhoog gericht. Haar bestuurder tikte haar schouder aan en wees op de zon. Bedoelde hij de stralen? Of het licht? Op de berg verscheen beweging. Een leger in groene pakken gehulde vossen schoot met geweren op hen. Het werd DJ KI duidelijk: dit was verboden gebied.

En achter hen verschenen vierkante, zilveren schijven, ze vlogen met de snelheid van het licht of misschien nog wel sneller. Het hert drukte een knop in en de capsule tuimelde dwarrelend naar beneden. Even was zij haar bewustzijn kwijt en haar oren deden pijn. Lichtstralen ketsten af op het glas. Ze gilde en haar lichaam trilde.

Het glazen ei raakte de grond en rolde tussen de torens door. Het stopte ongeveer op dezelfde plek als waar zij was ingestapt. Hert wuifde haar nog na toen hij weer in zijn glazen auto aan de horizon verdween.

DJ KI voelde zich slap, maar tegelijkertijd ook opgewekt. De uitweg die zij zocht, had mogelijk iets van doen met het kanon.

Maar voor ze zou onderzoeken wat ze hiermee aan moest, besloot ze dat ze Marcel terug wilde zien. Samen zouden ze sterker staan. Daarom liep ze naar het plein waar het feest nog steeds voortduurde. Om niet op te vallen, mengde ze zich onder het publiek van springende jongeren. Ze kon ze nu ook goed van dichtbij zien. Op hun gezichten waren geen emoties te lezen en er staken draadjes uit hun kleding. Marcel stond tegen een barretje geleund. Hij deed of hij haar niet zag.

Naast de zangeressen danste een oudere man. Hij was gekleed in een paars glimmend pak en op zijn hoofd droeg hij een puntvormige hoed  die eveneens paars was. Onder zijn pak had hij gele schoenen. De man was verder voorzien van een dikke, grijze baard waardoor je zijn ogen nauwelijks kon zien. ‘Een kabouter,’ dacht DJ KI, ‘dat kan er ook nog wel bij.’ De man danste goed. In een lijn danste hij naar voren en naar achter en als hij achter was zwaaide hij zijn armen in de lucht en klapte in zijn handen.

 

 

De man stopte zijn bewegingen, liep op Marcel af en legde een hand op zijn hoofd. Het zag er uit als een magisch ritueel en dat was het ook: Marcel moest nu mee, hij was in de macht van de man. Voor DJ KI wist wat er was gebeurd, onderging zij ook dit lot: de hand had haar in de greep. Zij voelde dat dit niet goed was, maar kon er niets tegen doen. Een gijzeling, maar dan op een manier uit een verre toekomst.

De man liep met hen naar een bakfiets. De fiets leek heel veel op die van haar eigen buurt in Amsterdam. Ze kreeg een diep gevoel van heimwee naar die overvolle straten, naar de Van Moofs en naar alles waar ze vroeger op mopperde: de foutparkeerders die de stoep blokkeerden en de dronken schreeuwers in het holst van de nacht.

Zij en Marcel stapten in de bak. De muziek stopte. De kabouter begon met trappen. De dansers keken naar hem. Plotseling stonden ze om hen heen. Hun gezichten grauw en wreed, hun handen geheven met messen en bijlen. Steeds nauwer werd de kring. Marcel en DJ KI sloegen de armen om elkaar. De bakfiets zette zich in beweging. Vuur gloeide in een cirkel.  De feestgangers deinsden terug. De man begon harder te trappen.  Ze reden over een groepje clubbers heen. De weg lag open en ze reden op een berg af. Dwars er door heen. Of er geen materie bestaat, dacht Marcel. Op school leerde hij over massa en energie en licht. Hier leken die wetten opgeheven. Ze reden nu met een angstaanjagende snelheid door een tunnel. Door het plafond staken boomwortels die op luide toon met andere boomwortels kletsten. DJ KI hoorde ze spreken over de mogelijke dreiging dat zij gekapt zouden gaan worden. Maar ook praatten zij over hen. ‘Ze zoeken naar het licht,’ zei een van hen. ‘Dan moeten ze naar de laser gaan,’ zei een ander. ‘Daar kunnen ze toch nooit bij,’ schreeuwde een schimmel. Marcel probeerde wat ze zeiden te onthouden.

En daar vlogen ze weer door een berg. Of het geen probleem was. De tocht eindigde op een vlakte, een soort steppe. Van een stad was niets te zien.

Ze stapten uit bij een houten huisje. De man sprak in onbegrijpelijke één- lettergrepenwoorden. “Roeg,’ zei hij. Marcel hoorde een hond blaffen. Zijn hart ging sneller. Zou het waar zijn?

En toen was het of ereen droom uit kwam want Holly, zijn liefste hond, zijn grootste vriend rende naar buiten, kwam kwispelend op hem af, likte zijn handen. Marcel knuffelde hem. Hij was weer net zo blij als toen hij hem voor het eerst zag in het asiel. Ze waren voor elkaar gemaakt.

 


dinsdag 3 januari 2023

Zand, een vervolgverhaal deel 6


 


De armen grepen Marcel bij zijn enkels en trokken hem achterover. Hij schrok hevig, schreeuwde en viel op zijn rug. Het wezen, of wat het ook was, kwam naar boven en het zag eruit of hij jaren in een ontbinding had verkeerd. Het hoofd was nog maar half over, de ogen waren weg. Marcel vocht terug en probeerde zich los te rukken. Het grachtenbeest bleek sterker dan gedacht. DJ KI/Slash gaf hem een schop tegen zijn gehalveerde kop, maar het hielp niet: hij trok Marcel steeds verder richting de gracht.

Maar toen dat bijna zover was, volgde er een lichtflits en een zware knal. Spetters groen slijm regenden door de lucht en het stonk erger dan in het diepste riool. Het monster liet los, delen van de kop lagen verspreid over de kade. Marcel begreep dat iemand geschoten moest hebben op de aanvaller. Hij riep: ‘Liggen!’ Nog een schot volgde. Nu waren zij doelwit. En van wie? En waarom? Hij had geen idee. Een kogel miste zijn schouder. Er volgden geen andere schoten meer. Wel galmde een waanzinnig soort gelach langs de gevels van de grachtenpanden.

Ze stonden op en holden naar de schaduw van de hoge gebouwen. Ze waren nu buiten het bereik van de schutter. ‘Wat de fak was dat?’ hijgde DJ KI.

‘Deze wereld is niet cool,’ fluisterde Marcel hees. ‘Ik wil weg.’

‘Ik ook, maar hoe?’

‘We moeten iemand vinden die ons kan helpen. Heb jij een telefoon bij je? Die van mij is weg.’

‘Ja, hier,’ ze gaf een Iphone 14.

Het scherm lichtte op.

‘Geen internet, geen wifi,’ zuchtte hij.

Er verscheen een boodschap op het scherm.

‘Wat is dit nou?’ Hij tikte erop.

Het was een filmpje. Dat toonde hun ontmoeting in het zand.

‘De camera heeft ons gefilmd,’ hij klonk nu heel erg gespannen.

“Dat kan niet, ik heb hem niet aangehad.’

‘Kijk maar.’

Ze zag hoe hij bij haar hurkte.

‘Dit is weird.’

‘Ja.’

‘Hoe kan dat nou?’

‘We zijn in de toekomst honey en we moeten back to the past..’

‘Ik geloof er niks van. Dit is gewoon een grap.’

‘Ik ga wel even aanbellen bij die toren.’ Ze wees over haar schouder.

‘Niet doen.’

‘Dat wordt je dood. Niet doen.’

‘Moet ik toch zelf weten?’

‘Je bent dom bezig.’

‘Je bent een slappe zak dat je niks durft te vragen.’

‘Jij zo iemand die denkt dat ze alles kan.’

 ‘Ik wil wil niet meer bij jou zijn als je zo praat.’

‘Hetzelfde.’

‘Ik ga nu aanbellen.’

‘Je doet maar.’

Hij liep weg al wist hij niet waarheen. Zij moest het zelf maar uitzoeken.

Over de straat, die nog altijd bijzonder stil was, ging hij een vlaagje geluid, het was donker, het was

Ritmisch, een baslijn. Klonk goed, hij versnelde zijn pas in de waargenomen richting.

Even later, op een plein dat verdacht veel leek op de Dam zoals hij die kende, zag hij jonge, dansende

Mensen. Armen in de lucht. Ze droegen luchtige zomerkleding. T-shirts, korte spijkerbroeken, zoals in

zijn eigen tijd. Maar hun gezichten waren wel een klein beetje anders. De neuzen korter, de

wenkbrauwen een doorlopende streep. De muziek was zoet en verleidelijk. De beats

onweerstaanbaar. Op het podium stond een DJ uit de toekomst. Zwart petje, hemd met een grote

appel erop. En drie vrouwen zongen zo nu en dan, hoog en zeer zuiver. Marcels hart stroomde over

van pure verrukking.

Maar DJ KI kwam zijn pret bederven. Ze stond voor hem en prikte met een vingertje op zijn borst.

‘Daar ga jij niet heen,’ zei ze stoer.

‘Jaloers?’

‘Hou op.’

‘’Jij ging toch aanbellen?’

 ‘Gedaan. Niemand deed open. Stoere kwal. Niemand.’

‘Pech voor jou.’

‘Ja, fak, kat en shit.’

‘Kat?’

‘Ja echt kat.’

‘Laat me met rust, ik ga naar die musicshit daar, echt leip..’

 ‘Dat ga je niet.’

‘Hee dame dat ga jij niet bepalen.’

‘O jawel.’

‘Niet.’

‘Luister gast, dat soort afgelikte broodjes daar die ken ik. Die willen je soul stelen en daarna spugen ze je uit.. Blijf hier bij mij, asjeblieft.’

‘Nee.’

‘Dan moet je het zelf maar weten, modderfakker. Zoek het maar uit.’ Ze liep weg, een blos op haar wangen.  Ze stond even later stil,

draaide zich om en zag Marcel verdwijnen in de dansende menigte. En met een duizelingwekkende snelheid volgde hierop het zoenen

met de drie meiden. ‘Ben je nu helemaal gelukkig,’ dacht ze.

Ze ging om de hoek van een van de torens  op de grond zitten en voelde zich verloren in een gevaarlijke, onvoorspelbare wereld. Haar

enige vriend was in handen gevallen van een stel sirenen en ze had geen idee waar ze was.

Ze merkte niet dat naast haar een grote, glazen bol landde.