Dit verhaal is gemaakt in samenwerking met Prompt Schrijven. Prompt Schrijven probeert mensen enthousiast te maken voor schrijven. Ga daar eens kijken! De link naar deze mooie pagina is: https://www.prompt-schrijven.nl/
Zand in de toekomst,
het kanon Deel 7
Het regende bloedrode druppels. DJ KI vond het vies en
probeerde ze tevergeefs van haar kleding te geven. Ze merkte daarom pas laat op
dat er een glazen capsule naast haar was geland. De kap van het bolvormige object
ging open. Er zat een wezen of een robot in met het lichaam van een mens, maar
met de kop van een hert. DJ KI moest lachen. Een maatpak met daarboven een
hertengewei. ‘Ik droom,’ zei ze hardop. Het hert wees op de capsule. Ze begreep
het: neem een lift. Waarom ook niet? Misschien kwam ze zo bij de ‘uitgang’.
Ze stapte in. De binnenkant van het voertuig was gelijk aan
dat van een auto: een dashboard, een stuur, een handschoenenkastje. Ze zakte in
een leren stoel deed haar duim omhoog en ze vlogen weg.
Eerst over de torens. Op de daken oerwouden, jungles,
felgekleurde vogels. In de lucht ook andere glazen bollen met daarin een
hertengewei. Ze werden soms met moeite ontweken.
Ze vlogen over een enorm gebergte met sneeuw op de toppen. Op
de allerhoogste stond iets wat het nog het meeste op een gigantisch kanon leek.
De loop, zeker honderd meter lang, was verticaal omhoog gericht. Haar
bestuurder tikte haar schouder aan en wees op de zon. Bedoelde hij de stralen?
Of het licht? Op de berg verscheen beweging. Een leger in groene pakken gehulde
vossen schoot met geweren op hen. Het werd DJ KI duidelijk: dit was verboden
gebied.
En achter hen verschenen vierkante, zilveren schijven, ze
vlogen met de snelheid van het licht of misschien nog wel sneller. Het hert
drukte een knop in en de capsule tuimelde dwarrelend naar beneden. Even was zij
haar bewustzijn kwijt en haar oren deden pijn. Lichtstralen ketsten af op het
glas. Ze gilde en haar lichaam trilde.
Het glazen ei raakte de grond en rolde tussen de torens
door. Het stopte ongeveer op dezelfde plek als waar zij was ingestapt. Hert
wuifde haar nog na toen hij weer in zijn glazen auto aan de horizon verdween.
DJ KI voelde zich slap, maar tegelijkertijd ook opgewekt. De
uitweg die zij zocht, had mogelijk iets van doen met het kanon.
Maar voor ze zou onderzoeken wat ze hiermee aan moest,
besloot ze dat ze Marcel terug wilde zien. Samen zouden ze sterker staan.
Daarom liep ze naar het plein waar het feest nog steeds voortduurde. Om niet op
te vallen, mengde ze zich onder het publiek van springende jongeren. Ze kon ze
nu ook goed van dichtbij zien. Op hun gezichten waren geen emoties te lezen en
er staken draadjes uit hun kleding. Marcel stond tegen een barretje geleund. Hij
deed of hij haar niet zag.
Naast de zangeressen danste een oudere man. Hij was gekleed
in een paars glimmend pak en op zijn hoofd droeg hij een puntvormige hoed die eveneens paars was. Onder zijn pak had
hij gele schoenen. De man was verder voorzien van een dikke, grijze baard
waardoor je zijn ogen nauwelijks kon zien. ‘Een kabouter,’ dacht DJ KI, ‘dat
kan er ook nog wel bij.’ De man danste goed. In een lijn danste hij naar voren
en naar achter en als hij achter was zwaaide hij zijn armen in de lucht en
klapte in zijn handen.
De man stopte zijn bewegingen, liep op Marcel af en legde
een hand op zijn hoofd. Het zag er uit als een magisch ritueel en dat was het
ook: Marcel moest nu mee, hij was in de macht van de man. Voor DJ KI wist wat
er was gebeurd, onderging zij ook dit lot: de hand had haar in de greep. Zij
voelde dat dit niet goed was, maar kon er niets tegen doen. Een gijzeling, maar
dan op een manier uit een verre toekomst.
De man liep met hen naar een bakfiets. De fiets leek heel
veel op die van haar eigen buurt in Amsterdam. Ze kreeg een diep gevoel van
heimwee naar die overvolle straten, naar de Van Moofs en naar alles waar ze
vroeger op mopperde: de foutparkeerders die de stoep blokkeerden en de dronken
schreeuwers in het holst van de nacht.
Zij en Marcel stapten in de bak. De muziek stopte. De
kabouter begon met trappen. De dansers keken naar hem. Plotseling stonden ze om
hen heen. Hun gezichten grauw en wreed, hun handen geheven met messen en
bijlen. Steeds nauwer werd de kring. Marcel en DJ KI sloegen de armen om
elkaar. De bakfiets zette zich in beweging. Vuur gloeide in een cirkel. De feestgangers deinsden terug. De man begon
harder te trappen. Ze reden over een
groepje clubbers heen. De weg lag open en ze reden op een berg af. Dwars er
door heen. Of er geen materie bestaat, dacht Marcel. Op school leerde hij over
massa en energie en licht. Hier leken die wetten opgeheven. Ze reden nu met een
angstaanjagende snelheid door een tunnel. Door het plafond staken boomwortels
die op luide toon met andere boomwortels kletsten. DJ KI hoorde ze spreken over
de mogelijke dreiging dat zij gekapt zouden gaan worden. Maar ook praatten zij
over hen. ‘Ze zoeken naar het licht,’ zei een van hen. ‘Dan moeten ze naar de
laser gaan,’ zei een ander. ‘Daar kunnen ze toch nooit bij,’ schreeuwde een
schimmel. Marcel probeerde wat ze zeiden te onthouden.
En daar vlogen ze weer door een berg. Of het geen probleem
was. De tocht eindigde op een vlakte, een soort steppe. Van een stad was niets
te zien.
Ze stapten uit bij een houten huisje. De man sprak in
onbegrijpelijke één- lettergrepenwoorden. “Roeg,’ zei hij. Marcel hoorde
een hond blaffen. Zijn hart ging sneller. Zou het waar zijn?
En toen was het of ereen droom uit kwam want Holly, zijn
liefste hond, zijn grootste vriend rende naar buiten, kwam kwispelend op hem
af, likte zijn handen. Marcel knuffelde hem. Hij was weer net zo blij als toen
hij hem voor het eerst zag in het asiel. Ze waren voor elkaar gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten