woensdag 4 januari 2023

Zand, een vervolgverhaal deel zeven

 

Dit verhaal is gemaakt in samenwerking met Prompt Schrijven. Prompt Schrijven probeert mensen enthousiast te maken voor schrijven. Ga daar eens kijken! De link naar deze mooie pagina is: https://www.prompt-schrijven.nl/






Zand in de toekomst, het kanon  Deel 7

Het regende bloedrode druppels. DJ KI vond het vies en probeerde ze tevergeefs van haar kleding te geven. Ze merkte daarom pas laat op dat er een glazen capsule naast haar was geland. De kap van het bolvormige object ging open. Er zat een wezen of een robot in met het lichaam van een mens, maar met de kop van een hert. DJ KI moest lachen. Een maatpak met daarboven een hertengewei. ‘Ik droom,’ zei ze hardop. Het hert wees op de capsule. Ze begreep het: neem een lift. Waarom ook niet? Misschien kwam ze zo bij de ‘uitgang’.

Ze stapte in. De binnenkant van het voertuig was gelijk aan dat van een auto: een dashboard, een stuur, een handschoenenkastje. Ze zakte in een leren stoel deed haar duim omhoog en ze vlogen weg.

Eerst over de torens. Op de daken oerwouden, jungles, felgekleurde vogels. In de lucht ook andere glazen bollen met daarin een hertengewei. Ze werden soms met moeite ontweken.

Ze vlogen over een enorm gebergte met sneeuw op de toppen. Op de allerhoogste stond iets wat het nog het meeste op een gigantisch kanon leek. De loop, zeker honderd meter lang, was verticaal omhoog gericht. Haar bestuurder tikte haar schouder aan en wees op de zon. Bedoelde hij de stralen? Of het licht? Op de berg verscheen beweging. Een leger in groene pakken gehulde vossen schoot met geweren op hen. Het werd DJ KI duidelijk: dit was verboden gebied.

En achter hen verschenen vierkante, zilveren schijven, ze vlogen met de snelheid van het licht of misschien nog wel sneller. Het hert drukte een knop in en de capsule tuimelde dwarrelend naar beneden. Even was zij haar bewustzijn kwijt en haar oren deden pijn. Lichtstralen ketsten af op het glas. Ze gilde en haar lichaam trilde.

Het glazen ei raakte de grond en rolde tussen de torens door. Het stopte ongeveer op dezelfde plek als waar zij was ingestapt. Hert wuifde haar nog na toen hij weer in zijn glazen auto aan de horizon verdween.

DJ KI voelde zich slap, maar tegelijkertijd ook opgewekt. De uitweg die zij zocht, had mogelijk iets van doen met het kanon.

Maar voor ze zou onderzoeken wat ze hiermee aan moest, besloot ze dat ze Marcel terug wilde zien. Samen zouden ze sterker staan. Daarom liep ze naar het plein waar het feest nog steeds voortduurde. Om niet op te vallen, mengde ze zich onder het publiek van springende jongeren. Ze kon ze nu ook goed van dichtbij zien. Op hun gezichten waren geen emoties te lezen en er staken draadjes uit hun kleding. Marcel stond tegen een barretje geleund. Hij deed of hij haar niet zag.

Naast de zangeressen danste een oudere man. Hij was gekleed in een paars glimmend pak en op zijn hoofd droeg hij een puntvormige hoed  die eveneens paars was. Onder zijn pak had hij gele schoenen. De man was verder voorzien van een dikke, grijze baard waardoor je zijn ogen nauwelijks kon zien. ‘Een kabouter,’ dacht DJ KI, ‘dat kan er ook nog wel bij.’ De man danste goed. In een lijn danste hij naar voren en naar achter en als hij achter was zwaaide hij zijn armen in de lucht en klapte in zijn handen.

 

 

De man stopte zijn bewegingen, liep op Marcel af en legde een hand op zijn hoofd. Het zag er uit als een magisch ritueel en dat was het ook: Marcel moest nu mee, hij was in de macht van de man. Voor DJ KI wist wat er was gebeurd, onderging zij ook dit lot: de hand had haar in de greep. Zij voelde dat dit niet goed was, maar kon er niets tegen doen. Een gijzeling, maar dan op een manier uit een verre toekomst.

De man liep met hen naar een bakfiets. De fiets leek heel veel op die van haar eigen buurt in Amsterdam. Ze kreeg een diep gevoel van heimwee naar die overvolle straten, naar de Van Moofs en naar alles waar ze vroeger op mopperde: de foutparkeerders die de stoep blokkeerden en de dronken schreeuwers in het holst van de nacht.

Zij en Marcel stapten in de bak. De muziek stopte. De kabouter begon met trappen. De dansers keken naar hem. Plotseling stonden ze om hen heen. Hun gezichten grauw en wreed, hun handen geheven met messen en bijlen. Steeds nauwer werd de kring. Marcel en DJ KI sloegen de armen om elkaar. De bakfiets zette zich in beweging. Vuur gloeide in een cirkel.  De feestgangers deinsden terug. De man begon harder te trappen.  Ze reden over een groepje clubbers heen. De weg lag open en ze reden op een berg af. Dwars er door heen. Of er geen materie bestaat, dacht Marcel. Op school leerde hij over massa en energie en licht. Hier leken die wetten opgeheven. Ze reden nu met een angstaanjagende snelheid door een tunnel. Door het plafond staken boomwortels die op luide toon met andere boomwortels kletsten. DJ KI hoorde ze spreken over de mogelijke dreiging dat zij gekapt zouden gaan worden. Maar ook praatten zij over hen. ‘Ze zoeken naar het licht,’ zei een van hen. ‘Dan moeten ze naar de laser gaan,’ zei een ander. ‘Daar kunnen ze toch nooit bij,’ schreeuwde een schimmel. Marcel probeerde wat ze zeiden te onthouden.

En daar vlogen ze weer door een berg. Of het geen probleem was. De tocht eindigde op een vlakte, een soort steppe. Van een stad was niets te zien.

Ze stapten uit bij een houten huisje. De man sprak in onbegrijpelijke één- lettergrepenwoorden. “Roeg,’ zei hij. Marcel hoorde een hond blaffen. Zijn hart ging sneller. Zou het waar zijn?

En toen was het of ereen droom uit kwam want Holly, zijn liefste hond, zijn grootste vriend rende naar buiten, kwam kwispelend op hem af, likte zijn handen. Marcel knuffelde hem. Hij was weer net zo blij als toen hij hem voor het eerst zag in het asiel. Ze waren voor elkaar gemaakt.

 


Geen opmerkingen: