Ik moest bij
de verpleegkundige komen. En daarna bij de afdelingsleider van het
vluchtelingencentrum. Daar gaf ik taallessen.
De
afdelingsleider, een Mexicaan, zei dat er niks aan de hand was. Het kwam niet
voor op onze afdeling.
Dus ik kon
het niet hebben, zei hij.
Ik ging op
een ochtend naar de test. Op de linker onderarm. Niks aan de hand.
Maar thuis
zag ik dat de bult almaar groter en groter werd. En ik wist dat het niet goed
was.
Dinsdagmorgen
opvolgend weer naar de verpleegkundige. Ze stond al klaar met haar meetlatje.
Dat was niet nodig.
Ik zag de
schrik in haar bruine ogen. Er kwam nog een zuster bij. Ze fluisterden. Ze keken naar
de bult.
‘U moet
meteen naar de arts,’ zei de zuster. ‘Ik geef u het adres.’ Het was aan het
andere eind van de stad.
Daar moest
ik me melden. En of ik snel kon vertellen met wie ik was geweest. Die ging ze
bellen. En die moesten ook komen.
Bezorgd kwam
ik aan bij de dokter. Ik ging direct door voor een x-thorax, een borstfoto. En
weer wachten. Dat herinner ik me: dat wachten en die geschrokken gezichten.
En die
mensen die uit je buurt blijven en met moeite toegeven dat ze bij hun huisarts
zijn geweest om te informeren.
Dan bij de
dokter. Hij houdt de foto’s tegen het licht. ‘Bij een zieke zie je een soort
kanaaltje. Het beest graaft zich een weg door je longen.’
Een stilte.
Het licht gleed door de lamellen naar binnen over zijn bureau. ‘Het beest
slaapt,’ zei hij. ‘U krijgt een kuur van zes maanden.’
Ik ging naar
de apotheek waar zoals altijd de pillen zonder enig vertoon of medelijden
worden afgegeven. Daar kunnen ze niet aan beginnen. In de pot zaten
ongelofelijk grote witte tabletten. Ik kreeg er nog een andere pot pillen bij
tegen de schadelijke werking van de eerste.
Na zes
maanden moest ik terugkomen voor een nieuwe x-thorax. ‘Geen rare dingen,’ zei
de dokter terwijl hij binnenliep. Hij sloot de deur niet en de zuster keek daar
een beetje boos naar. ‘Doet u de deur nou eens dicht,’ zei ze. Hij ging er niet
op in. ‘Het beest is dood,’ zei hij.
Toen ik
thuiskwam was ik blij voorgoed verlost te zijn van mijn stille vijand. Ik maakte een vreugdesprong op bed en
krakte door de lattenbodem. Einde bed. Einde beest. Einde verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten