Op het
perron staat een meisje met een kussen onder haar arm. Ze klemt het stevig
vast. Gaat ze uit logeren of zo?
Ik moest aan
het ogenblik denken dat ik mezelf vastklemde aan mijn kussen.
Het is al
lang geleden, ik was een kleine jongen. Ik sliep achter mijn
verduisteringsgordijn – aangeschaft vanwege dat ik last had van het licht van
de vuurtoren- en had koorts.
Waar waren
mijn ouders? Een avondje uit denk ik, want mijn oma en opa pasten op.
Die koorts
dus. Maar was die zo hoog? Want ik
verliet plotseling mijn lichaampje en zweefde door de kamer, rond de lamp, als
een dronken vlieg.
En alles
werd groot en groter en grootst. De speelgoedpoppetjes, de kooi met de cavia,
ze vlogen mee, alsof we in een tornado omhoog werden gezogen.
En ik gilde
alsof ik in de engste achtbaan ter wereld zat en klemde me vast aan het enorme
kussen en we gingen steeds harder en harder en harder.
Tot ik weer
in mijn lijf plofte met een schok en mijn oma in de deuropening stond en me
trachtte te troosten.
Later heb ik nog weleens gedacht dat ik misschien een
ogenblik dood ben geweest. De ervaring is misschien een bijna dood ervaring
geweest. Maar dat weet ik niet zeker. Ik hoop niet dat doodgaan zo’n angstige ervaring
is. Ik denk het niet. Ik denk dat doodgaan een vredig overgaan naar het licht
is.
Door de traumatische ervaring heb ik wel altijd een scherpe afstand tot drank en drugs
gehouden. Ik moet er niet aan denken weer ergens in the middle of nowhere rond
te fladderen.
En neer te storten. Een enkel glas is overigens wel gezellig.
Prosit! Op onze gezondheid!
Bronnen voor
verder lezen over bijna dood ervaringen:
1.Dr. Eben
Alexander: Living in a mindful universe
2. Dr. Pim
van Lommel: Eindeloos bewustzijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten