Mijn huis grenst aan de achterkant aan een schoolplein. Deze
avond horen we brommers ronken, schreeuwende jongens en gelach dat tegen de
schoolmuren galmt. Ik kijk uit het zolderraam. Het plein is aardedonker,
ernaast, langs het fietspad, zijn enige lampen geplaatst. Het fietspad komt uit
bij een gymzaal waarin kinderen turnen.
Ook wordt er gekickbokst. Op een avond werd de deur er uitgeslagen. Ik belde
braaf met de politie en ze kwamen zelfs even kijken. We zagen ze met
zaklantaarns de omgeving afspeuren. Ik vroeg me af: wie wil er wat stelen uit
een gymzaal? Heeft interesse in een paar oude basketballen?
Ik kijk uit het zolderraam. Er is geen maan. Ondanks het donker
zie ik van boven schimmen vuurwerkbommen afsteken. Ik ben de verontruste
burgerbuurman, gehuld in pyjama, die naar buiten gluurt. De pantoffelheld. In
de struiken ritselt een kat. Ik zie twee ogen spiegelen. Pak de muis poesje.
Toen de nacht was geweken, trof ik naast het gymgebouwtje
een volledig gesloopte milieuvriendelijke Go scooter. Zo’n scooter vind je op
de trottoirs, zoals je paddenstoelen in het bos aantreft. Het verbaasde mij hoe
vakkundig hij door het tuig uit elkaar was gehaald. Een paar kleine jongens
speelden met wat plastic onderdelen. Ik herkende een spatbord. Ik moest bij dit
beeld onwillekeurig denken aan gieren in de woestijn die de restjes van een
dood beest verorberen. Naast het wrak rookte een kartonnen doos. Ik merkte dat de vlammen steeds gulziger aan
het karton likten en ik deed een stap naar achter. Vanuit de doos kwamen harde
knallen: er zat vuurwerk in. Ik deed nog een stap naar achter.
Maar toch is dit alles zeldzaam in mijn keurige
middenklassestraat. O ja, met oud en
nieuw wordt weleens een vuilnisbak opgeblazen, maar verder blijft het netjes.
En de donkerte rond het plein is ook goed voor de vogeltjes en de egeltjes en
eventueel ander dierlijk leven.
En voor mij is het ook goed, want de slaap slaapt het beste
in het duister. Zeker, er zijn mensen die leven en werken nadat de zon is
ondergegaan, maar dat is aan mij nu niet besteed. Mijn temperatuur zakt, de
ogen worden moe. Het lichaam wil horizontaal liggen. Ik kijk naar mijn
geliefde, ze ligt helemaal ingerold tussen de lakens. Alleen haar neus steekt
nog onder de dekens uit.
En dan vertrekt mijn trein naar dromenland. Ik val en
schrik wakker van een paar knallen. Of zijn het schoten uit een pistool?
Misschien valt er nu iemand. We hebben dat werkelijk eens meegemaakt. In de
volgende blog daarover meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten