zondag 20 november 2022

Het donker



Mijn huis grenst aan de achterkant aan een schoolplein. Deze avond horen we brommers ronken, schreeuwende jongens en gelach dat tegen de schoolmuren galmt. Ik kijk uit het zolderraam. Het plein is aardedonker, ernaast, langs het fietspad, zijn enige lampen geplaatst. Het fietspad komt uit bij een gymzaal waarin  kinderen turnen. Ook wordt er gekickbokst. Op een avond werd de deur er uitgeslagen. Ik belde braaf met de politie en ze kwamen zelfs even kijken. We zagen ze met zaklantaarns de omgeving afspeuren. Ik vroeg me af: wie wil er wat stelen uit een gymzaal? Heeft interesse in een paar oude basketballen?

Ik kijk uit het zolderraam. Er is geen maan. Ondanks het donker zie ik van boven schimmen vuurwerkbommen afsteken. Ik ben de verontruste burgerbuurman, gehuld in pyjama, die naar buiten gluurt. De pantoffelheld. In de struiken ritselt een kat. Ik zie twee ogen spiegelen. Pak de muis poesje.

Toen de nacht was geweken, trof ik naast het gymgebouwtje een volledig gesloopte milieuvriendelijke Go scooter. Zo’n scooter vind je op de trottoirs, zoals je paddenstoelen in het bos aantreft. Het verbaasde mij hoe vakkundig hij door het tuig uit elkaar was gehaald. Een paar kleine jongens speelden met wat plastic onderdelen. Ik herkende een spatbord. Ik moest bij dit beeld onwillekeurig denken aan gieren in de woestijn die de restjes van een dood beest verorberen. Naast het wrak rookte een kartonnen doos.  Ik merkte dat de vlammen steeds gulziger aan het karton likten en ik deed een stap naar achter. Vanuit de doos kwamen harde knallen: er zat vuurwerk in. Ik deed nog een stap naar achter.

Maar toch is dit alles zeldzaam in mijn keurige middenklassestraat.  O ja, met oud en nieuw wordt weleens een vuilnisbak opgeblazen, maar verder blijft het netjes. En de donkerte rond het plein is ook goed voor de vogeltjes en de egeltjes en eventueel ander dierlijk leven.

En voor mij is het ook goed, want de slaap slaapt het beste in het duister. Zeker, er zijn mensen die leven en werken nadat de zon is ondergegaan, maar dat is aan mij nu niet besteed. Mijn temperatuur zakt, de ogen worden moe. Het lichaam wil horizontaal liggen. Ik kijk naar mijn geliefde, ze ligt helemaal ingerold tussen de lakens. Alleen haar neus steekt nog onder de dekens uit.

En dan vertrekt mijn trein naar dromenland. Ik val en schrik wakker van een paar knallen. Of zijn het schoten uit een pistool? Misschien valt er nu iemand. We hebben dat werkelijk eens meegemaakt. In de volgende blog daarover meer.


Geen opmerkingen: