In 2009, aan
het eind van december, zat ik op de bank naast mijn aanstaande. Ik zou het
volgend jaar met haar trouwen en er stond een verhuizing in het rooster. Op de
televisie speelde het romantische programma All
you need is love. Buiten sneeuwde het nog romantischer zachte vlokjes. Er
waren in de straat knallen van vuurwerkbommen te horen. Dat zou die avond van
groot belang blijken te zijn. Anja belde met haar oom Ben om hem te feliciteren
met zijn verjaardag. Het werd rond de klok van tien. Ik keek uit het keukenraam
en zag plotseling felblauwe lichten langs het keukenraam glijden. Ik was nog niet uitgekeken, toen de voordeurbel
schelde. Ik deed open en daar stond een man die nog het meest leek op een
ambtenaar die nog twee jaar moet tot zijn pensioen. Hij had een oververmoeid
gezicht. Hij droeg een kort, leren jack en hij vroeg of hij even binnen mocht
komen. Hij vertelde dat hij van de politie was en of mij iets was
opgevallen in
de straat. Nee, zei ik, alleen de kat Sjaak deed wat raar vanavond. Hij was
onrustig. De rechercheur zei dat er een man vermoord was in mijn straat. Johnny
Neslo. Of ik hem kende? Nou, slechts van
gezicht. Ik zag hem twee dagen geleden nog zitten in een stoel. Die stond vlakbij
het raam. Hij keek me toen aan met een afwezige blik. Ik wist dat zijn vrouw
een oppasbedrijfje had. Ik vroeg me weleens af of het niet druk was in dat kleine
huisje met die vier kinderen en dan die oppaskinderen er nog bij. ‘Het gebeurde
om een uur of negen,’ zei de man, terwijl hij mijn opmerkingen opschreef. ‘Met
een pistool.’ Die knallen kon ik niet gehoord hebben, want er werd overal
vuurwerk afgestoken. ‘Bedankt,’ zei de man en hij vertrok. De volgende morgen
kregen we opnieuw bezoek van een rechercheur. Ook hij noteerde dezelfde
opmerkingen met weinig enthousiasme. Toen we die dag de straat doorliepen lag
er overal sneeuw. Het was huiveringwekkend langs de plek van de moord te lopen.
In de witte massa was door de politie
met een soort paarse verf gespoten. We konden het schoenenspoor van de dader
volgen over het bruggetje. Hij verdween voor altijd in het aangrenzende
park. Nu na dertien jaar is de moord
vergeten en de moordenaar zal nooit meer worden gevonden.
Waarschijnlijk
was het drugsgerelateerd. Maar mij houdt het nog altijd bezig omdat het
slachtoffer een vrouw had en vier kinderen. Wat is er met hen gebeurd? Hebben ze
een nieuwe man en vader? Hoe ga je om met dat ene hartsverscheurende feit: mijn vader, mijn man is vermoord. Heb je dan
nog vertrouwen in andere mensen? En wat hield je vader voor je verborgen? Waar
was hij mee bezig? Toen ik na de moord
een berichtje postte op mijn blogpagina kreeg ik een reactie van de vrouw van
het slachtoffer, zij heette Manon en ik ben niet in staat geweest na te gaan of
dit werkelijk de echtgenote was, of iemand anders, het internet kent immers
vele vreemde snuiters. Ik heb de reactie toen niet openbaar gemaakt. Zij
schreef mij een paar dagen na de gebeurtenis:
Hallo Sjoerd, Ik heb je blog gelezen en heb besloten om je te
antwoorden. Ik ben Manon, de partner van John, de buurman die is neergeschoten.
Ik kan niet onder woorden brengen hoe goed het mij en mijn kinderen doet om
alle positieve reacties in de media te lezen. Het is namelijk veel makkelijker
om iets naars over het hele gebeuren te zeggen. Ons gezin is op de dag voor
oudjaar verwoest, kapot gemaakt door een verslagen onbekende, uit het niets,
voor mijn deur.....ik ben mijn partner kwijt, mijn 4 kinderen hun vader. Wat
het achterliggende verhaal ook mocht zijn, dat is de realiteit, de huidige
stand van zaken. Dit kwam voor ons uit het niets, en het is vreselijk voor de
hele buurt dat dit heeft plaatsgevonden. Ik wil je bedanken voor je positieve
benadering. De beste wensen voor het nieuwe jaar..... Groetjes, Manon.
Ze zeggen
dat de tijd alle wonden heelt en dat kan misschien zo zijn, maar die wond
blijft altijd wel een kwetsbare plek. Onzichtbaar vanaf de buitenkant.
En toen de sneeuw met de schoensporen was gesmolten en bij
ons de verhuiswagen voor reed, verdwenen ook de gedachtes aan die donkere avond
in december. En we doen altijd net of er niets is gebeurd. We delen ijspret bij
de sloot, we spelen in het park als de zon schijnt, we gaan naar ons werk. We
leven door, doodgewoon en we geven onze eerste kus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten