Vanavond was ik op het Centraal Station en terwijl ik moest wachten speelde een kleine blonde vrouw een serenade. Ik zag daarbij iets gebeuren. Natuurlijk allemaal mijn fantasie.
De man komt met de trein van 20.25 uur uit Gouda. Ze weet hoe hij loopt, welk poortje hij neemt om uit te checken. Hij heeft een driedelig grijs aan, maar dat is een vermomming. In zijn hart is hij een punker en thuis doet hij een veiligheidsspeld in zijn voorhoofd en draagt hij een vaal shirt met daarop een afbeelding van de Ramones. Dat weet ze. Ze weet alles van hem, ze volgt zijn wegen al heel lang en ongemerkt. Ze werkt in een koffietentje op het stationsplein. En daar zag ze hem het eerst. Zijn mooie stroblonde haar, de forse neus en zijn zachte kakkineuze accent. En ze zag ook zijn trouwring, witgoud, maar al wat doffer. Nu heeft ze besloten voor hem te spelen. Een stuk uit de West Side story, zijn lievelingsmusical. Ze heeft hem Maria, Maria horen fluiten terwijl ze de tafel voor hem schoonmaakte. Maria is haar naam al noemt iedereen haar Marianne. Krachtig slaat ze op de toetsen van de stationspiano. Haar kleine blonde hoofd met krullen en de bril net boven het instrument, schudt heen en weer. Ik zie hem aankomen. Hij draagt weer dat rare, te ruime toneelkostuum. Hij ziet haar spelen. Hij lacht, hij mist een paar tanden en kiezen. Hij kust zijn hand en blaast het kusje naar haar toe. Hij is ook verliefd. De vlam woont aan de andere kant van onze aarde en is net zo klein als de pianospeelster, maar heel donker. En ver weg. Maar 48 honderdste seconde is hij ook van de blonde speelster. Hij buigt, applaudiseert en loopt verder. Zij slaat het slotakkoord. Ze is gelukkig. Ik zie hem haastig in tram 9 schieten op weg naar zijn vrouw. Dank je pianospeelster voor je spel en het kleine moment van geluk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten