Bij de ingang van het winkelcentrum
staat vandaag een laatste orgelman in de striemende wind en regen. Hij heeft de
kerstliederen erop gezet en hij schudt wat met het bakje. De mensen passeren
hem, hun hoofd weggestopt in de jas. Zomers staan er her en der artiesten uit
de Balkan en sommigen zijn ware kunstenaars, zodat je je afvraagt hoe het komt
dat ze op straat staan, zo ver van huis. De orgelman lacht, hij is blij, hij is
buiten. Hij heeft er geen moeite mee. Weer of geen weer. Ook de man van de
groenten, van de markt, is blij en met zijn bulderende stem hoor je hem al van
ver. Hij geeft mijn zoon een mandarijntje. Thijs wordt er verlegen van. We
slalommen langs mensen die voorbij schieten met boordevol gevulde karretjes en
Thijs krijgt zijn eigen kleine karretje, met een vlaggetje. Die mensen kijken
niet zo blij als de orgelman, niet zo blij als de groenteboer en ook niet zo
vrolijk als het vrouwtje dat haar straatkranten probeert te slijten. De
meerderheid hier heeft een ernstige uitdrukking en de minderheid geniet.
Tegenwoordig denk ik dat het gezegde ‘je bent wat je eet’ een serieuze uitspraak is, want de energie en
het eten van de orgelman en de krantenjongen en de groentekoning zijn meer met
elkaar in evenwicht. Zij staan buiten in de elementen de kilojoules op te
stoken, zij happen frisse lucht, hun vingers en tenen vriezen eraf en in
augustus zweten ze alle giftige dampen
uit hun poriƫn. Ik vrees dat je buik barstensvol bikken, daarna in een
stoel of autostoel ploffen en de ramen en deuren stijf dichthouden van mensen
een muggezifterig type maakt. Iemand die anoniem gaat klagen op het internet, of
op Geert Wilders gaat stemmen. Het is de lifestyle die het gehalte aan zuur
bepaalt. Een levenswijze van veel gemak en verstopte aderen, vooral die in de
hersenen. Ik stop twintig centen in het bakje van de orgelman en denk in een
flits na over mezelf. Wat is mijn lifestyle? Ben ik ook een couchaardappel ?
Deels wel, ik zou niet met de orgelaar kunnen ruilen. Ik ben ook iets boller
geworden, maar ik ben nog wel in staat over mijn toestand na te denken en de
fiets te pakken. Jongens, die heerlijke fiets. Verleden week reed ik ermee naar
de tandarts, dwars door de landerijen. Zweet op de rug, en zingen gaat ook heel
goed op het rijwielpad, wist je dat? Daar
is de orgelman, daar is de orgelman, met zijn piere- pierement, een oud
liedje, maar je kunt ook best iets van Adele zingen. Ik betrad lachend het
vreesvertrek. Dat doen lichamelijke inspanning en buitenlucht. Ons lichaam wil
dat we flink bewegen en weinig eten en onze ziel en zaligheid sluit zich
daarbij aan. Ik schrijf dit terwijl het land zich een hernia eet en ikzelf op
de bank zit met een chipje en een glaasje wijn. En de orgelman zijn centen
telt..
december 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten