Leonardo,
mijn kapper, vertelde me dit verhaal: de buurman van miijn vriend van zijn neef
had een oom die al wat werkelijk schoon was en rook naar lentegroen van 18 jaar
wilde bezitten. Gelukkig bezat hij een stralende glimlach met donkere, niet te
ontlopen ogen die vrouwen smeekten hem te mogen frequenteren. Daarom was het
redelijk druk in zijn slaapkamer. Deze man, die innemend en tegelijk ook
berekend en meedogenloos was, luisterde naar de naam Birgil. Hij had een vrouw
die Patricia heette en zoveel kocht en shopte dat zij geen tijd had zijn ontrouwe gangen na te gaan. Echter, deze
man bleek een getalenteerd songwriter. Zo getalenteerd dat zijn werk goed werd
verkocht en hij steeds rijker en brutaler werd. Hij kocht huizen waarin de
minnaressen mochten verblijven en hij stelde als voorwaarde dat ze geen vreemde
mannen mochten binnen laten. Maar een der vrouwen duwde een dominosteentje om.
Zij voelde zich opgesloten in haar weelderige leenhuis. Zij zag haar lief
slechts driemaal per jaar. En wanneer ging hij
nu eindelijk eens scheiden van Patricia? Ze besloot wraak te nemen. Ze
vond in een van zijn achtergebleven jasjes een telefoon met nummers en ook die
van zijn enige echte echtgenote stond erin. Zij belde met deze vrouw en
vertelde alles. Alle boosheid kwam eruit. Ze ontplofte. Patricia was nu ook
ontbrand. Op een groot bord in de keuken wist zij alle huizen met dames in beeld
te brengen. Het waren er maar liefst acht: Yvonne in Cannes, Lio in Reims,
Katja in Paris, Sandra in Bordeaux, Yvet in Rennes, Catharine in Marseille,
Roger in Milaan, en Hélène in Saint-Tropez.
Op een dag
kwam de gevierde zanger thuis. Hij had een geur van whisky en roem om zijn
schouders. Zij droeg een doorschijnend nachtkleed en had haar lippen
roodgestift. Met een zwoele parfum lokte ze hem in haar boudoir. Maar achter
haar rug had zij een bijl waarmee zij het hout voor de haard hakte. ‘Kom maar
lief mannetje van me,’ kirde ze in haar glansrol. Hij ontkleedde zich
schaapachtig, maar gretig en kreeg wilde visioenen, toen zij zich plotseling
omdraaide en de bijl liet vallen.
Lang zocht
de politie naar het afgehakte element, maar slaagde niet. De verdachte wenste
nimmer te spreken waar zij het dingetje had gelaten. De jaren gingen voorbij.
De zanger werd vergeten en de vrouw kwam na jaren vrij.
Het huis van
Patricia en haar ongelukkige artiest werd inmiddels bewoond door een ouder,
ziekelijk echtpaar. De waterleiding was gesprongen en een loodgieter moest met
zijn hoofd in het keukenkastje onder de gootsteen. Hij riep plotseling: ‘Wat is
dit nou?’ Hij toonde de oude man een grijzig, versteend voorwerp van een
centimeter of vijf, dat verdacht veel op een piemel leek. De vakman blies het
stof eraf. ‘Die van mij is gelukkig groter, nou, wilt u hebben voor uw
verzameling of doe ik hem bij het afval?’
Uit: 333 dingen om te schrijven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten