maandag 27 december 2010

Gedichtje uit 1995

Vervang liefde
door het woordje ‘tederheid’
niet alleen gevoel
voor die mooie meid
maar ook voor die ouwe geit
tederheid
tederheid

Liefde in z’n meest ruime jas
tederheid
tederheid
een woord, een lach, een arm,
een kaart, een zoen, een lied,
tederheid
tederheid, je kijkt in
het tedere gezicht van geluk.

Liefde in zijn meest ruime jas
tederheid
tederheid
een blik, een hand, een gebaar,
een ik-zal-voor –u-opstaan
tederheid,
tederheid, je kijkt in
het tedere gezicht van geluk.

1-6-1995

zondag 26 december 2010

T is weer voorbij

We moeten de kerstkaarten nog op de deur plakken en de cadeautjes liggen niet uitgepakt naast de nepboom. De sneeuw lijkt wel weg te dooien, zojuist kwam het gewoon door de schuifdeur heen geperst. Die had even opengestaan en kennelijk was er toen neerslag. Nu schrijf ik dit na met de handdoek deze Louisiana ramp te hebben bestreden. Kerst was kort, maar ok, we zijn niet ingesneeuwd, de boom is blijven staan, we zijn niet van de weg gegleden, de gourmet is niet aangebrand en iedereen in onze fam is nog bij elkaar en we hoeven niet naar Berts familie diner. Ook de baby is gewoon in de buik gebleven. Helaas ging het zelfgemaakte nagerecht er eigenlijk niet meer in. Het was een hazelnoot toetje en het was lekker, maar aan de machtige kant.
En we hebben aan de noodlijdenden gedacht, maar dat doen we niet alleen met kerst.
Nu nog de laatste stappen van het jaar. We zetten onze hersenen bijna op stand nul en kijken naar All you need is lof (spreek het uit als de groente) en denken terug aan vorig jaar. Toen keken we daar ook naar en tijdens dat kijken werd er een man vermoord in onze straat. Die moord is nog steeds niet opgelost, ook niet na onze verhuizing. Hoe zou het gaan met de achterblijvers, vrouw en kinderen?
Ik wil iedereen nog even op het hart drukken voorzichtig te zijn met vuurwerk. In een land waarin zowat alles verboden is, mag het afsteken van explosieven gewoon ongestraft door onbevoegden. Vorig jaar stak een dronken man een vuurpijl af, terwijl hij die tussen zijn benen had geklemd. Daarmee schoot hij ook zijn kaboutertje af. Hoe dom kun je zijn?

donderdag 23 december 2010

Kotsie de kotsie (een kerstboodschap)

Hier in huis is het vermakelijk. Als Sissie, onze lieve ragdoll poes braakt, dan komt Sjaak, de Rotterdamse straathoek kater, als hulp in de huishouding dat opeten. Sjaak braakt zelf ook weleens, liefst midden in de nacht, van bloe-bloe-bloe-bloep, gaat dat dan, met een zurig luchtje erbij. Ik weet het, dit is geen stukje voor bij een kerstdiner of er na. Minoes hoor ik ook weleens maar die doet het gewoon op de bak, dat scheelt. Minoes is weer erg met het slopen van onze goedliggende tweedehands 100 (zes jaar geleden) euro bank.
De laatste tijd heeft Anja zich bij dit gezelschap gevoegd en zij gaf laatst over toen ze met een goede vriendin aan de telefoon was. Ik was boven, hoorde haar praten en plotseling braakgeluiden dus ik moest the phone overnemen.
En ik zelf? Ik heb het moeilijk 's morgens met de tandenborstel. 'Kotsie de kotsie?' vraagt Anja dan vrolijk, terwijl ik het net aan kan tegenhouden. Ja, laatst ook bij de tandarts. Het kwam zomaar opzetten. 'Sorry,' hijgde ik.
En dan krijgen we straks ook nog een kleine die gezellig mee gaat doen met de rest.
Wij maken het toetje voor het kerstdiner, het moet nog geheim blijven. Maar het zal smakelijk zijn, geen voer voor kotsie.

woensdag 22 december 2010

Algarve

Sneeuw is leuk, maar niet 's morgens om half zeven als je naar je arbeidsplek moet.
Het aankleden alleen al duurt al een half uur (beetje overdreven). Muts, handschoenen, extra broek, een Michelin mannetje dat over de straat schuift. En dan nog lekker op de trein wachten, dat is helemaal erg. Omringd door andere kleumenden krijg ik gedachtes die ver weg, heel ver weg zijn. Ik ben weer terug in Albufeira, de Algarve in Portugal, waar nog weinig mooi is, behalve dan die rotsen en die zee, die zo mooi is dat je het bijna niet kan geloven, zo'n kleur blauw die de kleur van de hemel moet zijn. Maar het allermooiste aan de Algarve is het klimaat. Het is zo heerlijk, niet te vochtig en niet te droog met een Afrikaanse wind erbij. Als je van de rots naar beneden gaat, via een niet al te veilige afdaling, kom je tussen de rotsen op je eigen prive strand.
Als je achterover gaat liggen op het zachte zand heb je geen last meer van de lelijke flats en golflinks achter je. Je voelt je een met het steen en het water, dat verrassend veel kracht heeft, als je erin zwemt.
Nou, daar verlang ik dus naar bij deze temperatuur, languit liggen in de zon.
De ijsgekte gaat aan me voorbij. Mijn energie wordt opgewekt door warmte en licht.In mijn paspoort staat wel dat ik Nederlander ben, maar wat dat betreft niet.

dinsdag 21 december 2010

Ik sta in je kamer

Ik sta in je kamer,
maar jij bent er nog niet
je zit in mama’s buik
en niemand die je ziet.
Je hebt al gordijnen
met een Winnieh Poeh motief
ik ken je van de echo’s
en ik vind je nu al lief.

Ik moet nog even testen
of de waterkruik wel sluit
want anders loopt
het hete water er zo uit.
Je wiegje moet straks komen
maar het is nog vroeg,
als je gewoon blijft zitten,
is er tijd genoeg.

Je moet me vertrouwen,
dat ik er voor je ben,
dat ik nu al van je hou
hoewel ik je niet ken.
Nog tien weken wachten,
dan zijn we een gezin,
hoe zullen dan de nachten zijn
en hoe wordt het begin?

Het aankleedkussen ligt al klaar,
op de commode bij het raam,
ben je een jongen of een meisje,
je krijgt van ons een naam.
Zo stil en ook zo gek,
dat je er al bent en ook weer niet
in deze mooie kamer,
waarin ik, zonder jou,
een moment geniet.

Ik sta in je kamer,
zie de bomen zonder blad,
toch voel ik me heel vrolijk
want jij komt op mijn pad.
Baby, ik ga weer verder
met de dagelijkse troep,
ga jij maar lekker groeien,
pappie maakt voor mammie
een lekkere tomatensoep.


Ze zeggen dat je als ouder,
prenataal al praten moet,
ik hoop dat je dat snapt
dat je niet denkt:
pa, die is niet goed.
Nu laat ik je met rust schat,
ga maar spelen met je teen,
ik laat je in je ‘kamer’,
tot de lente komt, alleen.

maandag 20 december 2010

Zondagochtend ritje

Zondagochtend bracht ik Anja naar haar werk. Het was bar vroeg. Half zeven in de ochtend. Eerst de auto uit de sneeuw hakken. Je moet wat over hebben voor de liefde. Eindelijk leek het ding weer op een auto in plaats van op een of ander kunstwerk uit een kunstgalerie. De deur voorzichtig open maken en je dan in de bevroren mobiel wringen. En het stuur is koud..! Heel voorzichtig in zijn achteruit, er kwam een vreemd gekraak onder de bolide vandaan. Gelukkig, hij deed het nog. Ook handig dat we weer een binnenspiegel hebben. Laatst rolde die er zomaar af en een moeite dat we hebben gedaan het ding er weer aan te krijgen. Uiteindelijk moest de garage het doen. Nu voorzichtig vooruit. Moet je ook eens proberen, ( liever niet), zet de auto in zijn twee en hij rijdt gewoon zonder dat je gas geeft. In zijn een lukt dat niet. Het voelt weer als de eerste rijles. Glibberig en licht onzeker zweefden we over de voormalige asfaltweg. Een slingerende fietser (wat deed die zo vroeg daar?) liet zien dat fietsen een kunst is die weinigen beheersen, zeker als het op ijs is. Ik moest dus weer denken aan de rijles, bij een heuveltje stopte ik en toen ik erover heen wilde, spinden de wielen als een formule 1, maar er gebeurde niks. 'Rustig gas geven,' zei Anja. 'Soms trek je weleens wild op, dan vind ik je heel stoer, maar dit is een mooi leermoment..'
Op de weg werden we nog ingehaald door coureurs met een winterdip, die wilden gewoon dood. Uiteindelijk toch aangekomen bij het gesticht en afscheid genomen.
Ik reed weer terug door de donkere ochtend, er was niemand op de weg. Uit de radio kwamen kerstliedjes. Ik hoorde Wham met Last Christmas niet, ik denk dat niemand die plaat meer kan horen. Ik ben geen held in de auto hoor, ik deed ook best lang over de lessen. Ik bouwde zo een hele vriendschap op met de leraar, zo vaak had ik les. Hij droeg gedichten voor uit zijn hoofd en besprak de krant. Mijn moeder heeft er ook heel lang over gedaan en die zei op een gegeven moment tegen de leraar: 'Vrouwen van boven de veertig hoeven geen bochtje achteruit te doen..!' Was die man dat gaan navragen bij het CBR, om je dood te lachen! Zij was sowieso lekker bezig. Op haar examen vergat ze de examinator binnen te laten, tot hij op het raampje klopte. Na mijn eerste examen zei de examinator dat hij niet met mij naar Rotterdam wilde. Hij wilde ook steeds dat ik harder ging rijden, het was echt een bruut.
Ik reed verder, bijna weer thuis. Door de verlaten en slapende wereld.
Tot de laatste meter goed opletten, zou het zout hier al op zijn? Anja moest een zak zout halen voor bij de bevalling. Maar waarom? Het stond op het lijstje.
Ik parkeer de wagen naast die van de buurman en wrik me eruit. Tijd voor nog een tukje.

zondag 19 december 2010

Het leed dat kerstboom heet

Een echte boom is natuurlijk hartstikke mooi, maar onze drie lieverdjes denken daar anders over. Zij zien de boom als een leuke speelmaat. Daarom hebben we al sinds lang een twintig centimeter hoog nep exemplaar. Ze hebben daar geen interesse in. Maar dan mijn ouders. Wij kwamen vanmiddag bij hen op visite en zagen de kerstboom, het was een mooi ding, maar erg krom. We schoten een beetje in de lach. Toen we een tijdje zaten en gewend waren aan het aparte boompje hoorden we een soort waterval geluid. Ik bukte om te kijken wat het was. Er stroomde water uit de emmer. Ook dat nog, er zat een lek in! Met mijn vader probeerde ik de boom met kluit omhoog te tillen, maar hij zat vol water en was wel zwaar geworden. De modder vloog alle kanten uit, de ballen moesten er weer uit en de lichten gedoofd. De kerstsfeer was abrupt verbroken en de bagger zat aan de muur. Maar we hebben wel lol gehad en dat is toch ook de bedoeling van kerst.