donderdag 27 augustus 2009

Allessandro en Claudio


In een ver land, dat heel warm was en aan de grote, diepblauwe zee lag, woonde eens een man die Allessandro heette. Hij was een knappe, bruine man en hij kon heel goed koken. De lekkerste gerechten maakte hij en hij vertelde nooit aan iemand hoe hij dat deed.
Dat was zijn geheim. Alleen Claudio, de ober in hun restaurant keek weleens over zijn schouders, stiekem. ’s Morgens sliepen ze altijd uit, om dan ’s middags naar de markt te gaan, die in hun kleine dorp dagelijks werd georganiseerd. Dat deden ze ook al zo lang. Allessandro en Claudio waren broers en ze kenden alle kooplieden van de markt. Cesario lachte altijd. Hij verkocht citroenen. En Miranda, zij verkocht broden. En dan was er nog Mario, die vis verkocht.
De mannen bleven stil staan.
‘Wat voor vis heb je vandaag Mario?’ vroeg Allesandro.
‘Ik heb vandaag een ele speciale fiesj,’ fluisterde het kereltje.
Mario aarzelde, zuchtte even en wees toen op een enorme vis. Hij was zeker een meter lang.
‘Eel speciaaal,’ zei hij zacht. ‘Ook ele speciaaale prijsje ... voor joellie ..’
‘Wat is dat dan voor vis Mario?’ vroeg Allesandro.
‘Dat is een porreguantanatakilaka..’
‘Een watte..?’ vroegen de broertjes tegelijk.
‘Een porreguantanatakilaka ... een heerlijke vis, super lekker, gebeurt maar heel zelden dat ik er eentje zie.. hiermee kun je een prijs winnen voor het lekkerste restaurant van de hele wereld..’ ‘Zo,’ zei Allesandro gretig. ‘En wat mag deze vis kosten?’
‘Voor jou, omdat jij mijn vriend bent…vijftig en een half ... ’
‘Vijftig en een half? Is die vis van goud, wat een hoop geld Mario, dat is ons hele maandloon .. Ik zou zeggen veertig en een half ...’
‘Waar moet ik dan van leven met zulke klanten? Vijfenveertig en een half ...’
‘Goed, goed,’ sprak Claudio. ‘Vijfenveertig en een half.. we nemen de vis ... de porregudinges ...’
Ze betaalden en sleepten de vis naar het restaurant. Hij woog erg veel dus ze moesten al hun spieren aanspreken! Ze hesen de vis in het vriesvak en begonnen met de voorbereiding voor de
avond: schoonmaken, tafels dekken, alvast de beroemde soep koken.
Het werd snel avond en Allessandro besloot de vis te gaan verwerken.
Plotseling hoorde Claudio, die de wijn aan het proeven was, een harde gil uit de keuken. Hij spoog de wijn uit, rende naar de keuken en zag Allessandro geschrokken met een mes naar de vis wijzen ... De buik was opengesneden en er stak iets uit. Het leek wel een voet!
‘Wat is er gebeurd Allessandro?’ vroeg Claudio bezorgd. ‘Ik zag, ik zag…’
hijgde Allessandro. ‘Wat zag je?’ drong Claudio aan. ‘Ik zag … een baby!’
Claudio zag het nu ook. In de buik van de vis zat een baby en het spartelde
met zijn handjes. ‘Een baby,’ zei hij starend. ‘Een baby, die kunnen we niet serveren in het restaurant, die kost alleen maar ... melk!’
‘Ja melk,’ zei Allessandro. ‘Maar hoe komt de baby in de buik van deze vis?’
‘Hoe komt hij eruit?’ vroeg Claudio praktisch.
‘Trekken!’ Allessandro stak een grote hand uit en trok aan de handjes
van het kind. ‘Niet zo hard!’ Waarschuwde Claudio en hij duwde een beetje tegen.
Langzaam kwam het kindje, een meisje, naar buiten. Ze keken er allebei ademloos naar. Het was mooi roze en begon te huilen. ‘Ook dat nog!’ zuchtte Claudio. ‘Dat is niet goed voor mijn klandizie, dat lawaai!’
‘Allessandro broeder!’ riep Claudio plotseling en zijn ogen werden groot als schoteltjes. ‘Het kindje, kijk dan!’ Allessandro zag het nu ook: het kindje had geen beentjes en geen voetjes,
maar een staart! Bovendien had het heel lang, blond haar.
‘Een zeemeermin kindje, een staart en heel lang haar!’ mompelde Claudio, ‘die mogen we misschien wel opdienen!’
‘De vis is niet zijn moeder,’ zei Allessandro ernstig. ‘Hij is ingeslikt door deze knaap. En hij leeft…’
‘Is goed te horen ...’ Allessandro pakte het kindje op en zoende het. ‘Een zeemeerminbaby moet in water ... ’
Ze lieten snel een bak vollopen met warm water en deden het jong er voorzichtig in. Daarin zwom het direct heel vrolijk heen en weer, als een blije vis.
Het spartelde, dartelde, sprong omhoog, dook onder water en spoot vocht als een fontein.
‘Water was goed!’ zei Allessandro.
‘Ok, maar wat doen we nu?’
‘Naar zee brengen,’ zei de kok.
‘Dat kan toch niet!’ protesteerde de ober. ‘Hij heeft een moeder nodig!’
‘Waarom dan? Hij kan toch al zwemmen? Kijk, heeft geen zwemdiploma
nodig!’ ‘Eten, mijnheer de kok, hij moet drinken bij zijn moeder, melk ..’
‘Het is een vis, die drinkt geen melk ... ’
‘Het is geen vis, het is een meerminbaby!’
Toen ging de deur van de keuken open en Gentilia kwam binnen. Zij was de baas van het restaurant en zij telde de centjes en gaf Allessandro en Claudio aan het eind van de maand hun loon. Veels te weinig, vonden zij, voor zo’n befaamd restaurant.
‘Wat maken jullie een herrie!’ riep ze. ‘Hebben jullie ruzie?’
‘Nee!’ loog Allessandro.
‘Nee!’ loog Claudio.
‘Dus jullie hebben ruzie!’ concludeerde Gentilia. Toen zag ze de meermin zwemmen.
‘Nee!’ loog Allessandro.
‘Nee hoor! loog Claudio.
‘Dus jullie hebben ruzie!’ concludeerde Gentilia. Toen zag ze de meermin baby zwemmen.
‘Wat is dat voor vis?’ riep ze geschrokken. De beide mannen zwegen.
‘Jullie halen toch geen rottigheid uit hè?’
Ze duwde de mannen opzij en keek in de bak. ‘O! Een zeemeermin baby! Wat schattig en o ... wat heerlijk om op te eten! Dat is een echte lekkernij, volgens mijn grootmoeder. Ik heb het nooit gegeten, maar het schijnt heerlijk te zijn! Met dille en marjolein en een snufje peper. Waar wachten jullie nog op? Over een uur gaan we open. Hup, hup! Maak ‘ m klaar! O, en knip zijn haar af, dan kan hij niet ontsnappen, als je een zeermeermin vangt is dat het eerste wat je moet
doen, onthou dat!’ Ze beende weg en Allessandro en Claudio hoorden de voordeur slaan en daarna een auto wegrijden. Claudio pakte een schaar en knipte de blonde lokken van de baby af. Het leek haar weinig te doen.
Daarna liepen ze samen voorzichtig het restaurant binnen met de meerminbaby en keken om hen heen. Gentilia was nergens te bekennen. Zachtjes lieten ze haar in het aquarium zakken. Het water stroomde over de rand, Claudio rende om een dweil te halen. ‘Wat als ze het ziet?’vroeg hij toen hij uitgedweild was.
‘Ze ziet het niet joh, zeg niet zulke stomme dingen..!’ Zei Allessandro en daarin had hij gelijk: Gentilia zag die avond niks. Er was een ouder echtpaar dat zeemeermin baby bestelde en die kregen haringen op hun bord. Ze merkten niets.
‘Heerlijk!’ zei Gentilia die opgetogen was en de keuken kwam binnenstralen. ‘Zeg mannen van me … die zeemeerminbaby, wat een succes is dat ... hoe krijgen we daar meer van? Hebben jullie het adres nog van de leverancier?’ Maar voor ze antwoord konden geven, was Gentilia al weg. ‘Krijgen we nu ook salarisverhoging?’ lachte Claudio, want hij had al in geen jaren meer opslag gehad.
Het werd nacht. Ze doofden de oven, wasten af en ruimden op. Daarna zaten ze bij elkaar in het restaurant, met een glas rode wijn. De gasten waren allemaal weg. ‘Wat gaan we doen met haar?’ wees Allessandro naar de baby. ‘We kunnen haar hier niet houden, dan gaat ze dood..’ In de baby zat inderdaad nog weinig leven. Ze dreef, maar meer ook niet.
‘We brengen haar naar zee,’ zei Claudio.
‘Wanneer?’
‘Nu…’
De twee mannen pakten de meermin. Plots hoorden ze: “Wat moet dat?’ het was Gentilia. ‘Wij… eh …’ begon Claudio. Maar Claudio pakte de meermin en rende met haar naar de achterdeur.
‘Houd de dief!’ riep Gentilia. ‘Politie!' Ze draaide een alarmnummer en Allessandro probeerde haar tegen te houden. ‘Niet doen!’ riep hij. Maar de politie kwam snel. Ze renden achter Claudio aan die zich naar de zee haastte. De baby huilde oorverdovend. ‘Stil joh!’riep Claudio. ‘Ik breng je terug!' Hij was bijna bij de zee. Nog vijf meter. Hij was omsingeld door agenten. Ze wilden op hem schieten met hun pistolen, maar plotseling lag er op de golven een prachtige vrouw. Een zeemeermin. Ze had een schitterende, lange staart en prachtig lang golvend blond haar.
Ze riep: ‘Monsieur, heeft u misschien mijn baby gezien?’
De vier agenten liepen op Claudio af.
Toen wees de meermin op de baby en ze riep: ‘Dat is mijn baby! Houd de dief!’
In de verte kwam Gentilia aangerend.
‘Dat is mijn vis! Agent, hij heeft hem gestolen uit mijn restaurant! Houd de dief!’
De oudste politie agent begreep er niets meer van.
Van wie was nu de baby of de vis?
Toen zei hij rustig: ‘Goed als ze van jullie allebei is, dan hak ik haar doormidden!’
Hij pakte zijn zwaard en met de andere hand hield hij de kleine omhoog.
‘Nee!’ riep de mooie meerminmevrouw. ‘ Geef haar dan aan die andere
vrouw !’ ‘Nee!’ riep Gentilia. ‘Geef haar dan aan haar, die zeemeermin.’
‘Dan hak ik nu de baby doormidden!’ zei de agent en zijn zwaard ging omhoog en iedereen hield zijn adem in. Maar toen deed de baby iets wat alle babietjes doen overal ter wereld, of ze nu in de zee leven, of in de lucht, of op het land. Zij deed een poepje en het poepje viel boven op de neus van de arme agent. “ Jeg, getsie!’ riep die van de schrik. ‘Bah, wat vies!’
Het was ook een heel vies gezicht, die agent in zijn mooie pak, met op zijn neus een grote bruine flats. ‘Jullie mogen hem houden!’ riep hij boos. ‘Ik heb er genoeg van. Zoek het maar uit!’ Hij wierp het kindje in de zee en stak zelf zijn hoofd onder water om de snert eraf te wassen.
De moeder meermin zwom naar de baby en nam haar in haar armen.
In het licht van de maan was goed te zien dat de haren van het kindje begonnen te groeien en heel snel weer heel lang en golvend blond werden.
‘De baby is weer vrij!’ huilde Gentilia. ‘De haren zijn weer lang! Wat een pech!’
‘Je bent weer van mij!’ huilde de meerminmoeder. ‘Kind wat heb ik je gemist! Wat heb je me aangedaan door in die vis te zwemmen!’
Ze spartelden in de zee en zwommen toen naar de horizon. Daarna heeft nooit meer iemand ze gezien. Ze leven gelukkig in hun meerminnenstad, op de bodem van de grote oceaan.
Maar Claudio en Allessandro werden nog diezelfde nacht ontslagen door Gentilia en begonnen de volgende ochtend hun eigen restaurant. Soms vertellen ze er over aan de gasten die heel hard moesten lachen om het verhaal. ‘Hebben jullie een foto van de meerminbaby?’ vragen
sommigen. ‘Nee,’ zeggen ze dan tegelijk. ‘Wij hebben haar in ons hart..!’ en dan kloppen ze op hun trotse borst.
Ga maar eens eten bij ze, en let dan eens op dat lange lint dat aan het plafond hangt, boven het aquarium, is dat soms het zeemeerminnenbaby haar?