zaterdag 16 september 2023

Mijnheer Oplawaai op de Prinsengracht

 

                                            foto Amsterdam gemaakt vlak voor eerste corona uitbraak


Mijnheer Oplawaai wandelde over de Prinsengracht. Het weer was mooi, de zon scheen, het was half augustus, tegen de avond. Hij kon zich niet gelukkiger voelen dan op deze plek, op dit tijdstip. Er zaten twee gebruinde mannen voor hun deur en die groette hij. Er lieten twee honden een meisje uit en die groette hij ook. Een man die zat te schrijven aan een tafeltje, liet hij met rust.  “Wie schrijft, die blijft, ” dacht hij. Het carillon van de Westertoren riedelde.

Mijnheer Oplawaai betrad de hoofdstedelijke bibliotheek en vroeg naar het werk van Anne Frank, want dat had hij nog nooit gelezen.

“Het dagboek?” vroeg de medewerker.

“Eh..”  zei Oplawaai geschrokken, want hij wist nog niet dat er veel over Anne Frank geschreven was. “Ja,” zei hij beschaamd. “Het dagboek alstublieft..”

Toen hij terugliep met het boek in de tas, zag hij een verzameling mensen opgewonden voor de deur staan. Het waren meest buitenlandse toeristen. Het Anne Frank huis stond er vredig bij. Gewoon een huis net als alle andere huizen. Niet overdreven een symbool tegen vervolging. “Dan heeft het boek toch een grotere functie en een groter bereik,” dacht hij.

“Waar ben je geweest?” vroeg zijn vrouw bezorgd.

“Ik heb een boek geleend..  Anne Frank.. je weet wel.. de onderduikster,” antwoordde hij.

“O Anne Frank,” zei zij. “Was dat niet die zangeres die voor de oorlog zulke successen had ?”

“Je moet het maar eens lezen,” zuchtte mijnheer Oplawaai diep.

 

Geschreven 16-8-1999

 

Geen opmerkingen: