vrijdag 26 juli 2019

Nog meer warmte

Zelfs kat Jip heeft een coldpack gekregen. Hij zag er sloom uit. Op de tafel staat een ventilator te blazen, met daarvoor een fles gevuld met ijs. Buiten begint het nu in de avond te waaien, hier en daar valt al regen. Het duurt wel even eer het loeihete huis is afgekoeld. Vooral de dakpannen zijn daar schuldig aan.

donderdag 25 juli 2019

En de hitte ging door...


En vandaag ging de hitte door en legde het land min of meer lam. Mensen kunnen hun werk nauwelijks nog doen. Het is zwaar afzien.Naar het strand gaan, helpt bij 40 graden ook niet meer. Er is geen schaduw.
Nu is het hier in de avond nog 27 graden. De natuur heeft ons in de greep.
Ik werd vanmiddag een beetje minder lekker, hoofdpijn. Dat zou kunnen komen door wel te drinken, maar minder te eten. Daardoor zakt het percentage natrium en dat is slecht voor het functioneren van het brein. Morgen ga ik bouillon gebruiken, want ook dan wordt het vreselijk warm.       

De hitte van vandaag woensdag 24 juli 2019


donderdag 25 juli 0.00 uur.

Vanuit Spanje kwam de hitte vandaag ons land binnen gedreven. Het huis is opgewarmd. Buiten is het afgekoeld. Ik woon dicht bij de zee, daar is het minder warm als in de rest van het land. De thermo steeg vandaag naar ongeveer 33 graden. Dus zat ik hier te schuilen, eigenlijk. Ik heb nu de achterdeur open gezet. De koele lucht stroomt de kamer binnen, maar het steen is opgewarmd, dat gaat niet zomaar over. Als ik de tuin in loop, is het stil en donker. Geen kroeggeluiden. Eigenlijk doodse stilte. Aan de zuidwestelijke hemel staat een heldere ster. Ik weet niet welke.
Morgen zal het opnieuw heet zijn.
Hoor ik daar katten vechten in de struiken? 

Ik heb een tijd niet geschreven op deze blogpagina, vanwege allerlei strubbelingen in de werksfeer.
Nu ga ik weer moedig verder.       

vrijdag 22 februari 2019

Beschrijf een wachtkamer van de tandarts, vanuit het gezichtspunt van de wandklok.



  
8.00 ’s Ochtends. Sjaak, de tandarts, komt binnen. Doet zijn jas uit. Gaat koffie zetten. Hij drinkt, daarna doet hij zijn groene tandartspak aan. De assistente komt ook binnen. Ze is gebruind, op haar schouders zelfs rood. Ze vertelt een heel verhaal over haar vakantie in Griekenland en dat ze daar een leuke Oostenrijker is tegengekomen. Herbert Unterwasser heet hij. Hij is al wat ouder, maar dat maakt haar niet veel uit. Hij zoent goed. Sjaak knikt. Hij vertelt dat zijn zoon net geslaagd is voor zijn eindexamen van de middelbare school. Die zoon, die Wonder Joy heet, wil ook tandarts worden, maar hij ligt het liefste de hele dag op de bank te spelen met zijn gameboy. ‘Hoe vin je dat nou?’ vraagt hij. ‘De jeugd, ‘zucht zij. ‘Die van mij zitten de hele dag op hun kamer. Ik weet niet eens wat ze doen achter die deur.’ Ze start de computer, het apparaat gaat heel langzaam. Dan komt de eerste patiënt binnen. Een beverige oude heer met één stok en twee tanden. Sjaak herkent hem direct: zijn vroegere onderwijzer van de 6e klas, de heer Vankoudeenhetevuren. De man valt bijna om. ‘Alles goed met u?’roept hij in het linkeroor.’ Je hoeft niet zo te schreeuwen!’ roept de kerel. “Ik ben hier voor mijn tanden, niet voor een gehoortest. ‘Ik heb bij u in de klas gezeten,’ zegt Sjaak terwijl hij de laatste dentalen bekijkt en betimmert. ‘Jij was een dondersteen,’ roept de patiënt. ‘Wat jij allemaal uitvrat, ik wilde je het liefst opsluiten in de kelder. Jammer genoeg mocht dat niet.’ Sjaak legt het spiegeltje terug. ‘Ik was een hele brave jongen,’ protesteert hij. ‘Bent u niet in de war met mijn broer Henk, Henkie van de Broek.’ ‘Nee, nee!’ roept de man. ‘Jij was het en kijk maar eens wat er van je geworden is: tandarts. En je kon zo goed leren!’

donderdag 21 februari 2019

De vrijwilligers van het spoorwegmuseum



De vrijwilligers van het spoorwegmuseum poetsen en verven en sleutelen. Rijden de treinen weg en weer terug. Smeren de wielen, repareren de koppelingen. Meestal zijn ze onzichtbaar, maar ik heb er toch een paar weten vast te leggen. U begrijpt dat dit stukje een dankzegging is aan deze krachten. Zijn er ook vrouwen bij? Dank, ik ben met Thijs al een keer of 20 in dit prachtige museum geweest. Vandaag weer. Eerst door de wintersporttrein van Bernard en Juliana, dan in de DDR, de eerste grote, gele dubbeldekker. Enzovoort. Is het een museum in een speeltuin of een speeltuin in een museum? 
Dames en heren, houd de treinen op de rails! En tot de volgende 20 keer.

zondag 10 februari 2019

Prent Grafisch Atelier Alkmaar J Hollenberg S van Berkel

Een mooie tekening van de kunstenaar Jan Hollenberg, met een gedicht van mij, uit 1996. Deze prent is gemaakt in het Grafisch Atelier door Jos van Amsterdam.

De wachtkamer van de tandarts

Beschrijf een wachtkamer van de tandarts, vanuit het gezichtspunt van de wandklok.
8.00 ’s Ochtends. Sjaak, de tandarts, komt binnen. Doet zijn jas uit. Gaat koffie zetten. Hij drinkt, daarna doet hij zijn groene tandartspak aan. De assistente komt ook binnen. Ze is gebruind, op haar schouders zelfs rood. Ze vertelt een heel verhaal over haar vakantie in Griekenland en dat ze daar een leuke Oostenrijker is tegengekomen. Herbert Unterwasser heet hij. Hij is al wat ouder, maar dat maakt haar niet veel uit. Hij zoent goed. Sjaak knikt. Hij vertelt dat zijn zoon net geslaagd is voor zijn eindexamen van de middelbare school. Die zoon, die Wonder Joy heet, wil ook tandarts worden, maar hij ligt het liefste de hele dag op de bank te spelen met zijn gameboy. ‘Hoe vin je dat nou?’ vraagt hij. ‘De jeugd, ‘zucht zij. ‘Die van mij zitten de hele dag op hun kamer. Ik weet niet eens wat ze doen achter die deur.’ Ze start de computer, het apparaat gaat heel langzaam. Dan komt de eerste patiënt binnen. Een beverige oude heer met één stok en twee tanden. Sjaak herkent hem direct: zijn vroegere onderwijzer van de 6e klas, de heer Vankoudeenhetevuren. De man valt bijna om. ‘Alles goed met u?’roept hij in het linkeroor.’ Je hoeft niet zo te schreeuwen!’ roept de kerel. “Ik ben hier voor mijn tanden, niet voor een gehoortest. ‘Ik heb bij u in de klas gezeten,’ zegt Sjaak terwijl hij de laatste dentalen bekijkt en betimmert. ‘Jij was een dondersteen,’ roept de patiënt. ‘Wat jij allemaal uitvrat, ik wilde je het liefst opsluiten in de kelder. Jammer genoeg mocht dat niet.’ Sjaak legt het spiegeltje terug. ‘Ik was een hele brave jongen,’ protesteert hij. ‘Bent u niet in de war met mijn broer Henk, Henkie van de Broek.’ ‘Nee, nee!’ roept de man. ‘Jij was het en kijk maar eens wat er van je geworden is: tandarts. En je kon zo goed leren!’

Schrijfopdracht uit: 333 dingen om te schrijven