donderdag 19 maart 2009

Dries West heeft het bij zijn vader verpest



Dries West is geen aardige jongen. Nooit geweest. Het begon al in de wieg. Hield hij expres zijn adem in, zodat pappie er van schrok. Helemaal blauw werd hij dan en
als vader de dokter liet komen, dan lachte hij weer en stond pappie voor schut.
Ja, Dries West maakte naam door onaardig te zijn. Allereerst bij opa en oma. Jeuk-
poeder in opa’s sloffen doen, oma’s ondergoed buiten, aan de deurknop, hangen.
Kortom: opa en oma wilden niet meer op hem passen.
Dus kreeg het kereltje een snibbige oppas, een oudere mejuffrouw Droog, die hem
soms aan zijn oor trok of gniepte.
Mejuffrouw Droog was nogal kouwelijk van aard. Daarom droeg zij bijna altijd een
omslagdoek, met een grote bloem of een vogel erop geborduurd. Het leek Dries een
goed idee om daar eens mee te gaan vliegen. Toen de juffrouw even haar toilet aan het maken was, pakte hij snel de doek en sloop er mee naar boven, naar de slaapkamer.
Hij opende het raam en klom in het venster. Als hij een van zijn armen zou spreiden,
zou de doek hem vleugels geven en zou hij kunnen vliegen, zo dacht hij.
Hij stond al klaar voor de finale sprong, toen hij: ‘Nee, Dries!’ van beneden hoorde.
‘Bah!’ De juffrouw!’ Ze stond beneden, voor de voordeur en zwaaide woest met haar
armen. ‘Nee Dries! Niet doen!’ riep ze. ‘ Ga terug!’ En toen kwam er een buurman bij staan kijken en nog een, en nog een en die riepen hetzelfde, in een groot koor: ‘Nee,
Dries, niet doen! Ga terug!’
Toen sprong Dries. De wind kwam onder de doek en hij vloog. Hij vloog over de hoofden van de juf en de buren en bleef steken in de grote eikenboom, op het plein. Hij zat helemaal ingewikkeld tussen het doek,en de takken. ‘Help!’ riep hij. ‘Help!’ Maar zijn stem kwam niet door het doek heen, dus niemand hoorde het.
Iedereen in het dorp begon te zoeken. Papa, mam, de juf, de politie en de brandweer.
Iedereen zocht mee. Waar kon dat jochie toch zijn?
Gelukkig kwam er die nacht een storm, die alle blaadjes van de boom blies.
En daar zat Dries dan, helemaal alleen en voelde zich heel eenzaam en zielig.
’s Ochtends, toen de wind weg was, stond de boom heel kaal te zijn.
En toen zag een toevallige voorbijganger die zijn hondje uit liet, Dries West en kon hij worden gered.
Zijn vader en moeder waren heel dankbaar en opgelucht dat het kereltje weer op de
grond, tussen hen in stond.
En papa zei: ‘Dries, dat nachtje alleen in de boom, is je verdiende straf. Dries West,
je hebt het weer bij me verpest!’
Maar ja, Dries bleef Dries, hun zoon, en hij bleef hun kind, wat voor rare dingen hij ook deed. Ze hielden toch van hem!

Geen opmerkingen: