maandag 20 juli 2020
Wanneer gaan wij weer knuffelen?
Deze mysterieuze boodschap op een kaart van Kruidvat vond ik gisteren ergens in een haag van een voortuin. Wanneer gaan wij weer knuffelen? Was dit een opmerking aan de gehele lockdown gemeenschap of van een persoon aan een andere persoon? En waarom op een kaart en niet via een app? Ik weet het niet. Het kan ook codetaal zijn.
zondag 19 juli 2020
Expositie in wijkcentrum Overdie in Alkmaar
Ok, ik had voor de coronatijd begon, een expositie in wijkcentrum Overdie te Alkmaar. Maar het centrum ging dicht en nu is de expositie verlengd. Klik op de onderstaande link:
http://www.thuisinoverdie.nl/activiteiten/expositie-2018-09-28-2/
Er hangen 40 werken van mij, verspreid over het gebouw.
http://www.thuisinoverdie.nl/activiteiten/expositie-2018-09-28-2/
Er hangen 40 werken van mij, verspreid over het gebouw.
zaterdag 18 juli 2020
De lift
Claustrofobie, dat is mijn angst. Ja, die is echt van mij.
Natuurlijk ben ik ook bang voor ziektes zoals ebola of beri-beri, maar
claustrofobie, die is echt van mij. Grote menigtes, volle treinen, maar voor
liften, ja, die vooral. Misschien ben ik als kind eens opgesloten in een lift,
dat zou kunnen. Maar nu word ik al bleek
als ik er aan denk. De lift dus, je hebt er mooie en goed verlichte en schone
bij, maar de ergste zijn die vieze kleine liften op stations. Ik zie daar wel
mensen instappen, zonder een zweetdroppel achter te laten.
Mijn angst is dat de lift mij opvreet. De lift als haai, of
een constrictor die om je nek kronkelt en je doodplet. Proberen te ontsnappen
heeft geen zin. De lift is toch sterker. De angst wordt wel minder als de lift een
glazen bekleding heeft. Dan kan iedereen zien wat de lift voor gemene zaken
uitvreet. Dan doet de lift dus niks. Dit
zijn natuurlijk verkeerde gedachtes van mijn brein. En daarom heb ik een aantal
consulten bij een erkende psycholoog gehad, maar in plaats van het over liften
te hebben, werd mijn jeugd doorgelicht. Daarin werden geen rare dingen
gevonden. Het was een normale jeugd, zonder trauma’s.
In de toekomst is het wellicht mogelijk je angsten zodanig te resetten dat ze worden opgeheven. Dat kunnen allerlei angsten zijn:
angst voor neerstorten met een vliegtuig op een berg, angst voor roodharige
buren, angst voor blauwzwarte stoeptegels, angst voor postzegelverzamelaars of
oude mannen met een slechte adem.
En: wat is jouw angst?
Uit: 333 dingen om te schrijven
vrijdag 17 juli 2020
Het meisje met het ei
Het meisje
met het ei.
Ze had haar
laptop op schoot, in de trein.
Ze was
misschien 20. Net aan.
Ze pakte
iets uit een doosje.
Ik zag het:
het was een ei.
Ze begon het
ei te pellen.
Ik keek naar
haar en moest erom glimlachen.
Het pellen
van een ei is iets voor een ontbijttafel.
Het ei was
natuurlijk door haar vader of moeder eerst gekookt en daarna in het bakje
gedaan.
Pure liefde.
Zij zag dat
ik keek en ze lachte heel kort terug.
Op haar
voorhoofd stond een lichtkrant met de tekst: ‘Ja gek he? Zo’n ei in de trein pellen, maar als ik hem
op school op eet, gaat iedereen vragen stellen en lachen. En ik wil hem wel
opgegeten hebben als ik thuiskom, want anders is het weer jammer voor mijn
ouders. Ja, zo’n ei in je trommel is een dilemma hoor. Weet je wat ook erg is: je bent je broodtrommel
vergeten en dan komt je moeder hem brengen terwijl je in de klas bent. Ze heeft
haar badjas aan en krulspelden nog in.
Dat is heel
erg!
Best een
lekker ei, overigens.'
donderdag 16 juli 2020
Na jaren kwam hij eindelijk uit het keukenkastje onder de gootsteen
Leonardo,
mijn kapper, vertelde me dit verhaal: de buurman van miijn vriend van zijn neef
had een oom die al wat werkelijk schoon was en rook naar lentegroen van 18 jaar
wilde bezitten. Gelukkig bezat hij een stralende glimlach met donkere, niet te
ontlopen ogen die vrouwen smeekten hem te mogen frequenteren. Daarom was het
redelijk druk in zijn slaapkamer. Deze man, die innemend en tegelijk ook
berekend en meedogenloos was, luisterde naar de naam Birgil. Hij had een vrouw
die Patricia heette en zoveel kocht en shopte dat zij geen tijd had zijn ontrouwe gangen na te gaan. Echter, deze
man bleek een getalenteerd songwriter. Zo getalenteerd dat zijn werk goed werd
verkocht en hij steeds rijker en brutaler werd. Hij kocht huizen waarin de
minnaressen mochten verblijven en hij stelde als voorwaarde dat ze geen vreemde
mannen mochten binnen laten. Maar een der vrouwen duwde een dominosteentje om.
Zij voelde zich opgesloten in haar weelderige leenhuis. Zij zag haar lief
slechts driemaal per jaar. En wanneer ging hij
nu eindelijk eens scheiden van Patricia? Ze besloot wraak te nemen. Ze
vond in een van zijn achtergebleven jasjes een telefoon met nummers en ook die
van zijn enige echte echtgenote stond erin. Zij belde met deze vrouw en
vertelde alles. Alle boosheid kwam eruit. Ze ontplofte. Patricia was nu ook
ontbrand. Op een groot bord in de keuken wist zij alle huizen met dames in beeld
te brengen. Het waren er maar liefst acht: Yvonne in Cannes, Lio in Reims,
Katja in Paris, Sandra in Bordeaux, Yvet in Rennes, Catharine in Marseille,
Roger in Milaan, en Hélène in Saint-Tropez.
Op een dag
kwam de gevierde zanger thuis. Hij had een geur van whisky en roem om zijn
schouders. Zij droeg een doorschijnend nachtkleed en had haar lippen
roodgestift. Met een zwoele parfum lokte ze hem in haar boudoir. Maar achter
haar rug had zij een bijl waarmee zij het hout voor de haard hakte. ‘Kom maar
lief mannetje van me,’ kirde ze in haar glansrol. Hij ontkleedde zich
schaapachtig, maar gretig en kreeg wilde visioenen, toen zij zich plotseling
omdraaide en de bijl liet vallen.
Lang zocht
de politie naar het afgehakte element, maar slaagde niet. De verdachte wenste
nimmer te spreken waar zij het dingetje had gelaten. De jaren gingen voorbij.
De zanger werd vergeten en de vrouw kwam na jaren vrij.
Het huis van
Patricia en haar ongelukkige artiest werd inmiddels bewoond door een ouder,
ziekelijk echtpaar. De waterleiding was gesprongen en een loodgieter moest met
zijn hoofd in het keukenkastje onder de gootsteen. Hij riep plotseling: ‘Wat is
dit nou?’ Hij toonde de oude man een grijzig, versteend voorwerp van een
centimeter of vijf, dat verdacht veel op een piemel leek. De vakman blies het
stof eraf. ‘Die van mij is gelukkig groter, nou, wilt u hebben voor uw
verzameling of doe ik hem bij het afval?’
Uit: 333 dingen om te schrijven
Het kerstdiner dat we nooit meer vergeten
Toen wisten
we nog niet dat onze jongen, onze lieve zoon Pieter, iets mankeerde. Zijn
motoriek was gevuld met slungelachtigheid zodat het leek of hij geen enkele
controle had over zijn lijf en leden. Het volgende gebeurde: het was de avond
van het kerstdiner. Onze toch wel deftige familie zat in het beste kerstkleed
aan de tafel. Opa, oma, tante Jo en oom Hendrik. De stemming was opperbest. Tot
hij, de lieve jongen, binnenkwam om ons een gezegende kerst te wensen. Hij
maakte een vrolijke groet, een beweging met zijn linkerarm en struikelde daarop
met zijn rechtervoet over zijn linkervoet. Het lange lijf boog naar voren en
dreigde te vallen. Daarom strekte hij de rechterarm om de val te breken,
echter, de hand verdween in de schaal met dampende aardappelen. De valbeweging
ging verder en om de schrik van de hete pommes de terres te overleven, trok hij
aan het wit damasten tafelkleed. Daarop kletterde de soepterrine van de tafel.
Een aantal aardappels rolden in de schoot van tante Jo. ‘Nee!’ riep onze
moeder. Oom Hendrik kreeg de vermicelli op zijn kale kruin.
Achteraf bezien was
het hilarisch.
De rest van
de avond ging rustig en zonder ongelukken, omdat hij, onze lieve zoon Pieter,
een aparte plek in de kamer kreeg, waar hij geen enkel kwaad kon doen. De rest
van de avond ging goed, totdat onze tante Jo zowat zich verslikte en stikte in
een visgraatje dat in de kabeljauw was verborgen. Onze zoon Pieter, die vreemde
snuiter was als eerste bij haar en sloeg haar onmiddellijk hard tussen de
schouderbladen, zodat zij gered was.
‘Zo doe ik
dat,’ zei hij trots en hij werd uitgebreid gezoend door ons.
Tantje Jo
heeft uit dankbaarheid een beeldje gemaakt van onze Pieter die met zijn ene hand
in een schaal aardappelen steekt en met zijn andere een visgraat omhoog houdt.
Uit: 333
dingen Het kerstdiner dat we nooit zullen
vergeten
Abonneren op:
Posts (Atom)