zaterdag 29 september 2007

Joke

Joke, seasons in the sun

‘ we had joy, we had fun, we had seasons in the sun,
but the wine and the song like the seasons have all gone..’ *

Op een dag staren mijn zus en ik naar een advertentie in de krant. Het staat er toch echt: Joke
is overleden. Ik heb haar, meen ik, enige tijd geleden nog gezien in het lokale winkelcentrum, ze was toen met haar man. Hoe is dat nu mogelijk? We besluiten een kaart te sturen, maar een antwoord op haar mysterieuze overlijden blijft uit. Pas in de zomer van 2007, ontdek ik op het internet het levensverhaal en betreurenswaardige einde van onze vriendin. Ik stuur een bericht en spreek iets later met Henny, haar moeder. Henny vraagt mij mijn herinneringen op papier te zetten. Ik besluit dat te doen en juist omdat ik bezig ben met een terugblik op de jeugd, plaats ik het in het kader van jong zijn,
vrij zijn, van alles willen ontdekken en de ontdekking van de kwetsbaarheid van het leven.

Mijn zus en ik konden haar adres niet vinden. Niet zo vreemd in onze Berkel familie, we zijn geen van allen spoorzoekers. We zochten in de nieuwbouwwijk van Heerhugowaard en het was ijskoud die dag. We waren jong, begin twintig, en we deden veel samen. Zo hadden we, in 1988, in een recreatie team gezeten ergens in het winderige, hoge land rond Petten. Met zo’n team vermaakten we vakantiegangers en boden een luisterend oor voor de gekwelde reizigersziel.
Het was er heel gezellig in onze houten kampbarak met nauwelijks voorzieningen.
Er was geen tv, een oude radio, versleten banken en bedden die piepten en kraakten omdat ze vooroorlogs waren.
In ons team zat ook Joke. En met Joke konden we het goed vinden. Ze had hetzelfde gevoel voor humor. Tot op de dag van vandaag citeren we onze meligheden van die tijd. ‘Wááárom dan niet..? Dááárom niet..’ zegt een buitenstaander niets, een simpel zinnetje. En Joke was, net als wij, overal voor in. Voor een karaoke avond zochten we een Meat Loaf, geen nood, Joke propte een kussen onder haar hemd en was de eeuwige vetzak uit het liedje ‘Paradise
by the dashboardlight..’ En zocht je iemand om een stukje in de poppenkast mee te improviseren? Geen nood, Joke speelde wel mee. Ook op het stokoude orgeltje kon ze redelijk uit de voeten. En ik kijk nog weleens naar de foto’s, daar liggen we opeen, buiten op het gras, met z’n allen. Zo vrolijk en onbezonnen, avonden praten en rondhangen. In een boek dat ik bij het afscheid kreeg, ‘op goede voet met de bomen’**, schreef ze: ‘Uitleg van jouw muziek boekenkritiek, poppenkastimprovisatie, een erg fijne relatie! Het waren 2 leuke weken..’ [gedateerd: 29 juli 1988 ]
Maar Joke was wel snel moe, viel ons op. Haar suikerziekte hield haar in de greep. Ik zag haar bezig met de prikspullen en ik zag haar rekenen. Op een avond had ze plots het suikergehalte niet in bedwang. Ze zat erg ‘hoog’ zei ze en ze begreep niet waarom. Tot bleek dat ze van de wijn gesnoept had.
Soms viel het me op dat ze mij erg doordringend aan kon kijken en ik had het gevoel dat ze verder was in haar ontwikkeling als ik. Ik wist niet hoe dat kwam, want als je jong bent, zie je eerder het vrolijke behangetje van iemand, dan het venster, dat uitzicht biedt op een grijs landschap met bomen vol ziekte en zeer, en doffe eenzaamheid.
Op een dag, een aantal maanden (?) na het recrea gebeuren, kwam ik haar tegen in een winkel. Ik was verbaasd dat ik haar daar tegen kwam. Ze zei dat ze op het Arkplein woonde en of ik zin had eens langs te komen? Ik zei: ‘Goed..’ en ik ging bij haar op visite. De woning, net ingericht, was gezellig. Rode gordijnen, een hamster, een orgel, en boeken en cd’s op tafel. Ja, ze las veel en draaide Herman van Veen. Ze kon eindeloos over muziek en boeken praten. Het boeide haar hoelang mensen konden doen over het schrijven van het liedje: ‘Je bent een liegbeest, een jokkebrok..’***
Ze schreef ook veel dikke brieven, die vol stonden met waar ik toen helemaal geen verstand van had: werkproblemen op haar school. Het loog er niet om, begreep ik. Ik schreef ook brieven terug met mijn dingetjes. Ik was toen uit de studie Nederlands geraakt en ik zocht teleurgesteld een nieuw doel. Soms kon ik de slaap niet vatten en maakte ik een wandeling over straat, in de avond. Ik nam dan een brief mee en deed die in haar bus. Ik wist dat ze het zou lezen en er over na zou denken en dat was fijn. Maar wat haar ervaringen aan ging: ik voelde me wat machteloos, met mijn geringe levenservaring. Ze was een lichamelijk zieke vrouw en ook nog geestelijk in de knoei, overspannen. Ik bood mijn gehoor aan en dat was genoeg. Zij was overigens ook een goede luisteraar en ze onthield alles wat je zei. Ik heb ook een keer een gitaar meegenomen en wat gezongen, je kon Joke geen groter plezier doen. Nou ja, ze hield ook erg van Italië, ik heb een ansichtkaart van haar bewaard van het Lago Magiore.
Onschuldige woorden: ‘ Hoi..hoe staan de zaken? Hier is het prachtig, zoals je ook wel op deze kaart kunt zien. Inmiddels hebben we al heel wat steden gezien en nu zitten we bij het Lago di Trasimento om even uit te rusten. Morgen rijden we naar het Gardameer, waar vandaan we nog naar een aantal steden gaan. Een heerlijke vakantie dus..’ [ gedateerd: 25 juli 1992 ]
Maar ze gaf haar strijd niet op, ze was een vechtersbaas. Ze vocht zich een weg uit de onderwijsjungle, naar het bibliotheekwezen. Dat onderwijs moet een diepe deceptie zijn geweest, bedenk ik me nu, ze werkte nog maar net eigenlijk.
Eens was ik bij haar, ze lag op de bank, ze was zo moe, ik schrok er van. Ze had zelfs geen puf meer iets uit de lade te pakken. Dat deed ik dan voor haar, maar toen ik het niet snel kon vinden, raakte ze geërgerd. Dat was de eerste keer dat ik dacht: het gaat echt helemaal niet goed met haar.
Weer enige tijd later werd ze geopereerd, omdat ze bij de dokter was geweest wegens een dikke buik. De dokter vroeg: ‘Heeft u de laatste tijd nog gevrijt..?’ Waarop ze antwoordde: ‘Mmm vijf jaar geleden dokter… is dat een probleem..?’ Ze kon af en toe heel droog uit de hoek komen. Wat me opviel is dat ze heel luchtig deed over die operatie, het klonk niet helemaal geloofwaardig. Ja, ze had een lange snede, maar nee hoor, zag je helemaal niks van..
Toch, met haar zieke lijf slaagde ze er ook nog in te trouwen, in vol ornaat.
Na zovele jaren zie ik mijn zus en ik, weer voor haar deur staan, eindelijk hadden we haar gevonden. Ze doet open, wat opvalt is haar rustige gestalte, de krullen, die hele donkere ogen en die mond met die bijzondere lach, als van een clowntje. Binnen tikken alle klokken tegelijk, herinneren we ons.
Ze heeft dapper gestreden. Tegen de wereld, tegen een onwillig lichaam, dat haar in de steek liet.
Als ik dezelfde moed zou hebben…en toevallig gaat de zon onder terwijl ik dit schrijf en hoor ik buiten kinderen spelen. Ik denk er aan hoe een leven voorbijgaat en wat ik schreef over mijn vader toen hij 65 werd: laten we zuinig zijn op elkaar en van elkaar genieten, want het gaat zo snel voorbij, veel sneller dan je wilt, like seasons in the sun…
En we zullen haar nooit vergeten.

Sjoerd van Berkel
september 2007
geschreven op verzoek van Henny Grol


* Seasons in the sun - Rod McKuen en Jacques Brel
** Op goed voet met de bomen - Hans Bouma Evelyne Dessens Uitgeverij JH Kok Kampen 1987
*** Je bent een liegbeest.. een liedje van Willem Wilmink

Geen opmerkingen: