maandag 13 november 2023

De bruid is begraven

 



Ik hoorde van iemand, je zou overleden zijn,

het was in een kroegje waar ik weer  kwam de laatste tijd,

ik was een tijd niet geweest, weet niet meer wie het zei,

maar ik zag het schuim in mijn glas,

en daarin jouw gezicht dat zo donker als een hagelbui in de herfst kon zijn,

vooral als ik iets deed wat jij niet wilde,

en dat was wel de hele dag door,

van dat ik je hondje niet de juiste brokken gegeven had – niet die uit dat roze 

blikje maar uit dat groene blikje-

en dat je me dan ging bellen op mijn werk waarom ik jouw hond Bobby

dood wilde maken, ik wilde jouw hond helemaal niet dood.

Ik hield meer van jouw hond Bobby dan van jou schat, en toen ik de sleutel 

in de deur had laten zitten en jij de slotenmaker moest bellen terwijl we met 

onze zojuist bij de dierenarts ingeslapen Bob op de stoep stonden, voor de 

dichte deur, toen hoefde ik niet meer op genade te rekenen.

Ik zou voor eeuwig branden als een braadworstje in de hel, dat zei jij zonder 

te lachen. En je vond me een drol.

Ik zie dat allemaal weer in het schuim in mijn glas, dat jij toch ook je leuke 

kanten had, dat je met jou ergens kwam, omdat je voor niets of niemand 

bang was, dat je in het water dook van de allerhoogste rotsen en je auto 

met een glimlach in een boom parkeerde, dat je altijd zin had en me wilde 

bovenop de wasmachine, God, wat heb ik soms gelachen met jou.

En je moeder wilde een hete peper in mijn reet stoppen, dat zei ze en ze 

lachte er niet bij, ook niet toen ik zei dat dat zonde was van de peper omdat 

pepers, op de markt waar ik werk, duur zijn.

Ik zie dat allemaal weer in het schuim, dat je naar andere mannen lonkte en 

dat een van hen ineens met een geweer voor mijn deur stond en ik me achter 

de bank moest verschuilen.

Dat is nu voor altijd voorbij.

Ik dacht dat je nog weleens zou bellen, maar dat deed je niet, het werd stil.

Ik zal morgen naar de zolder gaan, want daar heb ik ons trouwboek verstopt

in een oude kast, ik hoop dat de muizen het hebben opgevreten,  maar dat zal 

wel niet, zo’n boek met schimmelkaas vinden ze niet lekker.

De plaatjes die erin staan, ik kan ze me nog goed herinneren.

 

Maar de man die erin staat die ken ik niet, hoe heeft hij dat laten gebeuren?

Waarom vond ik dat allemaal goed?

Jammer dat ik niet bij je afscheid was, ik heb toch van je gehouden, en van je 

hond, ik had je nog een goede reis willen wensen.

Dat zie ik allemaal in het schuim. Ik ga het afrekenen, wel zonde van het geld

eigenlijk, daarin had je wel gelijk lieve schat, naar de kroeg gaan is een slechte

investering, o ja, dat trouwboek, ik leg het morgen bij het  huisvuil, wat moet 

je er anders mee,


Al die dooie dingen onder je dak,

al die dooie dingen onder je schedel

je legt ze weg, je begint opnieuw.


Je doet alsof het niet geweest is, je doet alsof je nooit een bruidegom bent

geweest, alsof de bruiloft een feestje van een van je vrienden was.


De bruid is begraven, maar ik denk meer 

aan haar hond Bobby. God, wat een mooie zachte ogen had dat beest.

 

Al die dooie dingen onder je dak,

al die dooie dingen onder je schedel,

je legt ze weg en je begint aan het

uiteinde, opnieuw.


Dag schat, goede reis. Lieve Bobby.

 

 

 

 

Geen opmerkingen: