donderdag 12 juni 2008

De grote tandenbreker


Hij is zes jaar oud en heeft spierwit haar. Hij is al eens met zijn tanden op een stoepje gevallen, kreeg een duwtje van een vriendje. Op het sinterklaas avondje kreeg hij laatst nog een elleboogje van zijn neefje. Dit keer brak hij, tijdens een speels stoeipartijtje, zijn ondertanden. Daarom noemt de tandarts hem de Grote Tandenbreker. Maar armen of benen breekt hij niet, hoewel geen hekje of dakje veilig voor hem is. Hij moet erin en erop, dat is zijn heilige plicht. Menig, door zijn moeder zelf gemaakt broekje, is in het prikkeldraad achtergebleven. En o ja: dan kun je ook niet zo’n jas gebruiken zoals zij die met veel liefde voor hem had gemaakt. Hoewel hij nooit koppig is weigert hij nog steeds die rooie jas aan te trekken.Dat is geen jas voor jongens zoals hij, vindt hij. Het spijt hem wel ergens dat hij zijn
moeder zo moet teleurstellen, ze heeft zo haar best gedaan, maar niet goed geluisterd.
Gister zei ze ineens dat ze de jas aan een neef zou schenken en de Grote Tandenbreker
vond het goed.
Hij heeft zijn moeder ook weleens bang gemaakt door met een ouderwetse, zware schuur-
sleutel, aan een touwtje, een gaatje in zijn hoofd te boren. De sport is natuurlijk de sleutel
zo snel mogelijk rond te draaien. Het rode bloed kleefde aan zijn witte kuif en natuurlijk
zag het er daardoor vreselijk uit, vreselijker dan het echt was. Toch bleven zijn tanden
hierbij gespaard.
“Weet u dat uw zoon hele mooie blauwe ogen heeft?” zei de bekende en vooral dronken
musicus eens tegen zijn moeder, toen hij tegen haar aanwalmde in de lift. “Dank u,” zei
ze. Maar ze wist: Grote Tandenbrekers zijn nogal druk en mager.
“Ach, de moeder is ook niet veel,” zei de dokter toen deze hem eens bekeek. Het viel hem
ook op dat het joch wat nieuwsgierig was en probeerde op zijn kop het papier voor de
geneesheer te lezen. “Niet zo nieuwsgierig, joh,” vermaande hij hem. “Mevrouw, ik
adviseer u hem iedere avond onder de koude douche te zetten, dan koelt ie wel wat af..”
De vader kon het zeker niet zo veel schelen, die vaak rond in een prachtig uniform met
glimmende pet en dito laarzen, die moeder dan probeerde uit te trekken, wat een vrolijk
gestuntel opleverde. Soms moest vader achter de cavia aan, die weer eens was ontsnapt
door toedoen van de GTB er. Het beestje knorde achter de kast en knaagde vrolijk de telefoonlijn door.
Eens heeft het joch een pedagogische tik mogen ontvangen, toen hij na het ritueel van
het naar bed gaan en het samen bidden, ‘ik ga slapen, ik ben moe..’ iets overeind kwam
met zijn toch niet al te grote hoofd en de kin van zijn moeder raakte. Waarop zij, uit
pure drift, een fikse wapper uitdeelde en zijn oor gloeide als een kooltje.
De GTB er vermaakte soms een halve camping door net over een plas heen, en net fris
gedoucht door zijn jonge vader, zijn tentje in te duiken, alsof hij van de duikplank ging.
Dat lukte soms niet en dat leverde vermaak. Het kereltje werd zwart, de vader geërgerd
en iedereen lachte.
Zo ging de tijd voorbij en ontdekte de tandarts het aanplak-stukje. Binnen een mum van tijd
was de Grote Tandenbreker van zijn imago bevrijd.
Hij stelde voor snel te gaan voetballen in de gang. Zijn zusje op het doel. Hij gaf een loei tegen het leer en krakend brak de bal door het glas.
“Je moet hem wel tegenhouden,” zei hij beteuterd. Hij wist toen nog niet dat ook een hart
breken kan.

Sjoerd







Het open raam, de lege kamer

Vandaag langs het water gerend. En het ging als een speer. Nergens pijn, geen kuiten, geen scheenbenen of steken die in de weg zitten. En alle onderdelen van de computer losgemaakt, draden opnieuw bevestigd. Papier opgeruimd. Een hele gewone dag was het. Maar de lucht was wel heel bijzonder, blauw en toch bewolkt. Ik kijk er graag naar, wij hebben toch de mooiste luchten op de wereld.
De papieren voor de trip naar Parijs opgehaald. Als we zijn ingestort kunnen we ook nog een bootreis op de Seine maken is me verteld. Ok.
De katten waren weer heftig aan het vechten. Nou ja, ze maken meer herrie dan ze wat doen hoor.
Gister had ik een laatste gesprek met de mental coach van het bedrijf. Het vond plaats in een totaal lege kamer en ineens viel het me op dat het raam open stond. Ik zei dat het wel symbolisch leek, een gesprek in een verlaten kamer met het raam open. Voor mij was het of de toekomst open was, geen tijd om terug te kijken, alleen vandaag en morgen misschien..

Alleen vandaag
en morgen misschien
we zien wel wat het wordt
als de zon weer opkomt
zal alles nieuw zijn
maar vandaag klinken
speelse jonge stemmen
naast het vogel gekwetter
en scheurt een brommer
daar puberaal doorheen
zoals het hoort
het is zoals het gaat
Alleen vandaag
en morgen misschien
we zien wel wat er van komt
en komt er niets
is t ook goed


Het is laat, ik moet stoppen, maar de nacht heeft ook wel iets zorgzaams over zich.

woensdag 11 juni 2008

Voor de allerkleinsten(2): Mijnheer de Maan gaat slapen






Mijnheer de Maan gaat slapen. Dat is als jij wakker wordt
en je aan gaat kleden om naar school te gaan. Dan zegt hij
'welterusten' en gaat in zijn bed liggen. En ook alle sterren
gaan naar bed.
's Nachts schijnt mijnheer de Maan. Dan is hij wakker en
let goed op of alle kinderen veilig in hun ledikantje liggen.
Als je eens stiekem door je gordijnen kijkt, zie je zijn gezicht.
Het is een vriendelijk, oud gezicht.
Mijnheer de Maan is de zoon van mevrouw de Zon. Wij
kunnen haar niet goed zien, want dat is niet goed voor onze
ogen!
Eens in de zoveel tijd kun je mijnheer de Maan niet zien, maar
dan is hij er wel hoor! Dan is hij achter het huis bij de Melkweg aan het werk. Wat sterren plukken voor zijn eten.
Mijnheer de Maan heeft weinig visite. Er zijn wel eens mannen bij hem langs geweest die in een raket zaten.
Mijnheer de Maan was erg blij met dit bezoek. Ze gaven hem
een vlag met sterren en strepen als cadeautje en ze vertelden dat ze helemaal uit Amerika kwamen. Het waren
cowboys, dat zag Mijnheer de Maan ook wel. Ze vroegen of
ze een stukje Maan mee mochten nemen naar mejuffrouw de
Aarde en dat vond hij goed. Hij zei: "Doe haar de groeten en
zeg dat ik van haar hou, voor altijd.." Nou, dat deden ze en
ze vertrokken weer lachend in hun raketje. Hij zag hun gezichten achter de kleine ramen en hij zwaaide nog een keer.
Toen ging hij weer slapen, net als jij zo meteen.

dinsdag 10 juni 2008

De vrijheid op zee te zijn

De vrijheid op zee te zijn
de vrijheid te varen
nergens heen te gaan
of juist wel
de morgen tegemoet
op zee is het stil
ver weg van het geruis op het land
de vrijheid mens te zijn
de vrijheid te leven
naar een eiland te gaan
of een haven
de rotsen tegemoet
eerst een kleine stip
dan een vuurtoren
kleine huisjes slaperig
in de horizonmist
een eerste visser
uit een oude boot, een liefhebber
of een oude man die bij verdient
de vrijheid op het water te zijn
dat monster dat loert
de vrijheid te varen
nergens heen te gaan
of toch wel
naar die kleine rots
aan te meren
het is een eiland vol bloemen
en belastingontduikers
je moet wel het roer vasthouden
en opletten dat het zeil niet gaat klapperen
hou hem in de wind
dat is de vrijheid
van het spel met wind en water
om te varen
eindeloos nietig te zijn
maar toch onbeperkt gelukkig.

Als je maar betaalt

De man met de grote, zwarte hoed en de donkere, onzichtbare ogen liep op hem af en legde
de lederen map voor hem neer. “Deze zijn voor jou,” zei hij, zonder de ander aan te kijken.
De mislukte artiest geloofde hem niet. “Voor mij?”
“Meesterwerken,” sliste de onbekende. “ Speciaal voor jou.” De artiest strekte zijn vingers naar de map, maar de man griste deze snel weg. “Eerst een whiskey,” zei hij dreigend. De kunstenaar dacht na.
Over de meesterwerken en wat die al niet op zouden brengen. Hij bestelde een whiskey en nog eentje en nog eentje. De man met de hoed had duidelijk dorst, maar stelde zich niet verder voor. Het viel de schilder op dat hij helemaal niet dronken werd. Ze spraken niet, maar dronken, tot het morgenlicht door de oude gordijnen kierde.
“Heren, ik ga sluiten,” zei de kroegbaas ongeduldig. “ Ik ga ook,” sprak de man met de hoed.
“Ik moet nog zaken doen.”
“Hee,” zei de kunstenaar. “Had jij niet iets voor mij?” De onbekende grijnsde.
“Asjeblieft,” sprak hij en legde de map op de knie van de artiest. Daarna verliet hij snel het café.
“Wat een zuiplap,” liet de kroegbaas zich ontvallen.
“Op mijn rekening,” zei de kunstenaar.
Hij opende de bruine map en verwachtte eeuwenoude tekeningen, prenten van beroemde meesters, maar hij vond slechts recensies, bittere recensies over zijn eigen werk.
“De dood achtervolgt me,” zei hij tegen de waard.
“Als je maar betaalt,” zei die.

Sjoerd
1996

Een mooie ochtend

Het is de moeite waard om vroeg op te staan, dat ochtendlicht te zien, die speciale kleur, ergens een beetje blauw, of is dat mijn verbeelding? In de tuin ligt een van mijn druivenplantjes omver geworpen, ik denk door een kat. Gisteravond heeft het Nederlands voetbalelftal met 3-0 gewonnen en nu hebben ze de Italianen boos gemaakt en die gaan dus omdat ze ze boos zijn gewoon het kampioenschap winnen. Ze hadden niet met 3-0 moeten winnen, maar het gewoon bij 1-0 houden, want behalve dat de Italianen boos zijn zijn de Fransen (volgende tegenstander) nu extra alert. Ja, waarom altijd meer? Is dat nederlands? 1-0 is niet genoeg? Of is het zucht naar de tegenstander te vernederen? Nee, ze hadden geen doelpunten meer moeten maken en verdedigen, dat hadden de Italianen nog wel begrepen, ze hadden dat zelf ook zo gedaan. Schop er een tussen de palen en ga dan vervolgens voor je eigen doel liggen. Maar wat is logica in een spel als voetbal?
En de kranten hebben wat positiefs om over te schrijven. Nou ja, na de uitslagen gaan we door naar de kwakkelende jeugdzorg, stakende buschauffeurs en de andere rampen op de planeet.
En morgen wordt het wisselvallig, af en toe en bui. Op de radio een verzekeraar bij wie je moet lenen voor je nieuwe huis, je verbouwing, je auto, het kan nooit op, nooit genoeg zijn. Het moet de leegte opvullen, de toch uiteindelijke eenzaamheid van dit bestaan. Alleen geboren worden en alleen dood gaan, de meeste mensen denken er liever niet aan. Ze vullen hun leven met luxe om te vergeten. Ik heb zelf ook een paar luxe apparaten en digitale televisie.

vrijdag 6 juni 2008

De mensenbakker

De mensenbakker

In Orania woonde eens een befaamde mensenbakker. Hij was daarvoor bevoegd en had een diploma van de koninklijke vereniging van mensenbakkers.
Het diploma hing aan de wand en hij was er trots op.
De bakker floot tijdens zijn werk. Hij rolde het deeg (het beste deeg) voor de
oren, de ogen, de romp en de benen. Als ze goed gekneed zijn stopt hij ze in een
oven en kijkt of het goed gaat. Uiteraard is het hele proces top secret.
Vooral in mei moet de mensenbakker hard werken, dan is het topdrukte!
Gelukkig heeft hij een kindersprint, een ooievaar op een brommer, in dienst.
Maar vandaag belde er een deftige mevrouw die zei: "Ik wil dat u nÙ voor mij een prinsesje bakt. " "Nee mevrouw," antwoordde hij. " Dat gaat niet. Een kind is een kind, tijdens het bakken bepaalt alleen Ons Lieve Heer wat het wordt.."
"Ik geloof niet in God, ik geloof in Allah.."
"Goed Allah, Hij bepaalt wat het wordt.."
"En daar kunt u niets aan veranderen!"
"Nee, daar kan ik niets aan veranderen!"
"Wat een slechte bakker bent u dan.."
"Nee mevrouw u begrijpt het niet.."
"Ik begrijp het heel goed, u bent gewoon slecht, ik dien een klacht in.."
"Okee, okee, wacht even, " zei hij. "Ik zal het proberen, maar ik kan niets garanderen.."
"Goed, dan verwacht ik de baby morgenochtend voor 6.00 h.."
"Ik doe mijn best.."
"Ik lever haar gewicht in goud.."
"Afgesproken!"
Die nacht werkte de mensenbakker hard door. Hij had drie stuks in de oven dus
dat goud moest voor hem zijn, wat zou hij daar een prachtige nieuwe oven voor
kunnen kopen!
Hij keek eens naar het rijzende baksel achter het raam en probeerde te zien of het al mooie meiden werden. Hij scheen met een lamp naar binnen en zag het al:
drie jongetjes! Verdorie! Hij opende de klep, haalde de kinderen eruit en stampte ze wreed in elkaar! Meiden wilde hij! Hij vloekte en begon opnieuw te
kneden. Maar na een uur bakken: alweer drie jongens! "Verdorie! Ik wil meiden!" riep hij heel hard. "Het lukt altijd, waarom dan nu niet?" De hele nacht herhaalde alles zich, tot hij besloot het dan maar zo te laten.
Om half zes overhandigde hij het kersverse jongetje aan de ooievaar. Hij was uitgeput en dacht:
"Ach, misschien zijn ze van gedachte veranderd!"
De ooievaar vloog weg met het joch in zijn bek en kwam een uur later terug met
het goud.
"Hoe is dat mogelijk?" vroeg de mensenbakker.
"Ze namen het gewoon aan," zei de ooievaar." Geen probleem, hier zijn de papieren."
De bakker zag het en begreep er niks van, maar ja, ze hadden ondertekend dus
zat het wel goed voor zijn gevoel.
De volgende dag kocht hij een nieuwe oven. Hij schoof de oude opzij en
hoorde iets rammelen. Nieuwsgierig keek hij in het oude apparaat, waarin
zoveel kinderen waren gerezen. Daar zag hij iets liggen: een piemeltje!
Er af gevallen tijdens het bakproces! Hij pakte het op en zag de ooievaar
hoofdschuddend toekijken.
"Zulke dingen gebeuren wel eens tijdens het bakproces .." mompelde hij.
"Waarschijnlijk een haarscheurtje."
De ooievaar schudde met zijn kop. "Je hebt ze belazerd," zei hij.
"Ik neem ontslag." En hij klapwiekte weg.
"Hee wacht even!" riep de mensenbakker.