woensdag 15 augustus 2007

Deja vu

Deja vu


Dat ken je wel, je komt weer iets tegen uit je verleden. Ik kwam iets tegen, het kwam hard aan. Ik verliet het steegje bij mijn ouders en een klein, blond kereltje op een fietsje boorde zich niets ontziend in mijn linkerbeen. Ik slaakte een godslasterende kreet, maar liet het ventje verder gaan. Ik vond hem zo lijken op mij, uit het verleden. Ik was ook weleens een woesteling. Ik heb diverse broeken gescheurd, tanden gebroken, dus ik heb geen recht van spreken tegen dit joch. Ik heb er wel veel last van gehad. Onder het korstje begon het te broeden en het korstje diende verwijderd te worden. Pleister erop en niet zeuren. Pijnlijker werd mijn deja vu toen op mijn werk een consultant binnenstapte die vroeger collega was op een afdeling van het meest vreselijke bedrijf aller tijden. Ik ga de naam hier niet noemen vanwege de agressiviteit der medewerkers. Hoe dan ook, het korstje op mijn ziel ging open en er kwam nog wat prut uit. Beteuterd schudde ik de consultant de hand. Ja, alles ging goed, zei ik, met jou ook? Ja, met hem ging ook alles goed. Gisteren ging ik bij Bea langs om even bij te praten. In de huiskamer zaten wat familieleden met een papiertje op hun voorhoofd geplakt, het spelletje Wie ben ik? te spelen. Ik kreeg ook zo'n papiertje en ik bleek uiteindelijk koningin Beatrix te zijn. Altijd handig wat op de bank te hebben staan. Maar om terug te komen op de rode draad van dit stukje: ook dit kende ik van vroeger, we deden dit soort spelletjes wel vaak. Ken je Ik ga op reis en ik neem mee..? Of komt het omdat je ouder wordt? Dat je dan meer herkent? Ik zit vandaag thuis, nogal vermoeid van de laatste werkontwikkelingen. Het is winderig, maar niet koud. Er ligt wat rommel, boeken, foto's. In de straat een brommer, spelende kinderen.Ondanks mijn pijnlijke hoofd voel ik me erg gelukkig. Het is hier heerlijk. Leven is goed zo. De ramen moeten wel gelapt worden, eens een keertje. Felix belde dat hij zijn fietstocht heeft gestaakt, omdat hij na een dag al ondragelijke zadelpijn had. In de metro pakten gisteren twee onbekende handen mij vast bij mijn middel, het ging zacht. Ik probeerde natuurlijk te ontdekken wie dit mocht zijn, maar in de drukte zag ik niks. O, nog een deja vu: op het perron ontdekte ik een meisje dat ik nog eens getroost had tijdens een moeizame tocht naar huize arbeidsvreugd. Ze zag mij ook, maar schrok en keek de andere kant uit. Deja vu's zijn dus niet altijd makkelijk of aangenaam. Op de televisie zie ik AJAX de voetbalclub aanrommelen, het is niet om aan te zien. Ze noemen zich de godenzonen, maar volgens mij zijn zij de enigen die dat nog geloven. Wat een saaie, saaie boel. En inderdaad: ook een deja vu.

Geen opmerkingen: