woensdag 29 juli 2015

Panorama Schiphol Amsterdam



Het hondje dat de mevrouw in haar armen heeft, brult als een leeuw. Is het wel een hondje en geen leeuwenpup? Want dit is de luchthaven. En op de luchthaven wordt gesmokkeld. Zakjes met drugs in het achterwerk, giraffes in de handtas en pistolen in de linkersandaal. Maar verder is de aeroport een gezellige mierenhoop met voornamelijk koffers op karretjes, waarachter een persoon sjokt. Zelden zie je hier iemand rennen, zoals je op treinstations weleens ziet. Haast lijkt in de luchtvaart niet te bestaan, maar het is waarschijnlijk schone schijn.
Elke nationaliteit op aarde is hier vandaag denk ik wel aanwezig. Is Schiphol wel een luchthaven of het is meer een land in een land, een land zonder grenzen. Een land waarin iedereen op weg is naar een gate, een aankomsthal, een restaurant, een massagestoel, of een toilet. Een land waarin een ieder thuiskomt, vermoeid of opgetogen, met een welkomstballon of een spandoek met ‘we hebben je gemist’.
Veel politie zie je hier niet, die klaverjassen of kijken naar de vliegtuigen, vanaf het panoramadek. Daar heb je een prachtig uitzicht op het vliegtuigplatform. De toestellen, ze leken van die afstand wel op speelgoed, worden leeggehaald door mannetjes. Die stappen in hun blauwe karretjes en rijden naar het volgende toestel. Op de achtergrond gieren de motoren van een startende 747. Het lawaai is werkelijk bulderend.
Ik sta met Anja en Thijs op het dek in de zwiepende wind. Mijn haarstukje en mijn kunstgebit waaien nog weg zo. We maken ons zorgen dat Thijs straks zijn pop Elmo over de rand laat zakken en dat deze naast de D- pier zal vallen. Visioen: Thijs overstuur, papa naar de servicebalie, urenlange telefoontjes met het platform, medewerkers die de pop gaan zoeken. En uiteindelijk misschien weer vrede op aarde.
Thijs en ik stappen nog kort in de Fokker 100, die boven op het uitkijkpunt is gehesen. Hollands glorie, Hollands trots, onze eigen vliegtuigfabriek. Maar het is voorbij, de globalisering die ik zo leuk vind aan Schiphol, heeft de ondergang van de fabriek bewerkstelligd. Wat is nu nog een Nederlands product? Alles is in Franse, Duitse, Engelse of misschien wel Chinese handen.
Naast de Fokker staan drie reusachtige blikjes bier. Wie heeft die hier neer gezet? Van de tocht hierboven krijg je het spontaan aan je blaas, zeker als je daar bier bij gaat drinken. Ik weet het al: het is voor de passagiers. Als zij van boven de blikjes zien, weten ze dat ze bij Amsterdam zijn. Nog even en ze kunnen op de bierfiets. Misschien kan er ook een reuzenjoint bij worden gezet.
We komen langs een speelgoedwinkel vol speelgoedvliegtuigen en zelfs een echt, oud vliegtuig, waarin kinderen naar hartenlust de piloot mogen uithangen. Een meisje snoert zichzelf helemaal in met de riem van de gezagvoerder. Een unieke attractie. Zelfs in het luchtvaartmuseum van Lelystad was niet zoveel mogelijk als in deze oude Fokker in een winkel op Schiphol. Maar Thijs wil niet naar binnen.  
Hij is blij als we de roltrap afgaan op weg naar de trein. De trein vindt hij nog steeds leuker. In de lucht heb je geen slagbomen en vliegtuigen zijn gewoon niet zo mooi als treinen. En je hebt mooie treinen, volgens Thijs. De enge trein, de boze trein, de kijktrein, de groene trein, de hondentrein en niet te vergeten de brapentrein. Wat is een brapentrein? Dat is het nieuwste type trein, met aan de voorkant geen raampjes, maar de motor.

Eigenlijk willen Anja en ik ook wel graag weg, we hebben inspiratie opgedaan. Ze kijkt nu bij hotels in Zwolle. Het einde van de wereld.           

Geen opmerkingen: