maandag 18 december 2023

Open Monumentendag bezoek aan molen B en C 8 september 2012


 

8 september 2012  Op bezoek bij molen B en C.  Alkmaar Oudorp  Open Monumentendag

Een verslag van een kort bezoek aan molen B en molen C.

 

Het is prachtig weer deze zaterdag. Ik fiets naar molen B. Ik ben al eens bij molen D geweest, maar kreeg niet veel contact met de molenaar, Tom Keuning. Nu ga ik het opnieuw proberen.

Bij molen B. spelen twee kinderen, een jongen en een meisje, allebei met fel rood haar. Het meisje brengt me naar boven. Ze speelt graag op de molen, zegt ze, ze heeft weleens een klap van de molen gehad, toen ze bij haar opa was. Haar moeder en haar tante zijn opgegroeid op de molen.

 In de kamer, in het midden, staat het onderste deel van de spil. Het weer is heel mooi, zonnig, de wieken draaien zacht, bespannen met zeil. De tante van de twee lieve, roodharige kinderen, Tom en Emma, vertelt vol enthousiasme over haar jeugd op de molen, een nest muizen dat ze vonden, de vogeltjes in de kap, vlinders die gek op molens zijn, de natuur. Dat de molen beweegt bij harde wind. In de kap is het hout zwart omdat er beneden gestookt werd.  Ze springt op het wiel en trekt met haar arm en duwt met haar been tegelijk. De rollen waar de kap op ligt, zijn conisch van vorm dat wil zeggen dat ze een rondje kunnen rollen. De molenaarsvrouw geeft een demonstratie.

Je kan echt zeggen: over alles is in de molen wel nagedacht. Over het smeren van de delen met reuzel en bijenwas. Duidelijk is wel dat een molen en de omgeving een kinderparadijs is, maar ook een gevaarlijke plek. Daarom staat er om de wieken ook een hekje. De wieken hellen iets naar achteren. Dit heeft met krachtenverdeling te maken op de as. De as is nu van metaal, was vroeger van een veel dikkere houten balk. In de molen worden heel veel verschillende houtsoorten gebruikt, al naar gelang de functie. Molen B heeft geen vijzel, waar het water mee werd afgeslagen. Zo’n vijzel zit nog wel onder molen C en het is een ding dat je kan zien als je op je knietjes gaat liggen en door een gat naar binnen kijkt. Dat ding is van hout en formidabel groot. De kracht waarmee het water door de duiker onder de molen wordt geslagen schijnt ook behoorlijk te zijn. Rondom worden meestal bijen, kippen, lammetjes gehouden, maar geen bomen.

 Op het erf staat ook altijd een schuurtje en sommige mensen denken dat daar in geslapen wordt. Een molenaar vertelt de vrouw, is altijd met de wind bezig. De wind kan in acht minuten tijd veranderen, ruimen, krimpen. Weggaan als de molen draait, is er niet bij. Een molen is door de bebouwing een bedreigd object. Sowieso is een molen een bedreigd object door vernieling en brandstichting. Ook het stelen van de bliksemafleider vanwege het koper, is schadelijk. Molens zijn in bezit van de molenstichting. Om de molen te mogen draaien is een diploma nodig, dat na een opleiding en een examen kan worden behaald. Daarna solliciteert men bij de molenstichting. Er zijn aparte verzekeringen, omdat het werk  gevaarlijke kanten heeft. Bij een rustige wind kan de molenaar een zeil voorleggen. Hij dient dan wel in de wiek te klimmen en het zeil af te rollen. Het zeil zit niet heel strak vast, want het dient in geval van nood snel los gemaakt te kunnen worden. 

 Eerst stelt de molenaar de windrichting vast. Aan de hand daarvan gaat hij naar binnen naar de kap en draait het gevlucht de wieken vol in de wind. Daarna gaat hij naar buiten en pakt de vang. Hij stapt naar links en maakt de vang door te schudden en te trekken los van het vanghoofd. De wieken gaan draaien. Wil hij zeil voorleggen, dan maakt hij de vang even los, laat de eerste wiek draaien en vangt de molen weer. Hij loopt dan naar de wiek, klimt er in, maakt het zeil los en weer vast en loopt dan om de molen heen. Daar maakt hij de vang weer los. Belangrijk is dus dat hij weet dat er verder niemand  aan de andere kant bij het gevlucht staat, dat is gevaarlijk.

 Zo’n molen heeft ook twee deuren, net als een gewoon huis, maar er is geen echte achter of voordeur. Dat heeft met de wind in de tijd van het jaar te maken. In de zomer is gewoonlijk de deur van de wind af geopend. (de achterdeur zeg maar) 

Bij de tante is ook een lang meisje dat zegt dat vmbo scholieren veel meer interesse in de molen hebben dan havo scholieren. Havo scholieren doen niets zegt ze.

 Ik teken het gastenboek. Het meisje vraagt zich af wat ze later wil worden. De hele sfeer op molen B is een open sfeer. Iedere molen aan deze kade heeft een andere kleur. Molen E ken ik niet, daar wonen ook mensen in, ik weet niet wie. De molenwieken staan trouwens een beetje krom dat heet de zeeg en is voor de luchtdrukverdeling.  

 Aggie, de molenaar van C, zit onder een hoed, vermoeid in een stoel. Ze plukt salie voor de thee. Ze steekt een preek af over het verval van de moraal in de wereld. Aggie is wat oververmoeid. Ze is alleenstaand, gescheiden en werkt in een bouwmarkt. Een andere molenaar, ook een vrouw, vertelt het verhaal vandaag. Veel staat er niet in Aggies molen. Op de tweede verdieping, te bereiken na een erg steile trap, liggen kruiden te drogen. In molen B kon je zien dat er geleefd werd. 

 

 

maandag 11 december 2023

Waarom dragen de mensen een zwembroek?




Ik heb een nieuwe dichtbundel samengesteld nadat ik enige tijd geleden in allerlei kasten en lades gedichten vond, of pogingen daartoe. Ik schreef nieuwe erbij, in de loop van een aantal jaren, en plakte ze in een document. De bundel is bij mij te verkrijgen, op papier of digitaal.

Een stukje uit de bundel: 

Tegenwindkind (Marijt)

Ze woont in de polder

een stoere meid

vindt ze

Marijt

Haar blond als stro

als ze naar school rijdt

op haar oude fiets

een tweedehands cadeau

 

Tien kilometer heen

tegenwind

Tien kilometer terug

tegenwind

 

Thuis kookt ze

voor haar zieke moeder

en haar zusje

dankbaar klusje

Geld is er niet

in het keukenkastje

in een potje nog een  euro

meer niet

 

Ze wil geen medelijden

een stoere meid

vindt ze

Marijt

houdt niet van klagen

zal ook niet vragen

naar haar pa

hij is niet hier, niet daar

vast ergens, maar waar?

 

Tien kilometer lang

vloekt ze

Tien kilometer lang

om die tegenwind

In haar leven

tegenwind

 

In het weekend gaat ze dansen

in haar oude kleren

alleen maar oude kleren

in café de Dijk

ze gaat dansen

van haar krantenwijk 

 

Op de fiets naar de stad

door het donker

geen geld voor de bus

dus

Tien kilometer heen

tien kilometer terug

tegenwind

 

Niet denken aan later

ze beukt tegen de wind

die rukt aan haar stuur

steeds zwaarder trappen

een half uur

 

Op de school gaat ze goed

vol goede moed

hard werken

tanden op elkaar

komt voor elkaar

Zal de wind op gaan steken of liggen

ooit

het zal wel, vandaag is het nu eenmaal zo

bro

 

En plots

uit het donker uit de verte

komt die leuke jongen uit de derde

met zijn rode kuif en witte scooter

ze hoort een rare toeter

Hij neemt haar op sleep

samen tegen de storm

samen door de tegenwind

samen lachen om de wind.

 

 

 

 


maandag 4 december 2023

Ik ben altijd een egel geweest

 



De tuin was woest en ledig. Het was half december. Met een vriend keek ik naar de kale boel. Ik wees naar de struiken. ‘Daar heb ik een egelhuisje,’ wees ik. ‘En er ligt een egel in te snurken. Ik wou dat ik een egel was.’

De vriend lachte. Hij bukte en ging op zijn knieën voor het huisje liggen. ‘Ik zie hem,’ zei hij. ‘Daar tussen de bladeren.’ Hij wees. Ik zag niets. ‘Ik ga hem met hem fluisteren,’ zei hij. Hij was gediplomeerd egelfluisteraar, hoewel hij ook met muizen en konijnen kon fluisteren. Dat betekende dat hij met dieren kon praten. Ik geloofde het eigenlijk niet, maar vooruit. Ik vroeg aan hem: ‘Maar hoe wil je fluisteren als hij slaapt?’  ‘Sttt,’ zei hij en hij legde een vinger op zijn lippen.

Een kwartier lang lag hij daar en ik stond naar de dakgoot te kijken. Het werd tijd om die schoon te maken. Na een kwartier keek hij me aan en zei: ‘Dit is wat ik te weten ben gekomen van je egel, hij heeft me het volgende laten weten:

‘Ik ben altijd een egel geweest. Ik weet niet beter dan dat zo is. Ik werd geboren tussen bramenstruiken, maar mijn ouders heb ik niet lang gekend. Toen ik groter was geworden ben ik weggeritseld en kwam uit bij een

 

straat. Er reden veel auto’s. Je vraagt me hoe ik mensentaal ken en dat kan ik je vertellen. Terwijl ik daar aan de straatkant stond, werd ik opgemerkt door een meisje met haar vriend. Zij stonden mond op mond te plakken. Een vreselijk gezicht hoe ze aan elkaar vastzaten.

Het was een hele warme avond en ze dachten dat ik zielig was, maar dat was ik niet. Ik was juist heel gelukkig. Ik vond overal wormen, slakken, het ging prima. Maar zij pakte me op – ik zette wel alle stekels op dus dat moet pijn hebben gedaan-  en ik werd meegenomen. In haar huis kreeg ik een kartonnen doos die me niet beviel. Die knaagde ik aan flarden.

Ze gaf me melk en ik wist toen nog niet dat ik daar niet tegen kon. Ik werd heel ziek, wat haar idee nog meer ondersteunde dat ik zielig was. Ik liet alles lopen, haar halve huis zat onder mijn poep. Het meisje begon hele verhalen tegen me te vertellen en zo leerde ik de mensentaal. Ze klaagde over haar moeder die ze een dikke pad vond en haar terrorvriend die niet kon zoenen. Bovendien scheerde hij zich maar eens in de drie weken, zodat hij aanvoelt als jij. Dat was tegen mij. Ze leerde me het woord ‘fuck’, dat ze om de drie zinnen gebruikte. Alles was ‘fuck’.

Ik lag voor Pampus en ik wilde het liefst dood. Toch knapte ik weer op en dronk geen druppel melk meer.

Op een dag besloot ik dat het genoeg was. Ik moest ontsnappen. Want elke dag werd ik in haar wasbak schoongemaakt. Ik verzorgde me namelijk met mijn eigen speeksel en dat vond zij vies. Na het wassen met haar Guhl shampoo en haarconditioner, droogde ze me met haar föhn en legde me in haar bed.

Ik wilde naar buiten, ik wilde tussen de struiken scharrelen, ik wilde natte aarde en ik wilde een vrouw met mooie puntige stekels. Ik was toe aan de liefde, ik was jong en sterk, maar ik kon de taal niet spreken, want ik was een egel. Ik maakte een plan. Zij woonde in een appartement en had een balkon.

In de ochtend ging ze daarop liggen zonnen. En hoewel ik overdag heel slaperig was, moest ik wakker blijven voor mijn actieplan. Zij deed de deur open en zette mij met de doos op haar balkon. Zij meende dat ik dat lekker vond. Integendeel, ik hou van de maan, niet van de zon. Ze ging naar binnen, om haar zonnebrand te pakken. Dat is hoe mensen zijn: ze zijn naakt en kunnen niet tegen de straling van de zon, toch baden ze in het licht.

Ik kroop uit de doos en wandelde naar het traliewerk dat het balkon afschermde. Ik wist toen nog niet hoe hoog het was. Ik deed mijn ogen dicht – gelukkig zie ik niet zo goed- en waagde de sprong naar beneden. De val was kort en het neerkomen deed vreselijk veel pijn. Hoewel het niet hoog was, was het niet fraai hoe ik terechtkwam. Ik bloedde. En het meisje schreeuwde.

Daarna weet ik niet meer wat er gebeurde. Ik werd wakker in een kooi en voelde me heel slecht. Een vrouw keek naar me. Ik lag op een tafel onder een felle zon. ‘Hij heeft niets gebroken,’ hoorde ik de dokter zeggen. ‘Heel bijzonder voor zo’n sprong van die hoogte. Ik zou zeggen: drie dagen in quarantaine en dan lekker loslaten in de bosjes.’

We waren een week verder en ik kroop weer door de struiken. De maan scheen en er was eten genoeg. Boven mij zag ik het meisje dat me zo liefdevol had opgevangen. Ze stond op haar balkon en rookte een sigaret en hield haar telefoon in haar hand. Naast haar zat  een kat. Ze aaide het dier. Ze sprak zachte woordjes. ‘Ja, Snoopy,’ hoorde ik haar zeggen. ‘Waar zou de egel zijn? Zou hij nog hier in de buurt komen? Ik mis hem wel, het was een heel schattig beestje. Maar je hebt gelijk Snoop: een egel hoort niet in huis.’

En ik hoorde de kat snorren en zeggen: ‘En een man ook niet.’ Het meisje lachte: ‘Nou, als hij lekker kan zoenen.’

Zo zijn de mensen. Zoenen en knuffelen is heel belangrijk voor ze. En als ze geen man hebben, nemen ze een kat om mee te huggen. Een egel, dat is niks. Alleen maar stekels.’




maandag 27 november 2023

Jaõ ui Albufeira

 

                                                           De visser uit Albufeira 


Jaõ,

Die inktvis die je uit de zee en daarna morsdood uit een pot hengelde,                                                            was een intelligent wezentje dat beter kon tellen dan jij, ouwe vos.Vilaõ.                                                        Het is een schande! Ga nu terug naar Albufeira en bied je verontschuldigingen aan, aan de oceaan, aan de andere inktvissen en de dolfijnen. En de vissen, zeg die ook vriendelijk gedag en zeg dat je niet beter wist, dat je dacht dat ze dom waren. Dat waren ze niet. 

Jij wist niet beter, nu weet je het wel. Ik wil graag vier ons sardinhas van je. Velho idiota. Por favor.

                              

maandag 20 november 2023

Vanavond in de koele tuin






Vanavond in de koele tuin zat ik met mijn voeten aan de stille vijver.

De kikkers kwaakten a capella een slaaplied, in canon, maar de

muggen hielden me wakker.

Vanavond in de koele tuin zat ik met mijn voeten aan de stille vijver.

Twee merels zongen verlegen tweestemmig:  One day I’ll fly away,

maar een aantal jonge mieren bleven op de grond en speelden wie

het hardst kietelt onder zijn voet.

Vanavond in de koele tuin zat ik met mijn voeten aan de diepe vijver.

De torren gaven een graafconcert voor de hongerende medetor,

maar een engelangepoten spin speelde squash tegen mijn hiel.

Vanavond in de koele tuin met alles wat  groeit en bloeit en ons

morgen weer boeit.

(1986)

https://www.youtube.com/watch?v=L8vAz3uqKig

 

maandag 13 november 2023

De bruid is begraven

 



Ik hoorde van iemand, je zou overleden zijn,

het was in een kroegje waar ik weer  kwam de laatste tijd,

ik was een tijd niet geweest, weet niet meer wie het zei,

maar ik zag het schuim in mijn glas,

en daarin jouw gezicht dat zo donker als een hagelbui in de herfst kon zijn,

vooral als ik iets deed wat jij niet wilde,

en dat was wel de hele dag door,

van dat ik je hondje niet de juiste brokken gegeven had – niet die uit dat roze 

blikje maar uit dat groene blikje-

en dat je me dan ging bellen op mijn werk waarom ik jouw hond Bobby

dood wilde maken, ik wilde jouw hond helemaal niet dood.

Ik hield meer van jouw hond Bobby dan van jou schat, en toen ik de sleutel 

in de deur had laten zitten en jij de slotenmaker moest bellen terwijl we met 

onze zojuist bij de dierenarts ingeslapen Bob op de stoep stonden, voor de 

dichte deur, toen hoefde ik niet meer op genade te rekenen.

Ik zou voor eeuwig branden als een braadworstje in de hel, dat zei jij zonder 

te lachen. En je vond me een drol.

Ik zie dat allemaal weer in het schuim in mijn glas, dat jij toch ook je leuke 

kanten had, dat je met jou ergens kwam, omdat je voor niets of niemand 

bang was, dat je in het water dook van de allerhoogste rotsen en je auto 

met een glimlach in een boom parkeerde, dat je altijd zin had en me wilde 

bovenop de wasmachine, God, wat heb ik soms gelachen met jou.

En je moeder wilde een hete peper in mijn reet stoppen, dat zei ze en ze 

lachte er niet bij, ook niet toen ik zei dat dat zonde was van de peper omdat 

pepers, op de markt waar ik werk, duur zijn.

Ik zie dat allemaal weer in het schuim, dat je naar andere mannen lonkte en 

dat een van hen ineens met een geweer voor mijn deur stond en ik me achter 

de bank moest verschuilen.

Dat is nu voor altijd voorbij.

Ik dacht dat je nog weleens zou bellen, maar dat deed je niet, het werd stil.

Ik zal morgen naar de zolder gaan, want daar heb ik ons trouwboek verstopt

in een oude kast, ik hoop dat de muizen het hebben opgevreten,  maar dat zal 

wel niet, zo’n boek met schimmelkaas vinden ze niet lekker.

De plaatjes die erin staan, ik kan ze me nog goed herinneren.

 

Maar de man die erin staat die ken ik niet, hoe heeft hij dat laten gebeuren?

Waarom vond ik dat allemaal goed?

Jammer dat ik niet bij je afscheid was, ik heb toch van je gehouden, en van je 

hond, ik had je nog een goede reis willen wensen.

Dat zie ik allemaal in het schuim. Ik ga het afrekenen, wel zonde van het geld

eigenlijk, daarin had je wel gelijk lieve schat, naar de kroeg gaan is een slechte

investering, o ja, dat trouwboek, ik leg het morgen bij het  huisvuil, wat moet 

je er anders mee,


Al die dooie dingen onder je dak,

al die dooie dingen onder je schedel

je legt ze weg, je begint opnieuw.


Je doet alsof het niet geweest is, je doet alsof je nooit een bruidegom bent

geweest, alsof de bruiloft een feestje van een van je vrienden was.


De bruid is begraven, maar ik denk meer 

aan haar hond Bobby. God, wat een mooie zachte ogen had dat beest.

 

Al die dooie dingen onder je dak,

al die dooie dingen onder je schedel,

je legt ze weg en je begint aan het

uiteinde, opnieuw.


Dag schat, goede reis. Lieve Bobby.

 

 

 

 

zondag 5 november 2023

De auto voor even dit en even dat



                                 In een dergelijke auto reden we tien jaar lang. Deze foto is overgenomen van Autoweek

En onze auto werd weggereden. Het was een maandagochtend, ook dat nog. Op een grote kar getakeld met een lier. Anja was er de vorige dag nog mee naar Hoofddorp gereden. Daar is de auto misschien in een vreemd magnetisch veld geweest. Een geheimzinnig area 51 project. Schiphol was immers dichtbij. Want de volgende dag wilde hij niet meer starten. We hebben het met de reservesleutel geprobeerd, maar ook dat hielp niet.

En de week daaropvolgend waren we  in de ICNG, de modernste trein van het spoorwegnetwerk en deze stopte, jawel, bij Hoofddorp en was niet meer aan de praat te krijgen zodat we met de bus verder moesten. Twee keer Hoofddorp dus. Wat gebeuren daar voor geheimzinnige dingen? Ruik ik hier een complot?  

De auto voor even dit en even dat. Dus niet voor heel veel kilometers, maar wel belangrijk in ons leven van even dit en even dat. Even een boodschap, even naar de stad. Vooral als het stormt en regent. Ik herinner me een bui waarin het water tot aan de wielkasten stond.

En voor de vakanties, hoewel we een groot deel van ons leven ook doorbrachten in de trein.

Het was een handige auto, met een schuifdeur. Praktisch om de kleine man met zijn maxicosi snel binnen te schuiven. Om de katten in hun manden te vervoeren. En ook het schilderijenmuseum dat ik heb vervaardigd. En Anja naar het ziekenhuis te brengen toen ze van haar fiets was gevallen en een gekwetste schouder had.

Maar toen moest de ANWB komen. Een aardige man die rommelde onder de motorkap. ‘Waarschijnlijk de startmotor,’ zei hij. ‘Ik zal hem op laten halen.’ En zo geschiedde. Daarna kwam de man met de kraanwagen.

Problemen hebben we niet veel gehad met het wagentje. Een keer is hij volgelopen met water, door een verstopt afvoerkanaal met een vreemde naam. De paravan. Een compleet zwembad bij de bestuurdersplaats.

Vijf dagen later belde de man van de garage. ‘Het zal de ECU zijn,’ zei hij. ‘De boordcomputer.’  Wij dachten toen nog dat alleen vliegtuigen dat hadden. ‘Ik moet hem bestellen, maar het zal heel lastig zijn.’

En dat is gebleken. Weken gaan voorbij zonder berichten. Ja, de chips zijn moeilijk te krijgen. Een donkere stem in mijn hoofd zegt dat ze uitverkocht zijn omdat ze  in tanks worden geplugd in de diverse zinloze oorlogen.

Dus nu zijn we in ons eerste autoloze tijdperk. Fietsen is goed voor de conditie, maar we missen hem wel. Het signalement luidt: een donkerblauwe Renault Kangoo met een schuifdeur. Geen mooie auto, geen blitse mobiel, maar wel eentje waarin je je hele familie, je katten en je honden en je antiek kan vervoeren. Een auto zonder airco, dus vooral in de zomer kan het prettig warm worden.

Ik heb geen foto van de wagen kunnen vinden, typisch. Op internet vond ik een stukje in de Autoweek. De schrijver beschrijft hem als een lelijk eendje met een warm hart.

Wij wachten op verdere berichten van de garage. Wanneer? Geen idee. Ook begrijp ik niet hoe een goedgekeurde auto van de ene op de andere dag geen zin meer heeft in starten. Ja, de computer doet het niet meer. Zomaar. Misschien zijn er aliens in de straat geweest. Of is hij gehackt. Zou dat kunnen? Hieronder een link naar een stuk over het Franse wagentje.

 https://www.autoweek.nl/reviews/artikel/renault-kangoo-family-15-dci-90-2013/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F