woensdag 20 augustus 2008

Vrouwendag 8 maart


Dit snedige stukje heb ik eens gemaakt op het thema 'Vrouwendag'.



Natuurlijk heb je als man onvermijdelijk met een vrouw te maken.
Je bent namelijk voortgekomen uit een vrouw, die je al je hele leven
je moeder noemt. De eerste vrouw in je leven.
Er volgden er nog vele. Je bleek een oma te hebben en nog eentje.
Dus een moeder en twee oma’s. Drie vrouwen. Toen kreeg je nog een zusje.
Toen je dat allemaal had overleefd bracht je moeder je naar de kleuterschool, waar een strenge juf op je wachtte. Ze vond dat je moest
leren zingen, kleien en lief zijn voor andere kleuters. In de zandbak sloeg je met je schepje een andere dreumes op zijn kop. Gevolg was dat je moeder ruzie kreeg met een andere moeder, omdat jij zoiets niet zou doen.
Je vader dacht vanuit zijn bescheiden rol dat het goed zou zijn als je
weerbaarder werd in de boze wereld der vrouwen. Dus bracht hij je
naar het voetbalveld waar je met andere vertrapte jongetjes deed of je een man moest worden. Een man die nooit zou huilen zelfs niet als zijn vrouw later een pre-menstrueel syndroom zou hebben of een postnatale depressie. Je vader legde al vroeg uit wat dat betekende en wat je eraan moest doen: je kreeg daarom een hengel voor je verjaardag zodat je
in de toekomst in ieder geval een dijk van een smoes kon hebben: het was immers zulk heerlijk weer om te vissen?
Hoe dan ook, je werd groter en zag stoeten vrouwen voorbij komen.
Buurvrouwen, leraressen, tantes, je hoorde ze kwetteren als vogels
in de lente, maar als mijnheer leerde je nooit hun taal te spreken.
Ze bleven van een andere planeet. Je begreep niet dat ze het uren over een
streepje op een bloesje konden hebben en dat dat niet kon vervelen.
Het was een wonder, het andere geslacht. Tot je verbazing bleek je
op een dag ook over een vrouw naast je te beschikken, terwijl je daar
eigenlijk niets voor had gedaan. Het was een doelpunt maken zonder
te mikken. Maar eigenlijk was het gewoon een kidnap. Ze ontvoerde je,
sloot je op in haar kooi en wierp de sleutel weg. Als gevangene kreeg
je af en toe bezoek van een andere vrouw: haar moeder, waar jij nooit
iets over mocht zeggen. Zij was de heks uit Sneeuwwitje en had een
electronische bezemsteel, een bromfiets met een lekke uitlaat.
Toen je tenslotte door je eerste vrouw werd gedumpt, zij vond jou een te saaie optie voor de toekomst en misschien was dat correct, besloot je contact te zoeken met vrouwen via het internet. Zo was er dan een veilige afstand via de kabel tussen jou en de monsterlijke XX schepsels. Nog een voordeel was dat ze zich zelfs uitkleedden voor geld. Handig, geen hoofdpijn en geen huilbuien, klinische sex zonder zorgen.
En toen je op de bank naar AZ lag te kijken, met een zak chips naast je
en een pilsje op tafel, dacht je aan het feit dat het 8 maart was en vrouwendag. Volkomen belachelijk, hetzelfde als dictators die een feestje ter ere van henzelf houden. Vrouwen regeren de wereld en gunnen ons voetballen, vissen en een auto. Nou ja gunnen, het komt ze
gewoon goed uit. Mannendag zal er derhalve nooit komen.
Omdat je een hengel eigenlijk te suf vind heb je verleden week een
elektrische gitaar gekocht, die je zo hard kunt zetten dat je haar gesprek
met weer een vriendin kunt overstemmen. Het voordeel van het instrument is ook dat het een klapperpistooltje is en tegelijk een substituut penis, een verlengstuk van onvermogen. Niets maakt de man nog zieliger en schrijnender op het moment dat hij zo’n ellektriek jammerhout omhangt.
Daarom zie je er ook nooit een vrouw mee, zij weten hoe tragisch dit instrument is. Ja, jij weet het ook, maar je wil er niet aan denken. Je trekt er een heel stoer gezicht bij en zij van beneden, waarmee je getrouwd bent of schijnt te zijn, schreeuwt dat je moet kappen en je zoon van de blokfluitles moet halen. Want daar stuurt zij jouw kinderen heen: naar de
blokfluitles, geen sprake van een rock education. Mopperend stap je in
je auto en laat de deur net iets te hard achter je dichtvallen.
Als je terugkomt roep je heel boos dat je een band gaat beginnen, in een
camper door europa gaat rijden en dat je over vijf jaar terugkomt.
Maar zij lacht heel hard en laat de gebroken hals van je stratocaster zien. “Een ongelukje,” schampert ze. Maar dat geloof je niet, want een gitaar breekt nooit zomaar en zeker niet op acht maart.

Geen opmerkingen: