donderdag 28 augustus 2025

Lieve jongen uit Argentina

 

                                                      Elvis, de kakatoe, Amsterdam Centraal

Lieve jongen uit Argentina

 ‘Ik ben geen lieve jongen geweest. Als de zon onderging begon ik met vechten en ruziemaken. Auto’s stelen, dealen, ja.

Overdag ging ik slapen. Soms werkte ik als metselaar. Ik heb dit huis in Hoorn zelf gebouwd. Leefde hier met Cynthia. Zij is overleden, anderhalf jaar geleden, si.

Nu alleen verder. Soms vissen met mijn zoon Rob. Vorig jaar nog. Of twee jaar geleden. Spijt? Ik heb nergens spijt van. Slechte dingen gedaan. Maar geen spijt.

Ik kom van Argentina. Ik ben al lang niet meer geweest daar. Ook geen contact. Si. Buenos Aires. Mijn naam is Diego. Si, mi madre heeft me genoemd naar Maradona. Geen grotere dan Diego Maradona.

Maar ik mis Argentina niet. Ik heb vorig jaar een vogeltje gekocht. Chico. Die is mijn vriend. In de laatste uren. Zingt heel mooi. Bueno. Vandaag niet. Si.

Vandaag is het weer slecht. Regen.

Regen wel goed voor die planten.

Liever zon. Ik heb vijf jaar binnen gezeten. Si. Je begrijpt?

Het was dom.

Ik heb iemand…

Ik werkte op een steiger in Purmerend. Si.

Met metselaar. Ook een oudere man.

De man zei lelijke dingen tegen me: ‘Stomme Argentino. Varkenskop. Hijo de puta. Ik liep op de man af. En kiept een bak cement over hem. Si.

Hij vocht mij. Sloeg me  met die baksteen.  Toen hij struikelde en viel. Tien meter naar beneden. Ongeluk.

Ik ben bij zijn vrouw en kiendjes geweest. Drie dochters, mooie dochters.

Alles uitgelegd. Ze bleef boos ook toen ik uit de prison was.

Heel jammer.

Zulk ding gebeuren.

Geen spijt.

Je moet niet zulke dingen zeggen. Tegen mij. Niet doen, si. Korte lontje.

Maar geen spijt.

Ik ben een zieke man. Heel ziek. Oog in oog  met de dood.

Ik zeg je, straks komt de dokter. En nog een dokter. Dos, si.

Om…

Vind het moeilijk. Si.

Afscheid nemen van je leven. Afscheid nemen van de mens om je heen.

Kinderen, zoon.

Laatste keer naar buiten.

Kijken naar de wolken, de blauw lucht, de groen gras, de sol.

Ik geloof.

Maar is daarboven ook een mooi blauw lucht?

Ik weet niet.

Laatste keer een koffie drinken.

Straks om tien uur, ik ga vliegen. Zo zie ik dat.

Een enkele prachtige vliegreis.

Betaald door verzekering. Si.

Spijt.

Ik heb maar één ding spijt: klein dingetje.

Lang geleden.

In Buenos. Een meisje. Nee, ik heb haar niet vermoord.

Ze was mooi.

Doria Vera.

Zij mij ook leuk vond.

Ik was een kiend. Si.

Mooi lach had zij.

Na voetbal  River Plate en Boca Juniors, zag ik haar. Hart ging boem boem.

Maar ik was met mijn vriend en hij was mijn beste vriend.

Hij liep op haar af. Ging dreigen. Tegen haar duwen. Pesten.

Ik bleef staan. Ik wilde haar beschermen, maar deed het niet. Hij kneep in haar arm. Zij 

rende huilend weg. Heel geschrokken.

Daar heb ik spijt van.

Dat ik niets deed. Tegen die rotzak.

Dat ik het niet opnam voor haar.

Spijt. Echt spijt.

Ik hield van haar. Echt. Madre, het is zo. Si.

Ik heb haar niet meer gezien.

Ik had hem een klap moeten geef.

Haar moeten koesen. Koes ja. Si.

Was dat een vriend?

En waarom dat lief meisje?

Doria Vera.

Zo lief, Doria Vera, ik kom bij u.

Ik hoorde zij is overleden.

Ik hoop dat ik haar straks zal zien.

Om een uurtje of tien.

Dat ik het uit kan leggen.

Dat ze me vergeeft, ik kan niet wachten.

En misschien ik zie ook Maradona, samen voetballen.

En de metselaar. Lekker nog even knokken, si.

En Cynthia, mijn lieve vrouw.

Maar Doria Vera. Hier is een foto van haar, zie je het Chico?

Mijn zoon zal goed voor je zorgen. Hij wil niet hier zijn.

Ik heb mijn haar gekamd. Mooie hemd aan.

Huis is schoon. Daar is de bel, daar zijn de dokters.

Don't cry for me Argentina.

Dag lieve Chico, ik ga op reis.’

 

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen: