Elvis, de kakatoe, Amsterdam Centraal
Lieve jongen uit Argentina
Overdag ging ik slapen.
Soms werkte ik als metselaar. Ik heb dit huis in Hoorn zelf gebouwd. Leefde
hier met Cynthia. Zij is overleden, anderhalf jaar geleden, si.
Nu alleen verder. Soms
vissen met mijn zoon Rob. Vorig jaar nog. Of twee jaar geleden. Spijt? Ik heb nergens
spijt van. Slechte dingen gedaan. Maar geen spijt.
Ik kom van Argentina. Ik
ben al lang niet meer geweest daar. Ook geen contact. Si. Buenos Aires. Mijn
naam is Diego. Si, mi madre heeft me genoemd naar Maradona. Geen grotere dan
Diego Maradona.
Maar ik mis Argentina
niet. Ik heb vorig jaar een vogeltje gekocht. Chico. Die is mijn vriend. In de
laatste uren. Zingt heel mooi. Bueno. Vandaag niet. Si.
Vandaag is het weer
slecht. Regen.
Regen wel goed voor die
planten.
Liever zon. Ik heb vijf
jaar binnen gezeten. Si. Je begrijpt?
Het was dom.
Ik heb iemand…
Ik werkte op een steiger
in Purmerend. Si.
Met metselaar. Ook een
oudere man.
De man zei lelijke dingen
tegen me: ‘Stomme Argentino. Varkenskop. Hijo de puta. Ik liep op de man af. En
kiept een bak cement over hem. Si.
Hij vocht mij. Sloeg
me met die baksteen. Toen hij struikelde en viel. Tien meter naar beneden.
Ongeluk.
Ik ben bij zijn vrouw en
kiendjes geweest. Drie dochters, mooie dochters.
Alles uitgelegd. Ze bleef
boos ook toen ik uit de prison was.
Heel jammer.
Zulk ding gebeuren.
Geen spijt.
Je moet niet zulke dingen
zeggen. Tegen mij. Niet doen, si. Korte lontje.
Maar geen spijt.
Ik ben een zieke man. Heel
ziek. Oog in oog met de dood.
Ik zeg je, straks komt de
dokter. En nog een dokter. Dos, si.
Om…
Vind het moeilijk. Si.
Afscheid nemen van je
leven. Afscheid nemen van de mens om je heen.
Kinderen, zoon.
Laatste keer naar buiten.
Kijken naar de wolken, de
blauw lucht, de groen gras, de sol.
Ik geloof.
Maar is daarboven ook een
mooi blauw lucht?
Ik weet niet.
Laatste keer een koffie
drinken.
Straks om tien uur, ik ga
vliegen. Zo zie ik dat.
Een enkele prachtige
vliegreis.
Betaald door verzekering.
Si.
Spijt.
Ik heb maar één ding
spijt: klein dingetje.
Lang geleden.
In Buenos. Een meisje.
Nee, ik heb haar niet vermoord.
Ze was mooi.
Doria Vera.
Zij mij ook leuk vond.
Ik was een kiend. Si.
Mooi lach had zij.
Na voetbal River Plate en Boca Juniors, zag ik haar. Hart
ging boem boem.
Maar ik was met mijn
vriend en hij was mijn beste vriend.
Hij liep op haar af. Ging
dreigen. Tegen haar duwen. Pesten.
Ik bleef staan. Ik wilde haar beschermen, maar deed het niet. Hij kneep in haar arm. Zij
rende huilend
weg. Heel geschrokken.
Daar heb ik spijt van.
Dat ik niets deed. Tegen
die rotzak.
Dat ik het niet opnam voor
haar.
Spijt. Echt spijt.
Ik hield van haar. Echt. Madre,
het is zo. Si.
Ik heb haar niet meer gezien.
Ik had hem een klap moeten
geef.
Haar moeten koesen. Koes
ja. Si.
Was dat een vriend?
En waarom dat lief meisje?
Doria Vera.
Zo lief, Doria Vera, ik
kom bij u.
Ik hoorde zij is
overleden.
Ik hoop dat ik haar straks
zal zien.
Om een uurtje of tien.
Dat ik het uit kan leggen.
Dat ze me vergeeft, ik kan
niet wachten.
En misschien ik zie ook Maradona,
samen voetballen.
En de metselaar. Lekker
nog even knokken, si.
En Cynthia, mijn lieve
vrouw.
Maar Doria Vera. Hier is
een foto van haar, zie je het Chico?
Mijn zoon zal goed voor je
zorgen. Hij wil niet hier zijn.
Ik heb mijn haar gekamd.
Mooie hemd aan.
Huis is schoon. Daar is de
bel, daar zijn de dokters.
Don't cry for me Argentina.
Dag lieve Chico, ik ga op reis.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten