zondag 17 augustus 2025

Prompt Onder de radar deel 9

 


Ik deed mee, met 200 anderen, aan de juli schrijfchallenge van Prompt. Het thema was: Onder de radar. In deze Prompt krijg je een prompt, een opdracht, en je hebt een dag om deze te maken. Ik publiceer nu mijn delen. De link naar de website van Prompt is: www.prompt-schrijven.nl. Kijk daar even, misschien wil je een keer meedoen?


Prompt Onder de radar:  Dag 9  Spijt

Spijt is nu dicht bij me.

Spijt omdat ik nu vooruitschuif in stromende regen, met naast me een zombie die ik niet vertrouw. Is zij misschien iemand van de Toto stam? Een stam die mogelijk betrokken is bij mensenhandel al zijn er geen harde bewijzen.

 En ze zullen ook zeker interesse in de schedel hebben, omdat het de kop van de rivaal is. Dat is ze ook veel waard.

Ik  denk weer aan de brief die ik drie jaar geleden kreeg. ‘Mi quierida,’ schreef je, ‘ik denk elke dag aan je sinds ik je tegenkwam. Kom terug bij me. Ik ben in het kamp van de Bkabi’s. Breng een cadeau mee voor mijn vader. Dan zal hij onze relatie goedkeuren. Neem de  schedel van onze stamvader mee en breng deze thuis. Ik zie je  op een dag verschijnen. Hou zielsveel van je. Ik wacht op je, hoewel ik ziek ben.’

Ik las de brief duizend keer en wist dat deze echt was. Geen fake. Vroeg me wel af waarom zo’n terroristenmeisje toestemming van haar pa nodig heeft. Nou ja, hi is natuurlijk de godfather van de clan.

 Ik besloot te solliciteren in het museum voor volkenkunde in London.

We stoppen even. Ik kijk de ondode aan en vraag: ‘Wie ben jij?’

Ze antwoordt niet.

‘Ben je een Toto?’ Ik klink dreigender dan ik van plan was.

Ze begint te huilen, zo lijkt het.

Ik herhaal: ‘Ben jij een Toto?’

Ze spreekt zacht: ‘Lo siento, lo siento. Si, ik ben een Toto. Ik was in het vliegtuig. Gearresteerd voor de roof van een partij zilver. Ik was onderweg naar  een gevangenis in Brasilia. Toen de crash. Maar ik overleefde. Hoelang dat geleden is, weet ik niet.’

‘Wat gebeurde er?’

‘Ik zag je de schedel begraven.’

‘Zo.’

‘Ik dacht: ik kan jouw vriend zijn.’

‘Je wilde me vermoorden, niet?’

‘Nee, mevrouw.”  Ik ben nog steeds verkleed.

‘Laat me je handen zien!’

Ze toont haar handen. In de linker zit een mes.

‘Blijf daar!’

Ze heft haar arm. Het gaat snel. Ik deins achteruit. Probeer mijn eigen mes te pakken. Dat duurt te lang. Een snee in mijn arm. Die ligt open.

Maar uit de lucht valt een zwaar voorwerp. Boven op haar hoofd. Het zet zijn scherpe klauwen in haar vlees. Het bijt in haar oor.

De Toto laat het mes los.

YuYu, de aap, heeft me gered.

De vrouw ligt voor mijn voeten en als ze naar me opkijkt, krijg ik ineens een idee.

Maar eerst wegwezen hier.

 

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen: